What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
M1 NE paragraaf 4.3 lezen
M1 NE paragraaf 4.3
Lezen
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
M1 NE paragraaf 4.3
Lezen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
- De tekstdoelen informeren en amuseren herkennen.
- Instructies herkennen.
- Verwijswoorden herkennen.
- Signaalwoorden herkennen die een tijdsvolgorde aangeven.
Slide 2 - Slide
Weektaak
- Basis 4.3 opdracht 1 t/m 30.
- Verdieping 4.3 steropdrachten.
- Test jezelf lezen.
Slide 3 - Slide
Planning
Les 1: uitleg tekstdoelen en verwijswoorden + opdracht 1 t/m 15
Les 2: zelfstandig werken
Les 3: uitleg signaalwoorden: tijdsvolgorde + opdracht 17 t/m 25, 27 en 29
Les 4: zelfstandig werken en test jezelf 4.3 lezen
Slide 4 - Slide
Wat weet je nog?
Slide 5 - Slide
De titel, tussenkopjes, de eerste en laatste alinea lezen zijn voorbeelden van...
A
Nauwkeurig lezen
B
Verkennend lezen
Slide 6 - Quiz
"Het flatgebouw is 165 meter hoog."
Dit is een...
A
Mening
B
Feit
Slide 7 - Quiz
Maar, echter en integendeel zijn voorbeelden van:
A
Een tegenstelling
B
Een opsomming
Slide 8 - Quiz
Welke manieren van lezen zijn er?
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Slide
Wat wil de schrijver bereiken met een informerende tekst?
A
De lezer van iets overtuigen
B
De lezer vermaken
C
De lezer informatie geven
D
De lezer uitleg geven
Slide 11 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?
A
Tekst uit een schoolboek
B
Leesboek
C
Stripverhaal
D
Recept
Slide 12 - Quiz
Wat wil de schrijver bereiken met een amuserende tekst?
A
De lezer van iets overtuigen
B
De lezer vermaken
C
De lezer informatie geven
D
De lezer uitleg geven
Slide 13 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een amuserende tekst?
A
Tekst uit een schoolboek
B
Brief
C
Gebruiksaanwijzing
D
Stripverhaal
Slide 14 - Quiz
Is een instructie een informatieve- of een amuserende tekst?
A
Informatieve
B
Amuserende
Slide 15 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een instructie?
A
Brief
B
Handleiding
C
Boek
D
Nieuwsbericht
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Waarom gebruikt een schrijver verwijswoorden in zijn tekst?
Slide 18 - Mind map
Welke woorden zijn voorbeelden van verwijswoorden?
A
Maar/ daarentegen
B
Hij/zij
C
Als eerste/ vervolgens
D
Eerst/ ten slotte
Slide 19 - Quiz
Hoe vond je de les gaan?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 20 - Poll
Planning
Les 1: uitleg tekstdoelen en verwijswoorden + opdracht 1 t/m 15
Les 2: zelfstandig werken
Les 3: uitleg signaalwoorden: tijdsvolgorde + opdracht 17 t/m 25, 27 en 29
Les 4: zelfstandig werken en test jezelf 4.3 lezen
Slide 21 - Slide
M1 NE paragraaf 4.3
Lezen
Slide 22 - Slide
Leerdoelen
- De tekstdoelen informeren en amuseren herkennen.
- Instructies herkennen.
- Verwijswoorden herkennen.
- Signaalwoorden herkennen die een tijdsvolgorde aangeven.
Slide 23 - Slide
Weektaak
- Basis 4.3 opdracht 1 t/m 30.
- Verdieping 4.3 steropdrachten.
- Test jezelf lezen.
Slide 24 - Slide
Planning
Les 1: uitleg tekstdoelen en verwijswoorden + opdracht 1 t/m 15
Les 2: zelfstandig werken
Les 3: uitleg signaalwoorden tijdsvolgorde + opdracht 17 t/m 25, 27 en 29
Les 4: zelfstandig werken en test jezelf 4.3 lezen
Slide 25 - Slide
Wat weet je nog?
Slide 26 - Slide
Welke doelen kan een tekst hebben?
Slide 27 - Mind map
Wat is een voorbeeld van een instructie?
A
Recept
B
Nieuwsbericht
C
Stripverhaal
D
Leesboek
Slide 28 - Quiz
Verwijswoorden...
A
geven een verband aan in de tekst.
B
geven een eigenschap aan.
C
geven aan dat iets van iemand is.
D
verwijzen naar iets in de tekst.
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Slide
Noem voorbeelden van signaalwoorden.
Slide 31 - Mind map
Welk signaalwoorden geven een tijdsvolgorde aan?
A
Bovendien en vervolgens
B
Toch en echter
C
Daarna en zodra
Slide 32 - Quiz
"Voordat Pien de deur uitgaat, geeft ze haar konijn te eten. Daarna fietst ze naar school."
Voordat en daarna zijn voorbeelden van:
A
Een opsomming
B
Een tegenstelling
C
Een tijdsvolgorde
Slide 33 - Quiz
Signaalwoorden..
A
verwijzen naar iets in de tekst.
B
geven aan dat iets van iemand is.
C
geven een eigenschap aan.
D
geven een verband aan in de tekst.
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Slide
Wanneer gebruik je de moeilijkewoordenwijzer?
Slide 36 - Mind map
Wat doe je als je zoekend leest?
A
Je leest niet de hele tekst, maar gaat op zoek naar het antwoord op de vraag
B
Je leest de hele tekst
Slide 37 - Quiz
Hoe vond je de les gaan?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 38 - Poll
More lessons like this
TL 1 NE paragraaf 4.3 lezen
February 2021
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
M1 NE paragraaf 4.3 lezen
February 2022
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
M1 NE paragraaf 4.3 lezen
February 2021
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
4.3 lezen 1 KGT
May 2024
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
M1 NE paragraaf 4.3 lezen
June 2021
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
M1 NE paragraaf 4.3 lezen
May 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
4.3 Lezen les 2 1KGT
February 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
h4.3 LEZEN
March 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1