Samenvatting Burgercultuur deel 2





Samenvatting 
burgercultuur 
deel 2
1 / 30
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson





Samenvatting 
burgercultuur 
deel 2

Slide 1 - Slide

Welke schildergenres kun je opnoemen?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Schilderkunst 
In de Republiek der Nederlanden was de rijke burgerij geïnteresseerd in het kopen van schilderkunst. De schilderijen werden op allerlei niveaus gemaakt. De schilders die op een zeer hoog niveau werkten en alle genres beheersten, werden grootmeesters genoemd. Hun werk hangt nu nog in het Rijksmuseum. Ook hadden deze soms ateliers, waar zij leerlingen hadden die in hun stijl leerden te schilderen. Daardoor is dus niet elk schilderij van Rembrandt helemaal door hemzelf gemaakt. 

De kunstschilders verenigden zich ook in een gilde. Net als andere ambachten. Echter, kunstenaars moesten naast ambachtslieden ook geleerd zijn. Kennis hebben van oude en nieuwe literatuur, van cultuur, politiek etc. 

Slide 4 - Slide

Portret van Jan Six - Door Rembrandt
Groepsportret van het Schuttersgilde 

Slide 5 - Slide

Groepsportret
Het weergeven van personen/ burgers, om te
laten zien dat zij belangrijk waren (ook voor
het nageslacht)
Groepsportretten werden gemaakt om
daarmee te laten zien tot welke belangrijke
beroepsgroep iemand behoorde


Slide 6 - Slide

Stadsgezicht - van Ruysdael

Slide 7 - Slide

Landschap of stadsgezicht
Het weergeven van het karakteristieke
Hollandse / Nederlandse landschap. Daarmee
liet men tevens zien hoe belangrijk de natuur
was (= god’s schepping)

Slide 8 - Slide

Zeegezicht

Slide 9 - Slide

Zeegezichten
Vaak werden er in de zeegezichten
belangrijke historische zeegebeurtenissen
afgebeeld (handelsreizen van de V.O.C. of
belangrijke zeeslagen)

Slide 10 - Slide

Stilleven

Slide 11 - Slide

Stillevens /
bloemstillevens
Stillevens hadden naast het tonen van
rijkdom, vooral ook symbolische bedoelingen
(moraal, via de Vanitasgedachte), dit geldt
tevens voor de bloemstillevens. 

Slide 12 - Slide

Interieurs
Interieurs werden geschilderd om de rijkdom
van Nederlandse burgers te laten zien.

Kerkinterieurs werden vooral geschilderd om
de vaak fraaie kerkorgels in de lege
calvinistische kerken te tonen

Slide 13 - Slide

Kerkinterieurs
Kerkinterieurs werden vooral geschilderd om
de vaak fraaie kerkorgels in de lege
calvinistische kerken te tonen

Slide 14 - Slide

Historiestukken 

Slide 15 - Slide

Historiestukken
Daarin zie je doorgaans een belangrijke
historische gebeurtenis verbeeld.
Mythologische figuren worden daarin vaak
gebruikt voor de symbolische verwijzingen

Afbeelding: Opoffering van Abraham van zijn zoon (Rembrandt 1635) 

Slide 16 - Slide

Judith Leijster - Zelfportret, 
Schildersgilde Haarlem
Jongen met fluit - genrestuk

Slide 17 - Slide

 Genretaferelen
- in is het vooral belangrijk om een soort momentopname (allerlei figuren zijn in
actie en dit moment wordt stopgezet bijna als een soort foto) weer te geven – de compositie
lijkt daarom vaak enigszins druk en ongeordend – dit komt door de figuren die in actie zijn

- de symboliek is belangrijk: de vorm moet dan wel gericht zijn op vermaak (daarom kochten veel
mensen deze) maar de inhoud moest wel een duidelijke moraal of leereffect hebben. (vaak
werden daarbij spreekwoorden of gezegden gebruikt die weergegeven werden)

- Het Vrolijke huisgezin, van Jan Steen

Slide 18 - Slide

Muziek
 Muziek in deze periode wordt vooral in huiselijke kring gemaakt al dan niet onder begeleiding van een expert (Collegium Musicum). Daarnaast zie je de populariteit van de liedboeken, waaronder het geuzenliedboek Valerius Gedenkklank met het
Wilhelmus.
 In de steden zijn de stadsmuzikanten bepalend voor het muzikale klimaat (beiaardiers bijv.).
In de protestantse kerk was soberheid belangrijk. Muziek werd er vooral gemaakt met het kerkorgel en door zang

Slide 19 - Slide

Kerkmuziek
Kerkmuziek = geestelijke muziek 

Sweelinck - stadsorganist

 (eenstemmige muziek) psalmen tijdens de mis,

(polyfonie) orgelmuziek 


Slide 20 - Slide

Wereldlijke muziek
  • Wereldlijke muziek 
  • Thuis: Concerten; collegium musicum (muziekvereniging)
  • Thuis: Liedboeken
  • In de stad: Stadsmuzikanten (bijv. beiaardier) 
  • In de schouwburg: Opera 

Slide 21 - Slide

Toneel
  • Klassieke theorieën (bijv. Aristotelische principes in het theater) van belang. Vaste vormen: vijf bedrijven, de eerste vier afgesloten met een rei. Aristotelische opbouw.
  • Kluchten / Klassieke Tragedies 
  • Belangrijke toneelschrijvers in de zeventiende eeuw waren Hooft, Van den Vondel (klassieke tragedie) en Bredero (kluchten)

Slide 22 - Slide

Rei
Een koor van zangers en dansers, dat vroeger met zang en dans een acte of bedrijf van een toneelstuk, afsloot
"De reien fungeren als rustpunten na emotierijke scènes."

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Kunst en vliegwerk
Apparatuur en machines (theatermachinerie) die het mogelijk maken allerlei kunstgrepen uit te voeren op het toneel (zie ook deus ex machina).

Slide 25 - Slide

Rederijkers 
Rederijkers waren amateurdichters en voordrachtkunstenaars die zich vanaf de late middeleeuwen gingen organiseren in verenigingen

Slide 26 - Slide

Rederijkerskamer

Slide 27 - Slide

Architectuur
Hollands Classicisme:
Bijvoorbeeld het stadhuis op de Dam in Amsterdam; Mauritshuis Den Haag; Schouwburg van Van Campen

Slide 28 - Slide

Hollands classicisme : klassieke kenmerken (timpaan, zuilen, rondbogen, koepel, relief, symmetrie) 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide