herhaling lezen blok 1 t/m blok 6 2M
1 / 24
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
De muziek van Michael Jackson wordt nu in de ban gedaan. Drake schrapt bijvoorbeeld de nummers van MJ uit zijn Europese optredens.
Welke verbindingsmanier zie je hier?
Welke verbindingsmanier zie je hier?
A
Herhaling
B
Signaalwoord
C
Overgangszin met verwijswoord
D
Aankondigende zin
Slide 4 - Quiz
Welke verbindingsmanier wordt hier gebruikt?
Steeds meer leerlingen rijden op elektrische fietsen. Deze tweewielers zorgt wel voor meer ongelukken op de fietspaden.
Steeds meer leerlingen rijden op elektrische fietsen. Deze tweewielers zorgt wel voor meer ongelukken op de fietspaden.
A
Herhaling
B
Signaalwoord
C
Overgangszin met een verwijzing
D
Een aankondigende zin
Slide 5 - Quiz
De aanslagen in Nieuw-Zeeland kostten vijftig mensen het leven. Hiermee is het de bloedigste aanslag ooit in het land.
Welke verbindingsmanier staat hier?
Welke verbindingsmanier staat hier?
A
Overgangszin met verwijswoord
B
Aankondigende zin
C
Herhaling
D
Signaalwoord
Slide 6 - Quiz
Waar kan een verwijswoord naar verwijzen?
A
één woord of meer woorden
B
een woordgroep
C
meestal naar een mens
D
één woord, meer woorden, een zin
Slide 7 - Quiz
Waarnaar verwijst 'Zij'?
De buurmeisjes Isa en Karin lopen in de regen. Zij worden nat.
De buurmeisjes Isa en Karin lopen in de regen. Zij worden nat.
A
De buurmeisjes Isa en Karin
B
Isa en Karin
C
de regen
Slide 8 - Quiz
Waarnaar verwijst 'Daar'?
We gingen met de auto naar Frankrijk. Daar heb ik van genoten.
We gingen met de auto naar Frankrijk. Daar heb ik van genoten.
A
de auto
B
Frankrijk
C
We gingen met de auto naar Frankrijk.
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Wat is een kernzin en waar vind je die?
A
Belangrijkste zin van een tekst. In het begin of eind.
B
Belangrijkste zin van een alinea. Eerste, tweede of laatste zin van een alinea.
Slide 11 - Quiz
Wat is de kernzin?
A
De Maastrichtse neuropsycholoog Jelle Jolles (...)
B
Jongeren tussen de 12 en 18 jaar kunnen volgens Jolles (...)
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Sleep de tekstdoelen naar de juiste tekstvormen.
Informeren
Aansporen
Overtuigen
Amuseren
Uitleggen
Slide 14 - Drag question
Een voorbeeld van een tekstvorm bij het tekstdoel Informeren is een krantenbericht. Welke tekstvormen horen bij welke tekstdoelen?
Uitleggen
Amuseren
Overhalen
Overtuigen
Bespreking van een film
Reclametekst
Studietekst
Spannend boek
Slide 15 - Drag question
De hoofdgedachte van een tekst.....
A
is hetzelfde als het onderwerp
B
is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd
C
is altijd één woord
D
vind je vaak in het middenstuk van een tekst
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
opsomming
tegenstelling
voorbeeld/
toelichting
bijvoorbeeld
ten eerste
maar.
echter
zoals..
ook
Slide 18 - Drag question
Op welke manieren kun je een tekst afsluiten?
A
samenvatting
B
conclusie
C
advies
D
anekdote
Slide 19 - Quiz
Wat voor soort afsluiting heeft deze tekst?
A
een samenvatting en een conclusie
B
een advies of waarschuwing
C
een toekomstverwachting
D
een vraag
Slide 20 - Quiz
Wat voor soort afsluiting heeft deze tekst?
A
een samenvatting en een conclusie
B
een advies of waarschuwing
C
een toekomstverwachting
D
een vraag
Slide 21 - Quiz
Wat voor soort afsluiting heeft deze tekst?
A
een samenvatting en een conclusie
B
een advies of waarschuwing
C
een toekomstverwachting
D
een vraag
Slide 22 - Quiz
timer
2:00
Inleiding
slot
middenstuk
Meestal 1 alinea
Meestal 1 alinea
conclusie
een of meerdere vragen stellen
aanleiding vertellen
onderwerp aankondigen
functie is aandacht treken
functie: opbouw/tekststructuur vertellen
functie: hoofdgedachte uitwerken
functie: deelonderwerpen bespreken
samenhang door verbindingsmanieren
samenvatting
meerdere alinea's
functie: tekst afsluiten
oproep doen
aanbeveling maken
Slide 23 - Drag question
Hoe vond je dat deze Lesson Up ging?
goed
slecht want
moeilijk
beetje lastig nog
geen idee
