Lees de zin!
wat is het gezegde? -> alle ww in zin.
wat is het onderwerp ? -> 1e naamval
(wie of wat + gezegde?)
wat is het lv? -> 4e naamval
(wie of wat + gezegde + onderwerp)
wat is het mv? -> 3e naamval
(aan/voor wie of wat + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp)