2m -HER 4.1 en 4.2 + start 4.3

1 / 37

Slide 1: Slide

NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leg dit klaar op je tafel:

Je opgeladen laptop
Je boek

Een pen

En verder

Jas uit
Tas van tafel
Telefoon en oortje in je tas

timer

1:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

herhaling van §4.1 en §4.2
bespreken moeilijke opgaves HW
Uitleg van §4.3

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Sleep de materialen naar het juiste vak

Isolatoren

Geleiders

Hierdoor kan GEEN stroom lopen

Hierdoor kan WEL stroom lopen

Slide 5 - Drag question

Is deze stroomkring
open of gesloten?

Open

Gesloten

Slide 6 - Quiz

Sleep de juiste afbeelding naar de component

Batterij

Lampje

Spannings-

meter

Stroom-

meter

Slide 7 - Drag question

Juist of Onjuist
Elektrische stroom is
bewegende lading (elektronen)

Juist

Onjuist

Slide 8 - Quiz

Elektronen bewegen altijd van ...(1)... naar ...(2)....

1= boven 2= beneden

1=beneden 2=boven

1= min 2= plus

1= plus 2=min

Slide 9 - Quiz

De stroom gaat altijd van ...(1)... naar ...(2)....

1= boven 2= beneden

1=beneden 2=boven

1= min 2= plus

1= plus 2=min

Slide 10 - Quiz

Hoe groot is de
stroomsterkte? Geef ook de juiste eenheid!

Slide 11 - Open question

Welke waarde geeft de meter? Geef ook de juiste eenheid!

Slide 12 - Open question

98 mA = ??? A

0,0098 A

0,098 A

0,98 A

9,8 A

Slide 13 - Quiz

Wat gaan we vandaag doen?

herhaling van §4.1 en §4.2
bespreken moeilijke opgaves HW
Uitleg van §4.3

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Leerdoelen §4.3

Je kunt twaalf symbolen in schakelschema's tekenen.

Je kunt parallelschakelingen en serieschakelingen

tekenen.

Je kunt uitleggen hoe groot de stroomsterkte

in een schakeling is.

Slide 24 - Slide

Een gesloten stroomkring

Als de stroomkring ergens onderbroken/geblokkeerd wordt, werkt hij niet meer.

Een stroomkring die helemaal rond gaat noem je gesloten

Slide 25 - Slide

Stroomsterkte meten

De stroomsterkte is overal even groot, dus je kunt de meter overal plaatsen.

Slide 26 - Slide

Spanning

Om een stroom te laten lopen heb je spanning nodig.

Je kunt dit vergelijken met een ballon

Slide 27 - Slide

Spanningsbron

Een spanningsbron kan een spanning geven.

Zoals een batterij, accu, stopcontact.

Slide 28 - Slide

Spanning groter maken

1 batterij geeft een spanning van 1,5 V

Als je de batterijen achter elkaar plaatst met + en - tegen elkaar

geven ze samen en spanning van 3,0 V

Slide 29 - Slide

Schakelschema

Als je iemand wil uitleggen hoe

een schakeling gemaakt moeten

worden, gebruik je een schakelschema

met symbolen.

Slide 30 - Slide

Symbolen

Deze symbolen moet je leren

Slide 31 - Slide

Serieschakeling

Bij een serieschakeling zijn er geen vertakkingen.

Je kan maar op 1 manier door de schakeling lopen.

Slide 32 - Slide

Parallelschakeling

Bij een parallelschakeling

heeft ieder lampje zijn

eigen stroomkring.

Slide 33 - Slide

Stroomsterkte bij serie en parallel

Bij een serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk.

Bij een parallelschakeling is de totale stroomsterkte de stroomsterkte door ieder lampje bij elkaar opgeteld.

2 A

2 A 2 A

2 A

4 A

Slide 34 - Slide

Aan de slag

We gaan proef 2, 3 en 4 doen.

Huiswerk is opgave 1 t/m 11 van blz 160 en verder

Slide 35 - Slide