meervouds-n verwijzingen 3-4-5 rvl

2HV Blok 3 - Spelling
Meervouds-n bij verwijzingen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2HV Blok 3 - Spelling
Meervouds-n bij verwijzingen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na deze les:
- ken je de theorie van meervouds-n en 
we gaan hiermee oefenen.
- weet je wanneer je een -n schrijft achter woorden als alle(n) - beide(n) of sommige(n)

Slide 2 - Slide

nakijken opdracht 1.1 blz 129
Opdracht 1.1
1 was, Weet, heeft, staan, heb, betekendt, moet, zie, veranderd, gebeurd, was, gaat, dacht, verdiend, betaaldt, wil, wordt, had, vindt, begrijp, bedoeld, lijkt, heeft, heb

Slide 3 - Slide

nakijken opdracht 1.2  blz 129
Opdracht 1.2
Eindelijk!
 Vandaag was ik bij de orthodontist. Weet je wat hij heeft beloofd? Over zes maanden staan mijn tanden recht, mits ik mijn gebit al die tijd goed heb verzorgd. Dat betekent dat ik nog even moet volhouden. Ik zie nu al dat de stand van mijn tanden langzaam verandert. Het gebeurt echt, al was ik er eerst niet van overtuigd. Het gaat zo langzaam! Ik dacht eerst dat die man zijn geld zo wel heel makkelijk verdient. Mijn pa betaalt hem namelijk flink, omdat hij wil dat ik door de beste word behandeld. Een oude schoolvriend had hem over deze tandarts verteld. Hij vindt hem een held. Maar nu begrijp ik pas wat die vriend van m’n pa daarmee bedoelt. Het lijkt precies te gaan zoals hij heeft voorspeld. Binnenkort heb ik eindelijk een stralende lach met prachtig rechte tanden!

Slide 4 - Slide

Nakijken opdracht 2
a) vossen
b) prijzen
c) kopieen
d) gewoonten / gewoontes
e) menu's
f) haviken
g) wolven
h) geen meervoud
i) zeemannen, zeelieden, zeelui

j) fotografen
k) ziekten / ziektes
l) kersen
m) mosselen
n) kassa's
o) groenten, groentes
p) technici
q) ideeën 
r) cowboys

Slide 5 - Slide

Meestal geen -n
Woorden als beide(n), enkele(n), vele(n) schrijf je meestal zonder -n. 

Enkele lessen werden verschoven. 
Onze fietsen staan beide in de schuur.

Slide 6 - Slide

Wanneer wel een -n?
- als er geen zelfstandig naamwoord achter staat en het woord betrekking heeft op meerdere personen. 
voorbeeld: Lisa en Bonnie hadden beiden nieuwe sneakers. 

Slide 7 - Slide

Mijn liefdesbrieven zijn alle/allen verloren gegaan.
A
alle
B
allen

Slide 8 - Quiz

De honden zijn ... al uitgelaten.
A
beide
B
beiden

Slide 9 - Quiz

Ze hadden beide/beiden last van muggen.
A
beide
B
beiden

Slide 10 - Quiz

Hij heeft alle/allen cola opgedronken.
A
alle
B
allen

Slide 11 - Quiz

Waarom ze in het ziekenhuis liggen? Alle/allen is iets overkomen.
A
alle
B
allen

Slide 12 - Quiz

Sommige apparaten stonden er nog, maar vele/velen waren weggegooid.
A
vele
B
velen

Slide 13 - Quiz

In de uitverkoop waren maar enkele/enkelen niet verkocht.
A
enkele
B
enkelen

Slide 14 - Quiz

Slechts weinige/weinigen hebben de oorlog nog meegemaakt.
A
weinige
B
weinigen

Slide 15 - Quiz

Huiswerk
Maak opdracht 3-4-5

blz 130 - 131


Slide 16 - Slide