Oefentoets: voeding en vertering

SO voeding en vertering
thema 2
paragraaf 1-2-3
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

SO voeding en vertering
thema 2
paragraaf 1-2-3

Slide 1 - Slide

Vet is een voedingsstof.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Mineralen dienen als bouwstoffen en als beschermende stoffen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

De maag zit tussen de dunne darm en de twaalfvingerige darm
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Hoektanden zijn puntiger dan snijtanden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

De endeldarm wordt afgesloten door de anus.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Een puber heeft veel kalkzouten nodig in de voeding
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

In de blindedarm worden onverteerde voedselresten tijdelijk opgeslagen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

In de lever wordt gal gemaakt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Mineralen zijn reservestoffen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Een biefstuk is een dierlijk voedingsmiddel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

De maagportier zit tussen de slokdarm en de maag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

In de afbeelding is het verteringsstelsel van de mens schematisch getekend. Enkele organen zijn met nummers aangegeven.

Met welk nummer is de alvleesklier aangegeven?
A
Met nummer 2.
B
Met nummer 6.
C
Met nummer 8.
D
Met nummer 12.

Slide 13 - Quiz

Tot welk vak behoren eieren?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Rose

Slide 14 - Quiz

Waar in het verteringsstelsel worden enzymen voor de vertering gemaakt
A
In de lever
B
In de maag
C
In de slokdarm
D
In de twaalfvingerige darm

Slide 15 - Quiz

Sommige stoffen hebben als functie het versnellen van scheikundige processen in het lichaam.
Hoe worden deze stoffen genoemd?
A
Enzymen
B
Verteringsproducten
C
Verteringssappen
D
Voedingsstoffen

Slide 16 - Quiz

Welke twee groepen voedingsstoffen worden in je lichaam opgeslagen als je er te veel van binnenkrijgt met je voedsel?
A
Eiwitten en koolhydraten
B
Eiwitten en vetten
C
Koolhydraten en mineralen
D
Koolhydraten en vetten

Slide 17 - Quiz

Iemand heeft diarree.
Welk orgaan werkt dan niet goed

A
Dikke darm
B
Endeldarm
C
Slokdarm
D
Twaalfvingerige darm.

Slide 18 - Quiz

Drie delen van het verteringsstelsel zijn: anus, maagportier en wormvormig aanhangsel.
Bij welk(e) van deze delen zit een kringspier die het darmkanaal daar kan afsluiten?
A
Alleen bij de anus
B
Alleen bij de anus en de maagportier
C
Alleen bij de maagportier en het wormvormig aanhangsel
D
Bij de anus, het maagportier en het wormvormig aanhangsel

Slide 19 - Quiz

Overgewicht komt in Nederland veel voor.
Van welke voedingsstof wordt door mensen met overgewicht vooral te veel in het lichaam opgeslagen?
A
Van eiwitten
B
Van mineralen
C
Van vetten
D
Van vitamines

Slide 20 - Quiz

Zijn op plaats 1 de kringspieren in de wand van het darmkanaal ontspannen of samengetrokken? En hoe zit het op die plaats met de lengtespieren?
A
De kringspieren en de lengtespieren zijn allebei ontspannen
B
De kringspieren zijn ontspannen en de lengtespieren zijn samengetrokken.
C
De kringspieren zijn samengetrokken en de lengtespieren zijn ontspannen
D
De kringspieren en de lengtespieren zijn allebei samengetrokken

Slide 21 - Quiz

In de afbeelding is het verteringsstelsel van de
mens schematisch getekend. Enkele organen zijn met nummers aangegeven.

Met welk nummer is de blindedarm aangegeven?
A
Nummer 2
B
Nummer 6
C
Nummer 10
D
Nummer 12

Slide 22 - Quiz

Afbeelding 8 geeft schematisch een deel van het verteringsstelsel van de mens weer. Een aantal delen van het verteringsstelsel zijn aangeduid met nummers.

In welke van de aangegeven delen worden verteringssappen van de mens toegevoegd
aan het voedsel?


A
in 1, in 2 en in 3
B
in 1, in 2 en in 4
C
in 1, in 3 en in 4
D
in 2, in 3 en in 4

Slide 23 - Quiz

Van welke stof begint de vertering al in de mond
A
Eiwit
B
Glucose
C
Vet
D
Zetmeel

Slide 24 - Quiz

Er zijn mensen die geen zoutzuur in hun maag kunnen maken. Wat is daarvan het nadeel?

Slide 25 - Open question