Lees de tekst (zoom in) en beantwoord de vragen op de volgende dia. (tabblad Lezen)
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Lees de tekst (zoom in) en beantwoord de vragen op de volgende dia. (tabblad Lezen)
Slide 1 - Slide
Vragen duo
Wat is de bron?
Wat is het onderwerp?
Wat is kernzin alinea 2?
Benoem het tussenkopje van alinea 4?
Welk signaalwoord in alinea 4 geeft een tegenstelling aan?
Waarnaar verwijst het woordje -het in regel 32?
Slide 2 - Slide
Aantekening 4.3
De schrijver heeft altijd een bedoeling/doel met een tekst
= tekstdoel
Informeren
amuseren
=vermaken
artikel
krantenbericht
handleiding
=instructietekst
leesboek
strip
Slide 3 - Slide
Tekstdoel?
Slide 4 - Open question
Wat voor soort tekst is dit?
A
nieuwsbericht
B
stripverhaal
C
reclametekst
D
recept
Slide 5 - Quiz
Voor wie is deze tekst geschreven?
A
jongeren
B
volwassenen
Slide 6 - Quiz
Wat is het doel van deze tekst?
A
mening geven
B
informeren
C
instrueren
D
amuseren
Slide 7 - Quiz
DOEL:
Informeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt
Slide 8 - Slide
DOEL:
Instrueren
De schrijver wil uitleggen hoe je iets moet doen
Slide 9 - Slide
DOEL:
Amuseren
De schrijver wil je vermaken
Slide 10 - Slide
Opdrachten
Schrijf de gele dia's in je schrift over (Lezen)
Maken: 1 t/m 5
Slide 11 - Slide
Mindmap
Titel en afbeelding
Slide 12 - Slide
Opdracht mindmap maken
Literaire mindmap
Je maakt een literaire mindmap over het boek. De mindmap moet een kort overzicht geven van het boek. In de mindmap richt je je op de hoofdzaken uit het verhaal. Je geeft zo veel mogelijk informatie weer in beeld en steekwoorden.
Slide 13 - Slide
Mindmap chocolade
Slide 14 - Slide
Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek B- studiewijzer (ELO)
Leg op tafel:
Log in:
Talent Digitaal
Hoofdstuk 4.3 Lezen
vandaag 6 t/m 9 en 10 t/m 13
Aantekeningen schrift
Laptop
Slide 15 - Slide
Verwijswoorden
Verwijzen naar woord(en) uit een zin
maakt tekst minder saai
stel je zelf vragen: Wie-wat-waar -welk
het-die-daar-we-ze
Signaalwoorden
geeft een signaaltje af
geven een verband aan tussen woorden/zinnen/alinea's
ook-maar-daarna
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Signaalwoorden
Lees de theorie op blz. 33
Je kent nu 3 tekstverbanden:
Opsomming-tegenstelling-tijdsvolgorde
Maak dit schema in je schrift en vul aan:
opsomming
tegenstelling
tijdsvolgorde
??
??
??
Slide 19 - Slide
Opdrachten
Maak de opdrachten van 4.3 6 t/m 9
Daarna 10 t/m 13
Daarna Numo.nl (lezen)
Verwijswoorden nog lastig: bekijk filmpje dia 22
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Verwijswoord
Signaal woord tegenstelling
Signaalwoord opsomming
Signaalwoord tijdvolgorde
Nederland heeft een eigen nationaal teamdat meedoet aan de WK. Bovendien wil het team meedoen aan de Olympische Spelen.
Goalball is een sport voor slechtziende. Deze sport wordt in een zaal gespeeld.
Ik heb voor de toets nauwelijks geleerd, maar heb toch een hoog cijfer.
Terwijl mijn moeder de afwas doet, kijk ik naar de tv.
Slide 22 - Drag question
leestrainer.nl
Slide 23 - Link
Wat wil een schrijver met het tekstdoel 'amuseren'?
A
De lezer veel kennis bijbrengen
B
De lezer informeren
C
De lezer vermaken, bijvoorbeeld door fictie
D
De lezer overhalen
Slide 24 - Quiz
Welke signaalwoorden zijn dit? eerst, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl, zodra, ten slotte
A
van tegenstelling
B
van opsomming
C
het zijn verwijswoorden
D
van tijdsvolgorde
Slide 25 - Quiz
Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek B- studiewijzer (ELO)
Leg op tafel:
Log in:
Talent Digitaal
Vandaag 16 t/m 20
Aantekeningen schrift
Laptop
Slide 26 - Slide
Gamen is onder jongeren populair. Dat geldt voor de laatste tien jaar. Waarnaar verwijst 'Dat'?
A
Gamen
B
onder jongeren
C
Gamen is onder jongeren populair.
D
de laatste tien jaar
Slide 27 - Quiz
In het begin maakte ik vooral nummers van grote dj's na. Daar leer je veel van. Waarnaar verwijst DAAR
Slide 28 - Open question
Zelfstandig werken
Maak opdracht 16 t/m 20
Vervolgens bekijk je dia 34 en maak je dia 35 -36.
Klaar: Je mag de filmpjes bekijken op dia 38-39
en/of werk in NUMO: LEZEN
Slide 29 - Slide
GELEERD?
- HET DOEL VAN EEN TEKST HERKENNEN
- BEPALEN VOOR WELK PUBLIEK EEN TEKST IS GESCHREVEN
-VERWIJSWOORDEN HERKENNEN
Slide 30 - Slide
Wat wist je al?
Slide 31 - Open question
Wat snap je nog niet zo goed?
Slide 32 - Open question
Bekijken en verder komen
Bekijk de filmpjes op eigen initiatief om verder te komen met begrijpend lezen