''Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend: dat alle mensen als gelijken worden geschapen, dat zij van hun schepper zekere onvervreemdbare rechten hebben gekregen, zoals het recht op leven, vrijheid en het nastreven van geluk. Dat, om deze rechten te garanderen, regeringen onder de mensen worden ingesteld die hun rechtmatige bevoegdheden ontlenen aan de instemming der gerechtigden.''