Basis kennis recht (personen- en familierecht)

Noem rechten en plichten van ouders
1 / 15
next
Slide 1: Mind map
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Noem rechten en plichten van ouders

Slide 1 - Mind map

Wanneer ben je geen juridisch moeder?
A
Je het kind baart
B
het kind adopteert
C
de rechter het ouderschap vaststelt
D
je aangifte van het kind doet

Slide 2 - Quiz

Duo moeder wordt je alleen als het kind is verwekt met genetisch materiaal van een officiële donorbank
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Wanneer ben je juridisch vader?
Noemen minimaal 2 opties.

Slide 4 - Open question

Ouderlijk gezag houdt in dat je ouders het gezag over je hebben tot je 21 jaar bent.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Sara is geboren uit twee gehuwde ouders. Haar oudste zus draagt de achternaam van de moeder.
Welke achternaam krijgt Sara?
A
Vader
B
Moeder

Slide 6 - Quiz

Handelingsbekwaam ben je als je ... oud bent
A
16
B
18
C
21
D
25

Slide 7 - Quiz

Opklimmende handelingsbekwaamheid

Slide 8 - Mind map

Welke eis stelt de wet niet aan personen die gaan trouwen?
A
Je moet minimaal 18 jaar zijn
B
Je mag niet getrouwd zijn
C
Je moet uit vrije wil trouwen
D
Je moet samenwonen

Slide 9 - Quiz

Zoek titel 6 van Boek 1 BW op. Welke verplichtingen tussen echtgenoten zie je terug?
Noteer er minimaal 1.

Slide 10 - Open question

Beperkte gemeenschap van goederen houdt in dat het vermogen dat tijdens het huwelijk ontstaat automatisch van beide echtgenoten wordt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Met huwelijkse voorwaarden bepaal je zelf of het huwelijk gevolgen heeft voor het vermogen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Zoek art. 1:80c BW. Hoe eindigt het geregistreerd partnerschap? Noem minimaal 1.

Slide 13 - Open question

We hebben het wettelijk erfrecht en het testamentair erfrecht. Uit hoeveel groepen bestaat het testamentair erfrecht?
A
0
B
2
C
4
D
6

Slide 14 - Quiz

Als je een erfenis aanvaard, dan aanvaard je alleen de bezittingen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz