6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

6.3 Hoe komt de overheid aan geld? (deel 2)

Inkomsten van de overheid

• Belastinginkomsten (direct en indirect (zie deel 1)
• Premies (zie 6.2)
• Niet-belastinginkomsten

• winst uit staatsbedrijven     (NS, Schiphol)
• verkoop aardgas
• boetes

Vraag 46

blz 169

• Subsidie -> financiële bijdrage om mensen en bedrijven te stimuleren
• Accijns -> extra verbruiksbelasting waardoor producten duurder worden (alcohol, brandstof en tabak)

6.3 Hoe komt de overheid aan geld? (deel 2)

De overheid wil zich ook bemoeien met wat de burgers en bedrijven doen

Vraag 42

blz 168

Vraag 43

blz 168

Vraag 44

blz 168

Rekenvraag 5

blz 184

Deze les leer je:

• Wat de rijksbegroting en de miljoenennota zijn
• Hoe je rekent met grote getallen

6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)

01:24

Waarom is het belangrijk dat partijen die een coalitie willen vormen samen minimaal 76 zetels hebben?

01:59

Heeft iedereen die zonder werk komt te zitten recht op een uitkering? Waarom wel/niet?

02:40

Waar komen de cijfers vandaan voor de rijksbegroting?

1. De ambtenaren
2. De minister van financiën
3. Alle ministeries
4. Het rijk

03:00

Wat is de miljoenennota?

1. Hetzelfde als de rijksbegroting
2. Dat leest de koning voor op prinsjesdag
3. De uitleg van de rijksbegroting
4. De cijfers van de rijksbegroting in grafieken

03:19

Waarom is prinsjesdag in september en gaat het dan over het volgende jaar?

Je hebt je telefoon niet meer nodig. 

Leg deze in je tas!

Begroting:

• Een overzicht van te verwachten inkomsten en uitgaven in een bepaalde tijd

6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)

• Rijksbegroting
  

• Een overzicht van te verwachten inkomsten en uitgaven van Het Rijk in een bepaald jaar
  

Miljoenennota:

• Toelichting op de rijksbegroting
• Uitleg over de gemaakte keuzes

6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)

Tijdlijn...

1. Ministeries leveren begroting in
2. Minister van financiën stelt rijksbegroting samen
3. Presenteren rijksbegroting en miljoenennota (3e dinsdag in September)
4. Debatten 1e en 2e kamer
5. Goedkeuring 1e en 2e kamer
6. Plannen worden toegepast

6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)

Rekenen met grote getallen:

• 84,3 miljard = 84.300.000.000
• 84,3 miljard = 84.300 miljoen

6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)

• Bereken:
  

• 84,3 miljard - 624,3 miljoen
  
• 1,2 miljard - 364 miljoen

84,3 miljard - 624,3 miljoen

84.300 miljoen - 624,3 miljoen

83.675,7 miljoen

1,2 miljard - 364 miljoen

1.200 miljoen - 364 miljoen

836 miljoen

Rekenen met grote getallen:

• delen met grote getallen = wegstrepen van nullen!!

6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)

• Bereken:
  

• 84,3 miljard / 624,3 miljoen
  
• 1,2 miljard / 364 miljoen

84.300.000.000 

 624.300.000 

843.000  = 

6.243

135,03

1.200.000.000

364.000.000

1.200   = 

364 

3,3

Aan het werk!!

Maken 

t/m opgave 58

rekenen t/m 10

Leren

 paragraaf 6.4