2hv 9 maart herhaling imparfait bron G en H

Bonjour!
On commence dans quelques minutes.
Leg je boeken alvast klaar en lees in Learbeat door wat we gaan doen in deze les.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Bonjour!
On commence dans quelques minutes.
Leg je boeken alvast klaar en lees in Learbeat door wat we gaan doen in deze les.

Slide 1 - Slide

Wat is de imparfait?
A
De voltooide tijd
B
De verleden tijd
C
De tegenwoordige tijd

Slide 2 - Quiz

Elle a parlé toute la journée.
Hoe zie je dat dit de passé composé is?
A
Er wordt een hulpwerkwoord gebruikt
B
Er staat een é achter de stam parl
C
l

Slide 3 - Quiz

préparait
proposait
a montré
était
a rencontré
avait
se sont mariés
passé composé
passé composé
passé composé
imparfait
imparfait
imparfait
imparfait

Slide 4 - Drag question

tijden:
présent/tegenwoordige tijd: je parle - ik praat

passé composé/voltooide tijd : j'ai parlé - ik heb gepraat

imparfait/verleden tijd: ik praatte - je parlais

Slide 5 - Slide

Hoe maak je de imparfait? Stap 1 en 2.

Slide 6 - Open question

Imparfait:
il + rester
A
resterait
B
restait
C
restais
D
est resté

Slide 7 - Quiz

Imparfait
Je
Tu
il,elle,on
Nous

Vous
Ils, elles
voulais
voulais
voulait
voulions
vouliez
voulaient

Slide 8 - Drag question

Uitleg Bron G: het werkwoord choisir-regelmatig ww op -ir 
pagina 45 tekstboek
We kennen al de werkwoorden die eindigen op -er.
Parler, danser, travailler
je danse
tu danses
il elle on danse
nous dansons
vous dansez
ils elles dansent

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

vervoeging werkwoorden op -ir
maak de stam: hele werkwoord - ir eraf
choisir - chois      finir -fin
plak de juiste vervoeging achter de stam
je - is  -> je choisis OF je finis
tu -is-> tu choisis OF tu finis
il elle -it -> il elle choisit il OF il elle finit
nous- issons-> nous choisissons OF nous finissons
vous-issez-> vous choisissez OF vous finissez
ils elles -issent-ils elles choisissent OF ils finissent

Slide 11 - Slide

voltooid deelwoord -ir werkwoorden:
  • Je werkwoord eindigt op -ir: haal -r weg, 

  • Bijvoorbeeld: choisir  --> choisi 
  • j'ai choisi = ik heb gekozen                                           

Slide 12 - Slide

hoe zeg je: hij heeft gekozen?
A
il a choisi
B
il a choisir
C
il choisissait
D
il choisit

Slide 13 - Quiz

Zelfstandig werken
 
Deze les mag je ervoor kiezen tijdens het zelfstandig werken aan je taaltaak te werken. Je maakt dan oefening 26 als huiswerk (bron G).

Heb je de taaltaak al af? Maak dan oefening 26 en slim stampen overhoren bron G. Het maakwerk van bron H (oefening 27) is niet verplicht. Het leerwerk, de woordjes van Bron H is wel verplicht.

zie volgende dia/  De meet blijft open om vragen te stellen in de chat, je hoeft je niet af te melden.

Slide 14 - Slide

les devoirs
12 maart: je taaltaak inleveren vóór 1700. Niets ingeleverd? Dan krijg je het cijfer 1. 

huiswerk 16 maart: 
leren: het werkwoord choisir bron G
leren: voca bron H 
maken oefeningen 26 (verplicht) en 27 (naar keuze)

evt doornemen voca H

Slide 15 - Slide