Voorbereiding toets werkwoordspelling-2

Werkwoordspelling 
Les vorige week:
Uitleg: Hoe kan ik me voorbereiden op de toets?


Huiswerk:
- bekijk theorie in Teams + de NU-online licentie
- schrijf je vragen op




1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling 
Les vorige week:
Uitleg: Hoe kan ik me voorbereiden op de toets?


Huiswerk:
- bekijk theorie in Teams + de NU-online licentie
- schrijf je vragen op




Slide 1 - Slide

Werkwoordspelling 
Doelen vandaag:

1. vragen stellen: -----> zijn er vragen?
Ja, Engelse werkwoorden nogmaals uitleggen

Zijn er andere vragen...?

2. oefenen




Slide 2 - Slide

Werkwoordspelling 
Je moet de 7 werkwoordsvormen kennen en je moet gevraagde werkwoorden kunnen benoemen + spellen. Ook de Engelse werkwoorden die we in het Nederlands veel gebruiken.

Zoals we dit dus ook de laatste weken altijd geoefend hebben.





Slide 3 - Slide

De 7 werkwoordsvormen
- persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
- persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
- voltooid deelwoord (vtdw)
- infinitief (inf)
- gebiedende wijs (geb.wijs)
- onvoltooid deelwoord/tegenwoordig deelwoord
- voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt (bvnw)

Slide 4 - Slide

Werkwoordspelling 

Heel belangrijk!!!!
Je leert door te oefenen. 

Oefenstof voor thuis:
- onder Taalverzorging (2.1 t/m 2.5) van je NU-licentie 3F;
- onder Taalverzorging van NU-licentie boek 2F.




Slide 5 - Slide

Werkwoordspelling 
Vraag 1 beantwoorden:

toelichting Engelse werkwoorden
(zie ook Powerpoint in Teams)






Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Werkwoordspelling 
Oefenen Engelse werkwoorden kan thuis:

- via je NU-licentie onder Taalverzorging
  (2.4 = Engelse werkwoorden)







Slide 14 - Slide

Werkwoordspelling 
Nog vragen over de toetsstof?

Indien nee, dan oefenen... oefentoets volgt

Je schrijft op:
1 = hele werkwoord
2 = werkwoordsvorm
3 = spelling





Slide 15 - Slide

Werkwoordspelling 
Doelen vandaag:

1. vragen stellen: -----> zijn er vragen?
Ja, Engelse werkwoorden nogmaals uitleggen
Andere vragen...?

2. oefenen




Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide