4. Engelse werkwoorden + alles door elkaar

Welkom!

Engelse werkwoorden
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom!

Engelse werkwoorden

Slide 1 - Slide

Vorige les
  • Voltooid deelwoord
  • Tegenwoordig deelwoord
  • Bijvoeglijk gebruikt deelwoord

Slide 2 - Slide

Die studenten hebben wel een extraatje ... (verdienen)
A
verdient
B
verdiend

Slide 3 - Quiz

Voltooid of tegenwoordig deelwoord?
Mijn buurman zit altijd [fluitend] op de fiets.
A
voltooid deelwoord
B
tegenwoordig deelwoord

Slide 4 - Quiz

Piet komt altijd ... (lopen) op school, maar als ik hem was, had ik de bus ... (nemen).
A
gelopen, genomen
B
gelopen, geneemd
C
lopend, genomen
D
lopent, genomen

Slide 5 - Quiz

Deze les
  •    Uitleg Engelse werkwoorden

Slide 6 - Slide

Engelse werkwoorden
  • Je vervoegt ze op dezelfde manier als Nederlandse zwakke werkwoorden.

  • saven
  • ik save 
  • jij savet
  • ik savede
  • ik heb gesaved

Slide 7 - Slide

De opdracht is (promoten).

A
gepromoot
B
gepromood

Slide 8 - Quiz

Ik heb vandaag (paintballen)
A
gepaintballd
B
gepaintballt
C
gepaintbalt
D
gepaintbald

Slide 9 - Quiz

De website is (updaten).
Updaten
A
geupdate
B
geüpdatet
C
geüpdated
D
geupdaten

Slide 10 - Quiz

5

Slide 11 - Video

Aan de slag
Maken 2.3 en 2.4 
Opdrachten gemiddeld lager dan 80%, dan ook de extra opdrachten maken

Donderdag 19 december toets TV H2
Deadline opdrachten: woensdag 18 december

Slide 12 - Slide

Lesplanning
12 minuten lezen
TV 2.4 en 2.5

Slide 13 - Slide

timer
12:00

Slide 14 - Slide

00:24
Welke Engelse werkwoorden ken je nog meer?

Slide 15 - Mind map

02:49
Managete of managede?
A
managete
B
managede

Slide 16 - Quiz

03:03
Exposete of exposede?
A
Exposete
B
Exposede

Slide 17 - Quiz

03:15
Savete of savede?
A
Savete
B
Savede

Slide 18 - Quiz

05:51
Ik kan Engelse werkwoorden juist spellen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Alles door elkaar
  •    Persoonsvorm tegenwoordige tijd
  •    Persoonsvorm verleden tijd
  •    Voltooid deelwoord
  •    Tegenwoordig deelwoord
  •    Engelse werkwoorden

Slide 20 - Slide

Vandaag ... (lopen) mijn zus de halve marathon.

Slide 21 - Open question

Heb je dat tegen mij ... (zeggen)?

Slide 22 - Open question

Ik heb ... (timen) hoe lang ik over dat parcours deed.

Slide 23 - Open question

... (lachen) vertelde zij mij dat verhaal.

Slide 24 - Open question

Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 4 van Taalverzorging 2.5 (staan in de planning!)
Je werkt in duo's. Help elkaar!
Als je er samen niet uitkomt, kun je Susan vragen.
30 minuten.
Je kunt de verschillende werkwoorden juist spellen. 
Maak de oefentoets van Taalverzorging hoofdstuk 2.
timer
20:00

Slide 25 - Slide

Vandaag
  •    Uitleg Engelse werkwoorden
  •    Alles door elkaar

Slide 26 - Slide

Ik ... (skaten) graag met mijn vrienden.
A
skate
B
skat

Slide 27 - Quiz

Mijn broertje ... (gamen) de hele dag door.
A
gamet
B
gamed
C
gamt

Slide 28 - Quiz

Doelen van vandaag
  •    Ik kan Engelse werkwoorden juist spellen.
  •    Ik kan de verschillende werkwoorden juist spellen.

      Slide 29 - Slide

      Volgende les
      •    Toets Taalverzorging hoofdstuk 2!

      Huiswerk
      •    Taalverzorging 2.4 - Opdracht 1 t/m 3
      •    Taalverzorging 2.5 - Opdracht 1 t/m 4


      Nog vragen? Stel ze gerust. Ik ben bereikbaar via Teams.

      Slide 30 - Slide