2. week 03: examen Spreken - betogen beoordelen

WAT WE DEZE LES GAAN DOEN

We starten met een opdracht, waarbij je goed moet luisteren. 

De opdracht wordt klassikaal geëvalueerd en tot slot gaan we deze voorbereiding op het examen Spreken evalueren. 



1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

WAT WE DEZE LES GAAN DOEN

We starten met een opdracht, waarbij je goed moet luisteren. 

De opdracht wordt klassikaal geëvalueerd en tot slot gaan we deze voorbereiding op het examen Spreken evalueren. 



Slide 1 - Slide

LESDOELEN
- Je kent de opbouw van een betoog.
- Je weet dat je argumenten vóór en tegenargumenten moet bedenken bij jouw standpunt.
- Je weet het verschil tussen het ontkrachten van een tegenargument en het weerleggen van een tegenargument. 
- Je weet dat je vooral moet oefenen. 



Slide 2 - Slide

OPDRACHT

Beoordeel het betoog! 

Je krijgt twee filmpjes te zien, waarbij jij de examinator bent. Op de volgende slide staan vragen die je moet beantwoorden tijdens het bekijken van het filmpje. 

Pak pen en papier, of typ mee:  







Slide 3 - Slide

1. JOUW BEOORDELING

Het filmpje duurt 6:23 minuten. Let op het volgende: 
  1. Is het standpunt duidelijk en wordt de reden ervoor verteld?
  2. Welke argumenten voor het standpunt/de stelling hoor/zie je?
  3. Welke argumenten tegen het standpunt/de stelling hoor/zie je?
  4. Is er sprake van een weerlegging, of een ontkrachting vh tegenargument? 
  5. Wat vind je van de manier van spreken?
  6. Wat vind je van de lichaamstaal?
  7. Klopt de opbouw van het betoog?
  8. Wat valt je in het algemeen op?
 







Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

EVALUATIE

  1. Is het standpunt duidelijk en wordt de reden ervoor verteld?
  2. Welke argumenten voor het standpunt/de stelling hoor/zie je?
  3. Welke argumenten tegen het standpunt/de stelling hoor/zie je?
  4. Is er sprake van een weerlegging, of een ontkrachting vh tegenargument?
  5. Wat vind je van de manier van spreken?
  6. Wat vind je van de lichaamstaal?
  7. Klopt de opbouw van het betoog?
  8. Wat valt je in het algemeen op?
 







Slide 6 - Slide

2. JOUW BEOORDELING

Het volgende filmpje duurt 6:47 minuten. Let op het volgende: 
  1. Is het standpunt duidelijk en wordt de reden ervoor verteld?
  2. Welke argumenten voor het standpunt/de stelling hoor/zie je?
  3. Welke argumenten tegen het standpunt/de stelling hoor/zie je?
  4. Is er sprake van een weerlegging, of een ontkrachting vh tegenargument?
  5. Wat vind je van de manier van spreken?
  6. Wat vind je van de lichaamstaal?
  7. Klopt de opbouw van het betoog?
  8. Wat valt je in het algemeen op?








Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

EVALUATIE

  1. Is het standpunt duidelijk en wordt de reden ervoor verteld?
  2. Welke argumenten voor het standpunt/de stelling hoor/zie je?
  3. Welke argumenten tegen het standpunt/de stelling hoor/zie je?
  4. Is er sprake van een weerlegging, of een ontkrachting vh tegenargument?
  5. Wat vind je van de manier van spreken?
  6. Wat vind je van de lichaamstaal?
  7. Klopt de opbouw van het betoog?
  8. Wat valt je in het algemeen op?








Slide 9 - Slide

BELANGRIJK
- Gebruik signaalwoorden voor jouw argumenten: ten eerste, bovendien, ook, daarnaast, ten slotte. 

- Gebruik in de conclusie signaalwoorden, zoals: dus, kortom.

- Oefen. 

Slide 10 - Slide

EVALUATIE
Heb je er vertrouwen in? 

NB: Het belangrijkste van betogen is dat je oefent. Voor de spiegel, tegen je huisgenoten, met een vriendin, etc. 


Slide 11 - Slide

THUISWERKOPDRACHT
Denk na over een standpunt dat goed te onderbouwen en te verdedigen is. Maak een opzet, incl. argumenten vóór,  tegenargumenten en hoe jij denkt ze te weerleggen of ontkrachten. Zorg ervoor dat je de opzet bij je hebt in de volgende les.


Slide 12 - Slide

VOLGENDE WEEK
... hebben we het over drogredenen, argumenten die niet kloppen (en die je dus niet moet gebruiken).

We gaan zoveel mogelijk opzetten klassikaal doornemen, om te kijken of de argumenten kloppen - en geen drogredenen zijn.


Slide 13 - Slide