UNIDAD 1 Mi familia y yo - parte 1

Español A1/A2 
1 / 38
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Español A1/A2 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

LessonUp, Quizlet, libro
LessonUp:  
uitleg, grammatica en oefenen in de les (en thuis 
in je eigen tempo)
Quizlet:
woordenschat (elke dag thuis én onderweg oefenen!)
Libro:
grammatica,- lees,- luisteroefeningen  (in les & huiswerk) 

Slide 3 - Slide

LessonUp
1. Ga naar  www.lessonup.app
2. Registreer je met je Deltion email adres
3. Gebruik de uitnodiging     


Uitnodiging 1IBS

Slide 4 - Slide

Quizlet
Uitnodiging 1IBS

Slide 5 - Slide

Quizlet
Ga naar studieset:                         Set 0 - test

1. Bestudeer de 'Kaarten'
2. Vervolgens kies je 'Leren'
3. Hierna kies je 'Spellen'
4. Als laatste ga je 'Testen'
De docent laat je na afloop je inspanningen en resultaten zien.  
Succes!                        

Slide 6 - Slide

Tu libro

Slide 7 - Slide

Voor volgende week:
Zorg ervoor dat je een account hebt voor:
- Quizlet
- LessonUp

Bestel het boek!

Slide 8 - Slide

Unidad 1:
Mi familia
     y yo 

Slide 9 - Slide

¿Porqué has elegido Español?
Waarom heb je Spaans gekozen?

Slide 10 - Open question

Wat wil je aan het einde van het jaar kunnen? (in het Spaans)

Slide 11 - Open question

Hoeveel mensen ter wereld spreken Spaans als moedertaal/tweede taal?

A
220 miljoen
B
320 miljoen
C
430 miljoen
D
540 miljoen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

¿Qué 
palabras 
ya 
sabes? 

Slide 14 - Slide

¡Haz conneciones! 
BICICLETA
MAPA
TREN
SOL
PLAYA

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Video

1.01

Slide 17 - Slide

Hoe vraag je in het Spaans:
'Hoe heet jij?'
1.01
A
¿Qué tal?
B
¿Cómo estás?
C
¿Cómo te llamas?
D
¿Cómo lo llevas?

Slide 18 - Quiz

Hoe vraag je in het Spaans:
'Hoe gaat het met je?'
1.01
A
¿Qué tal?
B
¿Cómo estás?
C
¿Cómo te llamas?
D
¿Cómo eres?

Slide 19 - Quiz

Hoe zeg je in het Spaans:
'Ik ben ....?'
1.01
A
Soy...
B
Me llamo ...
C
Bien
D
Gracias

Slide 20 - Quiz

In tweetallen:

Vraag in het Spaans hoe iemand heet
Antwoord in het Spaans

Vraag in het Spaans hoe het gaat
Antwoord in het Spaans

Slide 21 - Slide

Los pronombres (Persoonlijke voornaamwoorden) 
Ik                                   Yo
Jij                                  Tú [toe]
Hij/Zij/U                      Él / ella  [ejja] / Usted [oested]
Wij                                 Nosotros/ nosotras 
Jullie                            Vosotros/ vosotras
Zij/U (mv)                   Ellos [ejjos] /ellas[ejjas]/Ustedes[oestedes

Slide 22 - Slide

Nosotros/nosotras
Vosotros/vosotras
Ellos/ellas





Wat zou het verschil kunnen zijn?

Slide 23 - Slide

Mannelijk of vrouwelijk!
Nosotras (wij) = alléén maar vrouwen 
Vosotras (jullie) = alléén maar vrouwen
Ellas (zij, meervoud) = alléén maar vrouwen

Is het een groep vrouwen met één man, dan gebruik je alsnog de mannelijke vorm van het persoonlijk voornaamwoord.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij (ev)
u (mv)
Juan
señor González

Slide 26 - Drag question

Ik =
A
B
nosotros
C
yo
D
ella

Slide 27 - Quiz

Wij =
A
Vosotros
B
Nosotros
C
yo
D
él

Slide 28 - Quiz

Jij =
A
B
vosotros
C
ella
D
ellos

Slide 29 - Quiz

Zij (meervoud)
A
Yo
B
Ellos
C
Vosotros
D
Ellas

Slide 30 - Quiz

Verbo (werkwoord) 'ser' (zijn) 
ik ben                                  yo soy               
jij bent                                tú eres
hij/zij is                              él/ella es
U bent                                Usted es
Wij zijn                               nosotros somos
Jullie zijn                          vosotros sois
Zij zijn/u bent                 ellos/ellas/Ustedes son


Slide 31 - Slide

Ser (zijn) gebruik je...
Om jezelf voor te stellen
- Soy Juan/Patricia/Pedro/etc.
Om te zeggen wat voor beroep je beoefent
- Soy profesora de español
Om te zeggen waar je vandaan komt
- Soy de Holanda
- Soy de Assen

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Link

Sleep de vormen van SER naar de juiste plek.
nosotros
yo
él, ella, ud.
vosotros
ellos, ellas, uds.
eres
somos
es
soy
son
sois

Slide 34 - Drag question

Deberes (huiswerk):


Quizlet:
Set 1: Ser 
Persoonlijke voornaamwoorden


Slide 35 - Slide

Aan de slag met het invulformulier! Maar eerst nog 1 vraag:




Slide 36 - Slide

Hoe vond je de eerste les Spaans?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Slide 38 - Slide