Ontdekking van het Periodiek Systeem

Ontdekking van het Periodiek Systeem
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ontdekking van het Periodiek Systeem

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

neutron
proton
elektron

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het symbool voor Natrium
A
Na
B
N
C
Nt
D
Nm

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Welk element heeft 20 elektronen?
A
Mn
B
Ca
C
Ne
D
Na

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welk atoomnummer heeft fosfor?
A
9
B
15
C
87
D
84

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Elektronenconfiguratie
-Bolvormige banen worden elektronenschillen genoemd.
-De verdeling van elektronen over de schillen wordt elektronenconfiguratie genoemd.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is de elektronenconfiguratie van calcium?
A
2-8-6-2
B
2-8-7-1
C
2-8-9-1
D
2-8-8-2

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de elektronenconfiguratie van zuurstof?
A
2-5
B
2-6
C
2-8-6

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het Periodiek Systeem?
Het Periodiek Systeem is een tabel die alle bekende chemische elementen bevat, gerangschikt op basis van hun atoomnummer en chemische eigenschappen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Groepen en Perioden
Het Periodiek Systeem is opgedeeld in rijen genaamd perioden en kolommen genaamd groepen. 
Perioden geven het aantal gevulde schillen aan, terwijl groepen elementen met eenzelfde aantal elektronen op de laatste schil (valentie-elektronen).

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Atoomnummer
Het atoomnummer van een element staat voor het aantal protonen in de kern van een atoom. Het bepaalt de identiteit van een element.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Massagetal
Het massagetal van een element is de som van het aantal protonen en neutronen in de kern van een atoom.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Groepsnamen
  • Groep I
  • Alkalimetalen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Groepsnamen
  • Groep II
  • Aardalkalimetalen 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Groepsnamen
  • Groep III
  • Aardmetalen 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Groepsnamen
  • Groep IV
  • Koolstofgroep
  • Groep V
  • Stikstofgroep
  • Groep VI
  • Zuurstofgroep

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Groepsnamen
  • Groep VII
  • Halogenen

  • Groep VIII
  • Edelgassen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Chloor en broom hebben gelijksoortige eigenschappen
A
nee
B
ja
C
weet ik niet
D
17

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Kalium is een alkalimetaal
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het atoomnummer van Natrium?
A
10
B
12
C
11
D
14

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 22 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 23 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 24 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Noteer de symbolische schrijfwijze van Mangaan
M
Mn
Mg
55
25
12
1,2
24

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Symbolische voorstelling van atoom

Slide 26 - Slide

Uitleggen van de symbolische voorstelling.

Sleep de symbolische schrijfwijze van zink
Si
Zn
Sn
65
30
119
50
1,6
14
1,8
28

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Een chroomatoom bevat
A
24 elektronen en 28 protonen
B
24 neutronen en 24 protonen
C
52 neutronen en 24 elektronen
D
24 elektronen en 24 protonen

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Een fosforatoom bezit

A
meer protonen dan neutronen
B
meer protonen dan elektronen
C
meer neutronen dan protonen
D
meer elektronen dan protonen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions