Trabi M3 Kapitel 1 en 2

Trabi M3 Kapitel 1 en 2
1 / 35
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Trabi M3 Kapitel 1 en 2

Slide 1 - Slide

Voltooid deelwoord zwakke werkwoorden
Je hebt de stof over de tegenwoordige tijd nog een keer herhaald. Zojuist heb je een aantekening gehad over het voltooid deelwoord. 
Kijk eens of je de volgende vragen gaan lukken...

Slide 2 - Slide

Voltooid deelwoord zwakke werkwoorden
wohnen = ge  wohnt  t     (ge - stam - t)   
reparieren = reparier t   (geen -ge-)
werkwoord dat begint met ge-,ver-,er-,be (geen-ge-) bestellt
werkwoord dat eindigt op een -d of-t (een extra e) gewartet




Slide 3 - Slide

Voltooid deelwoord van

antworten
A
antwort
B
geantwort
C
geantwortet
D
geantworted

Slide 4 - Quiz

Voltooid deelwoord van:

haben
A
hab
B
gehabt
C
gehabd
D
gehab

Slide 5 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van 'hören'?
A
gehören
B
hört
C
gehört
D
hören

Slide 6 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van 'besuchen'
A
besucht
B
gebesucht
C
besuchen
D
gebesuchen

Slide 7 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van 'machen'?
A
gemachen
B
gemacht
C
gemachet
D
gemachd

Slide 8 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van 'kaufen'?
A
gekaufen
B
gekauft
C
gekauftet
D
gekaufd

Slide 9 - Quiz

Het voltooid deelwoord van wohnen i
A
gewohnd
B
gewohnt
C
gewohnent
D
gewohndt

Slide 10 - Quiz

Voltooid deelwoord van gratulieren
A
gegratuliert
B
vergratuliert
C
gratuliert
D
gegratulieren

Slide 11 - Quiz

Voltooid deelwoord = spielen
A
gespield
B
gespielen
C
gespielt

Slide 12 - Quiz

Het voltooid deelwoord van machen
A
gemacht
B
macht

Slide 13 - Quiz

Voltooid deelwoord van reparieren
A
gerepariert
B
repariert
C
gereparierd

Slide 14 - Quiz

Voltooid deelwoord van gratulieren
A
gratuliert
B
gegratuliert

Slide 15 - Quiz

Voltooid deelwoord van verändern
A
geverändert
B
verändert
C
verandert

Slide 16 - Quiz

Voltooid deelwoord van reden
A
geredt
B
gereded
C
geredet

Slide 17 - Quiz

Voltooid deelwoord van bestellen
A
bestelt
B
bestellt
C
gebestellt

Slide 18 - Quiz

Wat is vaak hetzelfde bij het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden?

Slide 19 - Open question

Het voltooid deelwoord van het sterke werkwoord schwimmen is:
A
geschwimmt
B
geschwommen
C
geschwimmen
D
geschwommt

Slide 20 - Quiz

Het voltooid deelwoord van het sterke werkwoord beschreiben is:
A
beschreibt
B
beschriebt
C
beschrieben
D
beschreiben

Slide 21 - Quiz

Het voltooid deelwoord van het sterke werkwoord essen is
A
geessen
B
gegest
C
gegessen

Slide 22 - Quiz

ich bin ...
A
gefahrt
B
gefähren
C
gefahren

Slide 23 - Quiz

(trinken)
Mein Vater ____ ein Bier______________
A
hat getrinken
B
hat getrunken
C
hat getrinkt

Slide 24 - Quiz

(bleiben)
_____ ihr noch lange ___________?
A
Seid gebleibt
B
Seid gebleben
C
Seid geblieben

Slide 25 - Quiz

(gehen)
Meine Eltern ______ spät nach Hause ___________________


A
sind gegehen
B
sind gegeht
C
sind gegangen

Slide 26 - Quiz

(singen)
Du _______ ein schönes Lied __________.
A
hast gesungen
B
hast gesingen
C
hast gesangen

Slide 27 - Quiz

Wir haben hier 3 Stunden __________ (stehen)

Slide 28 - Open question

blijven - bleiben
er ist........

Slide 29 - Open question

geven - geben
er hat .....

Slide 30 - Open question

gaan - gehen
ich bin .....

Slide 31 - Open question

eten - essen
ihr habt....

Slide 32 - Open question

komen - kommen
Sie sind ......

Slide 33 - Open question

zwemmen - schwimmen
Ich bin...

Slide 34 - Open question

drinken - trinken
Er hat ........

Slide 35 - Open question