Het werkwoordelijk gezegde


Zinsontleden stap voor stap

  1. persoonsvorm
  2. streepjes tussen de zinsdelen
  3. onderwerp
  4. gezegde

Grammatica - zinsdelen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Zinsontleden stap voor stap

  1. persoonsvorm
  2. streepjes tussen de zinsdelen
  3. onderwerp
  4. gezegde

Grammatica - zinsdelen

Slide 1 - Slide


Zinsontleden stap voor stap








Grammatica - zinsdelen
Joey en Emre klagen al weken over de lockdown.

1. PV =
2. Strepen zetten
3. OW = 

Slide 2 - Slide


Zinsontleden stap voor stap








Grammatica - zinsdelen
Joey en Emre  | klagen | al weken | over de lockdown.

1. PV = klagen
2. Strepen zetten
3. OW = Joey en Emre
4. WG = ??

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Leerdoel van deze les
Ik kan benoemen: 

  • hoe ik het werkwoordelijk gezegde vind;

Slide 5 - Slide


Werkwoordelijk gezegde

  • zegt wat het onderwerp doet
  • bestaat uit alle werkwoorden in de zin

  • bevat alle onderdelen van een scheidbaar werkwoord
  • aan het & te horen ook bij het WG (als ze voor het werkwoord staan)

Grammatica - zindelen

Slide 6 - Slide


Werkwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
Joey en Emre  | klagen | al weken | over de lockdown.

1. PV = klagen
2. Strepen zetten
3. OW = Joey en Emre
4. WG = klagen

Slide 7 - Slide


Werkwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
Mijn vader en moeder willen nog deze zomer verhuizen.

1. PV = 
2. Strepen zetten
3. OW = 
4. WG = 

timer
2:00

Slide 8 - Slide


Werkwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
Mijn vader en moeder | willen | nog deze zomer | verhuizen.

1. PV = willen
2. Strepen zetten
3. OW = Mijn vader en moeder 
4. WG = willen verhuizen

Slide 9 - Slide


Werkwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
Terrence was de hele zomer aan het voetballen.

1. PV = 
2. Strepen zetten
3. OW = 
4. WG = 

timer
2:00

Slide 10 - Slide


Werkwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
Terrence | was | de hele zomer | aan het voetballen.

1. PV = was
2. Strepen zetten
3. OW = Terrence
4. WG = was aan het voetballen

Slide 11 - Slide


Opdracht








Grammatica - zinsdelen

- Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zinnen?
- Wat is het onderwerp in deze zinnen?  
- Schrijf het op papier 

1. Sal maakte een salto op de bank.
2. Nisrine en Emma waren ondanks de avondklok uitgegaan.
3. Denise verveelde zich de hele vakantie.
4. Waar voetbalde Sonny afgelopen seizoen?
5. Feline heeft een schitterende presentatie gegeven.
6. Ieder weekend zijn Bengt en Abby aan het volleyballen.
timer
3:00

Slide 12 - Slide


Opdracht








Grammatica - zinsdelen

- Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zinnen?


1. Sal maakte een salto op de bank.
2. Nisrine en Emma waren ondanks de avondklok uitgegaan.
3. Denise verveelde zich de hele vakantie.
4. Waar voetbalde Sonny afgelopen seizoen?
5. Feline heeft een schitterende presentatie gegeven.
6. Ieder weekend zijn Bengt en Abby aan het volleyballen.

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
Werk verder aan de opdrachten van de weektaak van deze week (opdracht 8 t/m 14 van par. 2.7).

Slide 14 - Slide

Hoe goed begrijp je het werkwoordelijk gezegde?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Wat zijn de werkwoordelijke gezegdes in deze zin:
De baby viel eindelijk in slaap toen ze de hele middag had gehuild.

Slide 16 - Open question

Wat zijn de onderwerpen in deze zin:
De baby viel eindelijk in slaap toen ze de hele middag had gehuild.

Slide 17 - Open question

Zelfstandig werken
Ga naar de studieplanner in Learnbeat en ga aan de slag 

Slide 18 - Slide

Kijk naar de onderstreepte zin:
- Noem het onderwerp.
- Noem het werkwoordelijk gezegde. 

Slide 19 - Slide

Grammatica - zinsdelen
QUIZ 

Slide 20 - Slide

Zoek het werkwoordelijk gezegde

Hans en Marije gaan voor de tweede keer dit jaar op vakantie.
A
gaan
B
gaan op vakantie
C
op vakantie

Slide 21 - Quiz

Zoek het werkwoordelijk gezegde

Hebben de varkens alles opgegeten?
A
hebben
B
hebben opgegeten
C
de varkens

Slide 22 - Quiz

Zoek het werkwoordelijk gezegde

Mira en Sil zijn een muurtje aan het metselen.
A
zijn
B
zijn metselen
C
zijn aan het metselen

Slide 23 - Quiz

Zoek het werkwoordelijk gezegde

Morgen ga ik echt mijn huiswerk maken.
A
ga
B
ga maken
C
ga huiswerk maken

Slide 24 - Quiz

Zoek het werkwoordelijk gezegde

Morgen bel ik mijn moeder op.
A
bel
B
bel op
C
ik

Slide 25 - Quiz

Zoek het werkwoordelijk gezegde

Welke idioot heeft dat plan verzonnen?
A
Welke idioot
B
heeft
C
heeft verzonnen

Slide 26 - Quiz