persoonlijke verzorging: het grote feitenspel over eten

1. Eten doe je alleen om het lichaam in stand te houden.
A
feit
B
fabel
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1. Eten doe je alleen om het lichaam in stand te houden.
A
feit
B
fabel

Slide 1 - Quiz

2. In de mond wordt het eten alleen kleiner gemaakt, niet verteerd
A
feit
B
fabel

Slide 2 - Quiz

3. De lever heeft een zuiverende functie in het lichaam
A
feit
B
fabel

Slide 3 - Quiz

4. Voedingsstoffen zijn bestandsdelen van voedingsmiddelen die het lichaam nodig heeft, zoals koolhydraten
A
feit
B
fabel

Slide 4 - Quiz

5. De schijf van vijf schrijft voor wat ieder mens per dag moet eten
A
feit
B
fabel

Slide 5 - Quiz

6. De samenstelling van moedermelk past zich aan de behoefte van de baby aan.
A
feit
B
fabel

Slide 6 - Quiz

7. Poedermelk is onbeperkt houdbaar
A
feit
B
fabel

Slide 7 - Quiz

8. Een baby een fles geven moet je met rust en aandacht doen.
A
feit
B
fabel

Slide 8 - Quiz

9. Baby’s die moedermelk krijgen, hebben meestal geen last van darmkrampjes
A
feit
B
fabel

Slide 9 - Quiz

10. Baby’s kunnen vanaf 9 maanden vast voedsel verdragen
A
feit
B
fabel

Slide 10 - Quiz

11. Tussendoortjes als snoep en koek zijn nodig voor een peuter om zijn energie op peil te houden
A
feit
B
fabel

Slide 11 - Quiz

12. Iemand met een lactose- intolerantie kan de eiwitten van melk niet verteren
A
feit
B
fabel

Slide 12 - Quiz

13. Kleuters hebben ongeveer 1 liter vocht nodig
A
feit
B
fabel

Slide 13 - Quiz

14. Fruit verliest zijn vitamine als je het lang van te voren klaar maakt.
A
feit
B
fabel

Slide 14 - Quiz

15. Vanaf de basisschool kunnen kleuters zelf bepalen wat ze eten en hoeveel ze eten
A
feit
B
fabel

Slide 15 - Quiz

16. Reclame heeft een grote invloed op ons voedingspatroon
A
feit
B
fabel

Slide 16 - Quiz

17. De smaakontwikkeling van een baby ontwikkelt zich rond het eerste levensjaar.
A
feit
B
fabel

Slide 17 - Quiz

18. Tijdens een driftbui van een peuter moet je streng zijn en de baas zijn
A
feit
B
fabel

Slide 18 - Quiz

19. Je kunt allergisch zijn voor bijvoorbeeld gluten, koemelk, chocola en verschillende fruit soorten
A
feit
B
fabel

Slide 19 - Quiz

20. Pas vanaf de leeftijdsfase van een peuter is het belangrijk om hygiënisch te werken
A
feit
B
fabel

Slide 20 - Quiz