AIB21A4 week 1 la familia

Español A1/A2 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Español A1/A2 

Slide 1 - Slide

LessonUp, Quizlet, libro
LessonUp:  
uitleg, grammatica en oefenen in de les (en thuis 
in je eigen tempo)
Quizlet:
woordenschat (elke dag thuis én onderweg oefenen!)
Libro:
grammatica,- lees,- luisteroefeningen  (in les & huiswerk) 

Slide 2 - Slide

LessonUp
1. Ga naar  www.lessonup.app
2. Registreer je met je Astrum schoolmail 
3. Gebruik de uitnodiging :   https://LessonUp.app/invite/group/uktuz



Slide 3 - Slide

Quizlet: voorstellen
https://quizlet.com/382437516/voorstellen-flash-cards/?funnelUUID=b0617bca-979c-48a2-bff9-6b80c0afccbd




Slide 4 - Slide

Quizlet
Ga naar studieset:                   
https://quizlet.com/382437516/voorstellen-flash-cards/?funnelUUID=c6572206-8de5-4e22-9850-f577047ed0f6

1. Bestudeer de 'Kaarten'
2. Vervolgens kies je 'Leren'
3. Hierna kies je 'combineren'
4. Als laatste ga je 'Testen'

Succes!                        

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

1.01

Slide 7 - Slide

Hoe vraag je in het Spaans:
'Hoe heet jij?'
1.01
A
¿Qué tal?
B
¿Cómo estás?
C
¿Cómo te llamas?
D
¿Cómo lo llevas?

Slide 8 - Quiz

Hoe vraag je in het Spaans:
'Hoe gaat het met je?'
1.01
A
¿Qué tal?
B
¿Cómo estás?
C
¿Cómo te llamas?
D
¿Cómo eres?

Slide 9 - Quiz

Hoe zeg je in het Spaans:
'Ik ben ....?'
1.01
A
Soy...
B
Me llamo ...
C
Bien
D
Gracias

Slide 10 - Quiz

In tweetallen:

Vraag in het Spaans hoe iemand heet
Antwoord in het Spaans

Vraag in het Spaans hoe het gaat
Antwoord in het Spaans

Slide 11 - Slide

Los pronombres (Persoonlijke voornaamwoorden) 
Ik                                   Yo
Jij                                  Tú [toe]
Hij/Zij/U                      Él / ella  [ejja] / Usted [oested]
Wij                                 Nosotros/ nosotras 
Jullie                            Vosotros/ vosotras
Zij/U (mv)                   Ellos [ejjos] /ellas[ejjas]/Ustedes[oestedes

Slide 12 - Slide

Nosotros/nosotras
Vosotros/vosotras
Ellos/ellas





Wat zou het verschil kunnen zijn?

Slide 13 - Slide

Mannelijk of vrouwelijk!
Nosotras (wij) = alléén maar vrouwen 
Vosotras (jullie) = alléén maar vrouwen
Ellas (zij, meervoud) = alléén maar vrouwen

Is het een groep vrouwen met één man, dan gebruik je alsnog de mannelijke vorm van het persoonlijk voornaamwoord.

Slide 14 - Slide

YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij (ev)
u (mv)
Juan
señor González

Slide 15 - Drag question

Ik =
A
B
nosotros
C
yo
D
ella

Slide 16 - Quiz

Wij =
A
Vosotros
B
Nosotros
C
yo
D
él

Slide 17 - Quiz

Jij =
A
B
vosotros
C
ella
D
ellos

Slide 18 - Quiz

Zij (meervoud)
A
Yo
B
Ellos
C
Vosotros
D
Ellas

Slide 19 - Quiz

Verbo (werkwoord) 'ser' (zijn) 
ik ben                                  yo soy               
jij bent                                tú eres
hij/zij is                              él/ella es
U bent                                Usted es
Wij zijn                               nosotros somos
Jullie zijn                          vosotros sois
Zij zijn/u bent                 ellos/ellas/Ustedes son


Slide 20 - Slide

Ser (zijn) gebruik je...
Om jezelf voor te stellen
- Soy Juan/Patricia/Pedro/etc.
Om te zeggen wat voor beroep je beoefent
- Soy profesora de español
Om te zeggen waar je vandaan komt
- Soy de Holanda
- Soy de Assen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Sleep de vormen van SER naar de juiste plek.
nosotros
yo
él, ella, ud.
vosotros
ellos, ellas, uds.
eres
somos
es
soy
son
sois

Slide 23 - Drag question

Deberes (huiswerk):


Quizlet:
Voorstellen 
Lessonup: 1.  Herhalen Persoonlijke voornaamwoorden, sheet 12
2. herhalen werkwoord "ser", sheet 21




Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide