NK, Kapitel 4, les 2, week 6

Willkommen, heute ist Donnerstag
der 1. Februar 2023
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Willkommen, heute ist Donnerstag
der 1. Februar 2023

Slide 1 - Slide

Lernziel(e)
1. Kun je regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen. 
2. Kun je het voltooid deelwoord vormen en weet je welke 2 uitzonderingen er zijn.
3. Kun je de vragen van een Kurzgeschichte beantwoorden.

Slide 2 - Slide

Programma:
Deel 1:
* Huiswerk nakijken
* Uitleg grammatica deel 2
* Ga je zelfstandig aan het werk

Deel 2:
* Leesvaardigheid 
* zelfstandig aan het werk

Slide 3 - Slide

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 4 - Slide

HUISWERK nakijken
1. Maak in je boek van Kapitel 4, E Grammatik
    Aufgabe 18, 19, 20, 21, 22
2. Maak van F Sprechen, Aufgabe 29, 33, 37 online
3. Ben je klaar? Schrijf dan de woorden van Kapitel 4
    Nederlands - Duits in je schrift!

Slide 5 - Slide



Hoe vorm ik de stam van een werkwoord?

Slide 6 - Slide

Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord doe je door eerst de stam op te schrijven. 

Wat is de stam van een werkwoord?
  • De stam is het hele werkwoord - en of - n

Slide 7 - Slide

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
                                                            werkwoord: wohnen                     stam: wohn
ich                    wohn e
du                     wohn st
er/sie es         wohn t
wir                    wohn en
ihr                     wohn t
sie                    wohn en
Sie                    wohn en


Slide 8 - Slide

Ezelsbruggetje
Achter de stam van het werkwoord komt de uitgang.
Dit zijn de volgende letters:  

                   (FE)    E - ST - T - EN - T - EN


 

Slide 9 - Slide

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: kaufen (kopen), stam: kauf
ich kauf e
du kauf st
er/sie es kauf t
wir kauf en
ihr kauf t
sie kauf en
Sie kauf en


Slide 10 - Slide

Wat is een voltooid deelwoord?

Slide 11 - Slide

Hoe vorm je deze in het Duits?

GE + STAM + T

Slide 12 - Slide

Uitzonderingen
1. Werkwoorden op -ieren            =  STAM+T
    
Voorbeeld
fotografieren -> fotografiert

Slide 13 - Slide

Uitzonderingen
2. Werkwoorden met beof ver-  = STAM+T

Voorbeeld:
versorgen -> versorgt
besuchen ->  besucht

Slide 14 - Slide

An die Arbeit 
1. Maak in je boek van Kapitel 4, E Grammatik
    Aufgabe 24, 25, 26 (groepjes)

2. Ben je klaar? Schrijf dan de woorden van Kapitel 4
    Duits- Nederlands in je schrift!


Slide 15 - Slide

Hoe maken we 26?
1. Schrijf in je schrift wat het voltooid deelwoord is. 
2. Spreek de zinnen uit en corrigeer elkaar.

Slide 16 - Slide

Deel 2

Slide 17 - Slide

1. Maak in je boek van Kapitel 4, E Grammatik
     Aufgabe 24, 25, 26 (groepjes)
2. Maak de leesopdracht 
3. Ben je klaar? Schrijf dan de woorden van Kapitel 4
    Duits- Nederlands in je schrift!



 
Nu gaan we zelfstandig werken!

Slide 18 - Slide

Hausaufgaben
1. Maak in je boek van Kapitel 4, E Grammatik
     Aufgabe 24, 25, 26 (groepjes)
2. Maak de leesopdracht
3. Ben je klaar? Schrijf dan de woorden van Kapitel 4
    Duits- Nederlands in je schrift!

Slide 19 - Slide

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
1. Kun je regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.
2. Kun je het voltooid deelwoord vormen en weet je welke 2 uitzonderingen er zijn.
3. Kun je de vragen van een Kurzgeschichte beantwoorden.

Slide 20 - Slide

Hausaufgaben für nächste Woche, Kapitel 3

1.  Leren: werkwoorden haben / sein
                    zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
                    leren Wörterliste A, S. 41

2. Maken van Kap. 3:  
     3.3 t/m 3.6, 4.3,  5.2, 6.4, 8.2 , 19.4

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide