Zelfzorg les 2

Zelfzorg Les 2
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Zelfzorg Les 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Fijn dat jullie er zijn!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen
AWR
Definitie Begeleiden
Begeleiden en verzorgen
De cliënt centraal
Zelfredzaamheid 
Toetsen van de eigen keuze


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen van de module

Je ondersteunt de cliënt bij het werken aan zelfzorg of persoonlijke verzorging

Je ondersteunt de cliënt bij het in stand houden of ontwikkelen van vaardigheden met betrekking tot zelfzorg of persoonlijke zorg

Je ondersteunt de cliënt bij het in stand houden of ontwikkelen van vaardigheden en bij het gebruik van (technologisch) hulpmiddelen

Je geeft voorlichting en advies aan de cliënt over werken aan zelfzorg of persoonlijke verzorging

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Doelen van vandaag
  • Je omschrijft (de mate van) het begeleiden en ondersteunen van cliënten.
  • Je hanteert als uitgangspunt bij de begeleiding en ondersteuning de eigen regie en zelfredzaamheid.
  • Je houdt rekening bij de begeleiding en ondersteuning met de mogelijkheden van naastbetrokkenen en de belastbaarheid van de cliënt.
  •  Je beschrijft hoe je de begeleiding opbouwt en afbouwt.
  • Je omschrijft de valkuilen bij begeleiden en ondersteunen.
  • Je handelt vanuit betrokkenheid, empathie, gelijkwaardigheid, respect en flexibiliteit.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat verstaan jullie onder begeleiding van clienten?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Definitie Begeleiden
De definitie van begeleiden is ontleend aan de Wet langdurige zorg (WLZ). 

De definitie wordt gebruikt in publicaties van de overheid en ook door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) dat de indicatie (lees: financiële vergoeding) verstrekt voor de noodzakelijke begeleiding. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De WLZ verstaat onder begeleiden:
 
Activiteiten waarmee je een cliënt ondersteunt bij het uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen en bij het aanbrengen en behouden van structuur en regie over het persoonlijk leven.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Begeleiden is voor een medewerker in de maatschappelijke zorg een beroepscompetentie.
 

Het is het geheel aan kennis, vaardigheden en houding dat nodig is om professioneel te begeleiden. 
In de definitie zie je ook het begrip 'ondersteunen'. 
Ondersteunen is in dit verband het feitelijk uitvoeren van begeleidende taken en activiteiten gericht op de dagelijkse levensverrichtingen, de structuur en eigen regie van de cliënt.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Is er een verschil tussen begeleiden en verzorgen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Begeleiden en verzorgen
Veel cliënten in de maatschappelijke zorg hebben naast een CIZ-indicatie voor begeleiding ook een indicatie voor verzorging. 

Net als bij begeleiden is ook bij deze definitie verzorgen de overkoepelende beroepscompetentie en ondersteunen het feitelijk uitvoeren van verzorgende taken en activiteiten. 
Denk aan ondersteuning bij lichamelijke verzorging, hygiëne, voeding, medicatiegebruik, beweging enzovoort.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Gelijktijdig begeleiden en verzorgen
Begeleiden en verzorgen zijn verschillende beroepscompetenties met verschillende ondersteunende taken. 

Tegenwoordig zijn beide beroepen steeds meer geïntegreerd. 

Het zijn dus verschillende vormen van ondersteuning, maar dat wil niet zeggen dat je ze ook altijd apart moet uitvoeren. 

Integendeel, je kunt heel goed een cliënt verzorgen terwijl je gelijktijdig bezig bent met begeleiding.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Begeleiden en verzorgen
Een cliënt heeft bijvoorbeeld dagelijks ondersteuning nodig bij opstaan, douchen en aankleden (verzorging). 
Dezelfde cliënt heeft echter ook als begeleidingsdoel de zelfstandigheid op het gebied van persoonlijke verzorging te vergroten. 
Je kunt dan enerzijds ondersteunen bij wat de cliënt echt niet zelf kan door bijvoorbeeld een motorische beperking. Anderzijds kun je hem instrueren en coachen om datgene te leren wat de cliënt wel zelf zou moeten kunnen.


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Of iets heel anders:
De cliënt heeft dezelfde ondersteuning zoals hiervoor nodig bij de persoonlijke verzorging en heeft als begeleidingsdoel om zelf zijn administratie te leren doen.

Terwijl je iemand ondersteunt bij de verzorging, kun je dan ook aandacht besteden aan het begeleidingsdoel.
 Je kunt vragen of het lukt met de administratie en tegen welke problemen hij aanloopt.
Je kunt dan adviezen en tips geven.
Eventueel kun je hem dan na de verzorging verder helpen met de administratie.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De cliënt centraal
Het startpunt van je begeleiding ben je zelf met je professionele kennis, inzicht en houding. Maar het centrale uitgangspunt voor de feitelijke ondersteuning is de cliënt met zijn eigen wensen, behoeften, mogelijkheden, beperkingen en kansen. 
De cliënt staat bij alles centraal. 
Je ondersteunt de cliënt vanuit:
• betrokkenheid
• inlevingsvermogen
• gelijkwaardigheid
• respect
• flexibiliteit.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Werk onderstaande begrippen in tweetallen uit:
  • betrokkenheid
  • inlevingsvermogen
  • gelijkwaardigheid
  • respect
  • flexibiliteit
  • eigen regie
  • zelfredzaamheid

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Betrokkenheid
Betrokken zijn bij de cliënt wil zeggen dat je belangstelling toont en een sfeer van vertrouwen en nabijheid creëert. 

Dat doe je niet alleen als het minder goed gaat, maar ook als het wel goed gaat met de cliënt.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Inlevingsvermogen
Jij beleeft de wereld om je heen anders dan een cliënt. 
In de eerste plaats omdat de beleving van mensen met of zonder beperkingen sowieso verschillend is. 
Een beperking heeft wel extra invloed op de belevingswereld. 
Niet jouw beleving is uitgangspunt voor je ondersteuning, maar de beleving van de cliënt. 
Dit betekent dat je je steeds inleeft in de situatie van de cliënt en van daaruit vertrekt met je ondersteuning.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Gelijkwaardigheid
Menselijk gezien is de cliënt gelijkwaardig aan jou.
 
Je bent allebei burger van de Nederlandse samenleving voor wie dezelfde wetten, normen, waarden en omgangsvormen gelden. 

Je bent geen beter mens dan de cliënt, ook al heeft die beperkingen. 

Benader de cliënt altijd vanuit deze gelijkwaardigheid.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Respect
Respect wil zeggen dat je de cliënt accepteert zoals die is met zijn eigen mogelijkheden, beperkingen en eigenaardigheden. 

Je respecteert bij je ondersteuning de keuzes die de cliënt maakt.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Flexibiliteit
Je stemt je ondersteuning af op de wensen en behoeften van de individuele cliënt. 

De wensen en behoeften kunnen wisselen bij de cliënt en tussen cliënten. 

Vaak is de uitgangssituatie ook per dag verschillend. 

Het inspelen op veranderende wensen en behoeften vraagt van jou een flexibele opstelling.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Eigen regie
Eigen regie, ook zelfregie genoemd, betekent eigen keuzes maken hoe je je leven wilt inrichten. 

Volgens de grondwet heeft iedereen van 18 jaar en ouder zelfbeschikkingsrecht en de grondwet geldt ook voor alle mensen met een beperking. 

Behalve als iemand na een zorgvuldige procedure wilsonbekwaam wordt verklaard.

 In zo’n geval is het de wettelijke vertegenwoordiger die namens de cliënt de keuzes maakt.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Zelfredzaamheid 
Zelfredzaamheid wil zeggen dat iemand in staat is zelfstandig een eigen leven te leiden. 
De term 'zelfredzaamheid' kom je vaak tegen in relatie tot fysieke mogelijkheden om een eigen leven te leiden. 

Daarmee is de term niet uniek voor mensen met een beperking. 

Immers, iedereen wil zelfredzaam zijn. 

Daarom zie je tegenwoordig vaker de term 'zelfmanagement' in relatie tot mensen met een beperking. 

Zelfmanagement gaat veel verder dan zelfredzaamheid.
 Iemand met een beperking moet daardoor zijn leven sowieso anders inrichten dan iemand zonder beperkingen. 

Zelfmanagement wil zeggen dat een cliënt met een beperking zelf bepaalt welke zorg en ondersteuning hij belangrijk vindt.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Lekker kliederen
Peter is een cliënt met een matige verstandelijke beperking. Sanne is begeleider op de woongroep van Peter. Peter schildert ontzettend graag, maar het team heeft bedacht dat hij dat niet meer mag doen. Als hij schildert, schildert hij niet alleen op het papier, maar werkelijk alles om hem heen zit dan onder de verf. Ook zelf zit hij van top tot teen onder de verf. Peter snapt wel dat hij zo niet meer mag schilderen, maar hij wordt er wel erg verdrietig van.






Peter is een cliënt met een matige verstandelijke beperking. Sanne is begeleider op de woongroep van Peter. Peter schildert ontzettend graag, maar het team heeft bedacht dat hij dat niet meer mag doen. Als hij schildert, schildert hij niet alleen op het papier, maar werkelijk alles om hem heen zit dan onder de verf. Ook zelf zit hij van top tot teen onder de verf. Peter snapt wel dat hij zo niet meer mag schilderen, maar hij wordt er wel erg verdrietig van.
Hoe los je dit op?

Slide 25 - Open question

Sanne is het niet eens met het team en ze wil eerst samen met Peter bekijken wat ze kan doen om de rommel te beperken. In de eerste plaats stelt ze voor om alleen met waterverf te schilderen. Dat is veel makkelijker schoon te maken dan plakkaatverf of acryl. Verder is het mogelijk om met plastic een groter oppervlak rond de schilderende Peter af te dekken. Opruimen kost zo nog wel tijd, maar veel minder dan eerst.

Sanne neemt haar plan door met Peter en spreekt met hem af dat hij op deze manier twee keer per week kan schilderen in de middag als er meer personeel is. Peter wordt er helemaal blij van.

Lopen of met de taxi
Een cliënt wil liever lopend naar de dagbesteding in plaats van met de taxi. Het is maar een kwartiertje lopen. Jij vindt dat geen goed idee. Hij zal niet verdwalen, maar bij wandelingen met de groep vraagt hij wel altijd extra aandacht. Hij kent de verkeersregels niet en kan zomaar ineens de weg oversteken als hij aan de overkant iets ziet waar hij naartoe wil.
De keuze is in dit geval simpel: lopen of taxi.
Wat doe jij?

Slide 26 - Open question

Je legt hem de nadelen van lopen uit. Het risico op een ongeluk is groot. Schade voor de cliënt zelf, maar ook voor anderen die erbij betrokken raken. Ook vervelend is het om kletsnat te worden als het slecht weer is.
Als de cliënt de nadelen goed kan verwoorden, vraag je hem om opnieuw te kiezen. Misschien snapt hij het en wil hij het risico op een ongeluk toch maar niet lopen. Of hij neemt bewust wel het risico van een ongeluk. In dat geval overleg je met je leidinggevende.

Je kunt ook nog proberen met doorvragen te achterhalen waarom hij zo graag wil lopen. Misschien heeft hij een motief waarover hij niet wil praten. Bijvoorbeeld een kans om onderweg snoep te kopen. Iets wat met de taxi niet kan.

Toetsen van de eigen keuze

Soms is het lastig om te bepalen of een cliënt de eigen keuze, de alternatieven en de gevolgen kan overzien. 

Als je twijfelt, ga je erover in gesprek met de cliënt. 

Als de cliënt in zijn keuze volhardt, maar het volgens jou gevaar oplevert voor hemzelf of de omgeving, overleg je met je leidinggevende.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hoe heb je deze les ervaren
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions