What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Gramm: werkwoordelijk gezegde HS
Nederlands
Het werkwoordelijk gezegde
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Het werkwoordelijk gezegde
Slide 1 - Slide
leerdoelen
Je weet wat een werkwoordelijk gezegde is.
Je kunt het werkwoordelijk gezegde uit zowel 'gewone' als samengestelde zinnen halen.
Slide 2 - Slide
Zinsontleden stap voor stap.
persoonsvorm
streepjes tussen de zinsdelen
onderwerp
gezegde
Grammatica - zinsdelen
Slide 3 - Slide
Zinsontleden stap voor stap
Grammatica - zinsdelen
Joey en Emre klagen al weken over de lockdown.
1. PV =
2. Strepen zetten
3. OW =
Slide 4 - Slide
Zinsontleden stap voor stap.
Grammatica - zinsdelen
Joey en Emre
|
klagen
|
al weken
|
over de lockdown.
1. PV =
klagen
2. Strepen zetten
3. OW =
Joey en Emre
4. WG = ??
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Werkwoordelijk gezegde
zegt wat het onderwerp
doet
bestaat uit
alle werkwoorden
in de zin
bevat alle onderdelen van een
scheidbaar werkwoord
aan het
&
te
horen ook bij het WG (als ze voor het werkwoord staan)
Grammatica - zindelen
Slide 7 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Joey en Emre
|
klagen
|
al weken
|
over de lockdown.
1. PV =
klagen
2. Strepen zetten
3. OW =
Joey en Emre
4. WG =
klagen
Slide 8 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Mijn vader en moeder willen nog deze zomer verhuizen.
1. PV =
2. Strepen zetten
3. OW =
4. WG =
Slide 9 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Mijn vader en moeder
|
willen
|
nog deze zomer
|
verhuizen.
1. PV =
willen
2. Strepen zetten
3. OW =
Mijn vader en moeder
4. WG =
willen verhuizen
Slide 10 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Terrence was de hele zomer aan het voetballen.
1. PV =
2. Strepen zetten
3. OW =
4. WG =
Slide 11 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Terrence
|
was
|
de hele zomer
|
aan het voetballen.
1. PV =
was
2. Strepen zetten
3. OW =
Terrence
4. WG =
was
aan het
voetballen
Slide 12 - Slide
Opdracht
Grammatica - zinsdelen
- Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zinnen?
- Wat is het onderwerp in deze zinnen?
- Schrijf het op papier
1. Sal maakte een salto op de bank.
2. Nisrine en Emma waren ondanks de avondklok uitgegaan.
3. Denise verveelde zich de hele vakantie.
4. Waar voetbalde Sonny afgelopen seizoen?
5. Feline heeft een schitterende presentatie gegeven.
6. Ieder weekend zijn Bengt en Abby aan het volleyballen.
Slide 13 - Slide
Opdracht
Grammatica - zinsdelen
- Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zinnen?
1.
Sal
maakte
een salto op de bank.
2.
Nisrine en Emma
waren
ondanks de avondklok
uitgegaan
.
3.
Denise
verveelde zich
de hele vakantie.
4. Waar
voetbalde
Sonny
afgelopen seizoen?
5.
Feline
heeft
een schitterende presentatie
gegeven
.
6. Ieder weekend
zijn
Bengt en Abby
aan het volleyballen
.
Slide 14 - Slide
Wg
en
Ow
in samengestelde zinnen
Omdat
ik
van James Bond
houd
,
wil
ik
graag zijn nieuwe film
zien
in de bioscoop.
Er zijn 2 onderwerpen en 2 werkwoordelijke gezegdes
Slide 15 - Slide
vraag
Wat zijn de werkwoordelijke gezegdes in deze zin:
De baby viel eindelijk in slaap nadat ze de hele middag had gehuild.
Slide 16 - Slide
Antwoord
Viel, had gehuid
Slide 17 - Slide
Vraag
Wat zijn de onderwerpen in deze zin:
De baby viel eindelijk in slaap nadat ze de hele middag had gehuild.
Slide 18 - Slide
Antwoord
De baby, ze
Slide 19 - Slide
Zoek het werkwoordelijk gezegde
Hans en Marije gaan voor de tweede keer dit jaar op vakantie.
A
gaan
B
gaan op vakantie
C
op vakantie
Slide 20 - Quiz
Zoek het werkwoordelijk gezegde
Hebben de varkens alles opgegeten?
A
hebben
B
hebben opgegeten
C
de varkens
Slide 21 - Quiz
Zoek het werkwoordelijk gezegde
Mira en Sil zijn een muurtje aan het metselen.
A
zijn
B
zijn metselen
C
zijn aan het metselen
Slide 22 - Quiz
Zoek het werkwoordelijk gezegde
Morgen ga ik echt mijn huiswerk maken.
A
ga
B
ga maken
C
ga huiswerk maken
Slide 23 - Quiz
Zoek het werkwoordelijk gezegde
Morgen bel ik mijn moeder op.
A
bel
B
bel op
C
ik
Slide 24 - Quiz
Zoek het werkwoordelijk gezegde
Welke idioot heeft dat plan verzonnen?
A
Welke idioot
B
heeft
C
heeft verzonnen
Slide 25 - Quiz
Resumerend
De lesdoelen waren:
Je weet wat een werkwoordelijk gezegde is.
Je kunt het werkwoordelijk gezegde uit zowel 'gewone' als samengestelde zinnen halen.
Doelen bereikt?
Slide 26 - Slide
EINDE
Slide 27 - Slide
More lessons like this
Werkwoordelijk gezegde
February 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
week 39
September 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Het werkwoordelijk gezegde
March 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Het werkwoordelijk gezegde
April 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Het werkwoordelijk gezegde
December 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
T1; Het werkwoordelijk gezegde
December 2022
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen H.3 : werkwoordelijk gezegde
October 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
T1; Het werkwoordelijk gezegde
November 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1