elektriciteit

Electrische Schakelingen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolMBOvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Electrische Schakelingen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Rv betekend
A
Radioactiv
B
Relatieve vierkant
C
Vervangingsweerstand
D
Vervangende stroom

Slide 3 - Quiz

Voor Rv in een serieschakeling gebruik je de formule:
A
Rv = R1 - R2 - ...
B
Rv = R1 + R2 + ...
C
1/Rv = 1/R1 + 1/R2 + ....
D
Rv = R1 x R2 x ....

Slide 4 - Quiz

Twee weerstanden staan in serie geschakeld.
R1 = 100 Ohm, R2 = 250 Ohm. Bereken Rv.
A
Rv = 250-100 = 150 Ohm
B
Rv = 100 x 250 = 25.000 Ohm
C
Rv = 100 + 250 = 350 Ohm
D
Rv = 250 : 100 = 2,5 Ohm

Slide 5 - Quiz

Regelbare weerstand
Wanneer is de weerstand het grootst:
A
De weerstand is altijd even groot.
B
Als de weerstand een lange afstand aflegt door het laagje koolstof.
C
Als de stroom een korte afstand af legt door het laagje koolstof.

Slide 6 - Quiz

Ideale Schakeling

Slide 7 - Slide

Voor Rv in een parallelschakeling gebruik je de formule:
A
Rv = R1 - R2 - ...
B
Rv = R1 + R2 + ...
C
1/Rv = 1/R1 + 1/R2 + ....
D
Rv = R1 x R2 x ....

Slide 8 - Quiz

Twee weerstanden staan parallel geschakeld.
R1 = 100 Ohm, R2 = 250 Ohm. Bereken Rv.
A
1/Rv = 1/100 + 1/250 Rv = 74.1 Ohm
B
Rv = 100 x 250 = 25.000 Ohm
C
1/Rv = 1/100 + 1/250 Rv = 212 Ohm
D
Rv = 250 : 100 = 2,5 Ohm

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Wat is een voorbeeld van een SENSOR:
A
Dimmer voor spotjes
B
NTC, temperatuur gevoelige weerstand.
C
Voltmeter
D
Relais

Slide 11 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van een SCHAKELAAR
A
Ledlamp
B
Transistor
C
Relais
D
Druk schakelaar

Slide 12 - Quiz

Relais

Slide 13 - Slide

Een relais werkt als volgt:
A
Het verhoogt of verlaagt de spanning van 10.000V naar 230V
B
Is een elek. magnetische schakelaar. Door spanning door een spoel kan je een andere stroom inschakelen.
C
Een elektrisch schakelcontact in een glazen buisje dat bediend wordt door een magnetisch veld.

Slide 14 - Quiz

Transistor

Slide 15 - Slide

Een TRANSISTOR heeft 3 belangrijke punten: B,C,E
A
B is BASIS, C is COLLECTOR, E is ENERGIE
B
B is BASIS, C is CAPACITEIT, E is ENERGIE
C
B is B-STROOM, C is COLLECTIEF, E is EMITTER
D
B is BASIS, C is COLLECTOR, E is EMITTER

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

2

Slide 18 - Video

00:53
Een transistor heeft drie verbindingen en dat zijn
A
Collector, Base, Editor
B
Collector, Base, Emitter
C
Collector, Base, Exit,
D
Collector, Band, Emittor

Slide 19 - Quiz

01:09
Welke connector zorgt voor het openen van de schakeling
A
Base
B
Collector
C
Emittor
D
Geen

Slide 20 - Quiz