2A-Herhalen-Voeding-B1t/m4-26012021-hk

Voeding & Vertering
Herhaling B 1 t/m 4

daarna: vragen over stof tot nu toe en huiswerk
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voeding & Vertering
Herhaling B 1 t/m 4

daarna: vragen over stof tot nu toe en huiswerk

Slide 1 - Slide

In de vorige lessen:
- Voedingsdagboekje + Schijf van Vijf

- voedingsmiddelen, voedingsstoffen & hun functies

- het verteringsstelsel met 'kauwen, soppen en kneden'

- alle belangrijke organen voor de vertering

Slide 2 - Slide

Deze les:
- alles door elkaar herhalen

- de samenhang zien tussen voeding en vertering

Slide 3 - Slide

Hoe ?
Foto's van aantal veelgebruikte voedingsmiddelen 

met quiz- en open vragen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welk voedingsmiddel zag je?

Slide 6 - Open question

Welke voedingsstoffen bevat dit voedingsmiddel vooral?
A
vitaminen
B
vetten
C
koolhydraten
D
eiwitten

Slide 7 - Quiz

Waar in het verteringsstelsel worden deze voedingsstoffen vooral afgebroken?
A
in de maag
B
in de lever en de alvleesklier
C
in de mondholte en de dunne darm
D
in de slokdarm en de dikke darm

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de voornaamste verteringsproducten van deze voedingsstof?
A
vetzuren
B
suikers
C
aminozuren
D
CO2 en water

Slide 9 - Quiz

Waar worden deze verteringsproducten vooral in het lichaam opgenomen?
A
in de slokdarm
B
in de dunne darm
C
in je mond
D
in de dikke darm

Slide 10 - Quiz

Er bestaan bruine en witte boterhammen. Welke bevatten de meeste voedingsvezels?
A
witte boterhammen
B
bruine boterhammen
C
allebei evenveel
D
boterhammen bevatten geen vezels

Slide 11 - Quiz

Welke rol spelen voedingsvezels bij de vertering?

Slide 12 - Open question

Voedingsvezels bestaan voor een groot deel uit de stof cellulose. Waar in het lichaam wordt deze stof verteerd?
A
in de maag, door maagsap
B
in de twaalfvingerige darm, door alvleessap
C
Cellulose is onverteerbaar.
D
In de dikke darm, door darmbacterien

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Welk voedingsmiddel zag je?

Slide 15 - Open question

Welke voedingsstoffen bevat dit voedingsmiddel vooral?
A
vitaminen
B
vetten
C
koolhydraten
D
eiwitten

Slide 16 - Quiz

Waar in het verteringsstelsel worden deze voedingsstoffen vooral afgebroken?
A
in de mond en slokdarm
B
in de maag en 12-vingerige darm
C
in de dunne darm en blindedarm
D
in de dikke darm en endeldarm

Slide 17 - Quiz

Wat zijn de voornaamste verteringsproducten van deze voedingsstof?
A
suikers
B
vetzuren
C
aminozuren
D
water

Slide 18 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van deze voedingsstof in je lichaam?
A
bouwstof
B
brandstof
C
reservestof
D
beschermende stof

Slide 19 - Quiz

Leg uit waarom deze voedingsstof behoort tot de essentiele voedingsstoffen

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Welk voedingsmiddel zag je?

Slide 22 - Open question

Welke voedingsstoffen bevat dit voedingsmiddel vooral
A
vetten
B
koolhydraten
C
vitamines
D
water

Slide 23 - Quiz

Waar wordt deze voedingsstof vooral in je lichaam opgenomen?
A
in de dunne darm
B
in de maag
C
in de lever
D
in de dikke darm

Slide 24 - Quiz

Welke functie heeft deze voedingsstof in je lichaam vooral?
A
bouwstof en transportmiddel
B
reservestof en beschermende stof
C
bouwstof en brandstof
D
brandstof en reservestof

Slide 25 - Quiz

'Red Bull geeft je Beugels'
Door welke toegevoegde voedingsstoffen komt dat vooral?
A
mineralen
B
vitaminen
C
vetten
D
koolhydraten

Slide 26 - Quiz

Welke vorm van vertering wordt dus moeilijker als je te veel energy hebt gedronken?
A
de chemische vertering
B
de mechanische vertering
C
de voorvertering
D
de peristaltische vertering

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Welk voedingsmiddel zag je?

Slide 29 - Open question

Dit voedingsmiddel bevat meerdere belangrijke voedingsstoffen. Welke vrijwel NIET?
A
vitaminen
B
vetten
C
water
D
koolhydraten

Slide 30 - Quiz

Vanwege welke essentiele voedingsstoffen is dit voedingsmiddel opgenomen in de 'Schijf van Vijf'?
A
mineralen
B
water
C
aminozuren
D
vitaminen

Slide 31 - Quiz

Welke functies hebben die laatste voedingsstoffen in je lichaam?
A
brandstof en bouwstof
B
brandstof en beschermende stof
C
brandstof en reservestof
D
bouwstof en beschermende stof

Slide 32 - Quiz

Welke 4 voedingsstoffen bevat dit voedingsmiddel in elk geval?

Slide 33 - Open question

Huiswerk:
In de volgende les gaat de TOA ;-)  op school met indicatoren voedingsstoffen in voedingsmiddelen aantonen.

Mail de naam van een voedingsmiddel dat jij graag ge-analyseerd zou willen zien naar: kam@schravenlant.nl

Lees het Practicum 4 op blz. 166 alvast eens door.

Slide 34 - Slide