Interpunctie

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

 Het gebruik van leestekens in teksten

Je gebruikt leestekens juist 

Schiet op oma!

Schiet op, oma!

Een punt gebruik je...

De Punt

Gebruik je

om zin af te sluiten.

bij sommige afkortingen:

 Wil je daar a.u.b. mee ophouden?

Maar geen punt bij:

dvd, cd, btw, mbo

Een komma gebruik je...

in opsommingen:

 Een goede thuishulp is verzorgende, verpleegkundige, psychiater en hulp in de huishouding tegelijk.

tussen twee persoonsvormen:

 Als ik dat wist, zou ik het wel zeggen.

bij een aanspreking:

 Hé daar, ik heb het tegen jou!

voor voegwoorden (terwijl, omdat) :

 Ik heb veel geleerd, omdat er altijd wel wat te doen was tijdens mijn stage.

Het vraagteken gebruik je...

Na een vraag

Het uitroepteken gebruik je...

gebruik je

na een bevel:

 Hou daar onmiddellijk mee op!

na een uitroep:

 Wat erg!

Pas op met het uitroepteken in verslagen en werkstukken. Het kan al snel een beetje kinderachtig overkomen:

Ik heb van mijn begeleider veel geleerd!

Soms was mijn stage best moeilijk!

Dubbele punt gebruik je...

bij een opsomming:

 Dit zijn mijn kwaliteiten: gastvrij, behulpzaam en stressbestendig.

als iemand iets gaat zeggen (citaat):

 Toen zei mijn begeleider: ‘Jammer, volgende keer beter!’

voor een uitleg:

 Zo bedien je de oven: …

Aanhalingstekens gebruik je ...

bij een citaat (je laat iemand letterlijk iets zeggen):

     Mijn begeleider zei: ‘Volgende keer beter!’

Let op de plek van het uitroepteken, voor de aanhalingstekens sluiten. 

Maken, alle opdrachten uit 3.2