§13.1 Bloed

Goedemorgen klas 4T
  • Jas op de kapstok
  • Rustig gaan zitten op je plaats
  • Lesboek 4B op tafel (dicht)
  • Schrijfmateriaal op tafel (pen)
  • Laptop (dicht)
  • Zachtjes met elkaar praten tot de les start
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemorgen klas 4T
  • Jas op de kapstok
  • Rustig gaan zitten op je plaats
  • Lesboek 4B op tafel (dicht)
  • Schrijfmateriaal op tafel (pen)
  • Laptop (dicht)
  • Zachtjes met elkaar praten tot de les start

Slide 1 - Slide

Weten we het nog?
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  •  Bloedvatenstelsel
  • Kleine en grote bloedsomloop

Slide 2 - Slide

§12.1 Bloed
Lesdoel
Je leert:
  • Welke bestanddelen in bloed zitten
  • Wat de functies en kenmerken van deze bestanddelen zijn

Slide 3 - Slide

Samenstellig bloed
Een volwassen mens heeft vijf tot 6 liter bloed in zijn lichaam. Bloed vervoert warmte en stoffen door het lichaam.

Bloed bestaat uit:
  • bloedplasma
  • bloedcellen:
      - witte bloedcellen
      - rode bloedcellen
  • Bloedplaatjes

Slide 4 - Slide

Bloedplasma
Bloedplasma:
  • waterige deel van bloed
  • vervoer van stoffen naar de cellen
  • Verdeelt warmte in je lichaam
  • 91% water, 7% plasma-eiwitten (fibrinogeen voor bloedsstolling)
  • Overige 2% in water opgeloste stoffen:
     - voedingsstoffen (glucose, mineralen, vitaminen, verteringsproducten van koolhydraten, eiwitten en vetten
     - afvalstoffen die vrijkomen bij verbranding in de cellen, zoals koolstofdioxide
     - antistoffen die je lichaam beschermen tegen ziekteverwekkers
     - overige stoffen, zoals hormonen, enzymen en een klein beetje zuurstof

Slide 5 - Slide

Rode bloedcellen
Rode bloedcellen:
  • Vervoeren zuurstof door het lichaam
  • Ronde schijfjes met in het midden een indeuking
  • Geen celkern
  • Gaan naar ongeveer 4 maand dood
  • Worden voortdurend gevormd in het rode beenmerg:
     - stamcellen veranderen in bloedcellen
     - rode beenmerg zit in de koppen van pijpbeenderen en in platte beenderen
  • Lichaam kan extra rode bloedcellen aanmaken als dat nodig is (hoogtestage)

Slide 6 - Slide

Hemoglobine
  • Rode bloedcellen bevatten het eiwit hemoglobine
  • Maakt opname en afgifte van zuurstof mogelijk
  • Geeft de rode kleur aan de bloedcel
  • Wordt in het rode beenmerg gemaakt m.b.v. ijzerzouten
  • Te kort aan ijzerzouten veroorzaakt bloedarmoede

Dode rode bloedcellen worden afgebroken in:
  • Het rode beenmerg
  • De milt
  • De lever
Hierbij komt ijzer vrij dat opnieuw wordt gebruikt voor nieuwe rode bloedcellen

Slide 7 - Slide

Witte bloedcellen
Witte bloedcellen:
  • Wel een celkern
  • Kunnen van vorm veranderen
  • Maken ziekteverwekkers onschadelijk

3 typen witte bloedcellen:
  • die dode celresten opruimen
  • die antistoffen maken tegen ziekteverwekkers
  • die bacteriën doden door:
     - insluiten van bacteriën
     - bacterie en witte bloedcel gaan dood 
     - etter: dode witte bloedcel, dode en levende bacteriën

Slide 8 - Slide

Leukemie
Leukemie:
  • Vorm van kanker
  • Ontstaat in het beenmerg
  • Veel onrijpe witte bloedcellen gevormd
  • Deze functioneren niet goed
  • Lichaam niet goed beschermd tegen infecties
  • Minder rode bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 9 - Slide

Bloedplaatjes
Bloedplaatjes:
  • Geen cellen
  • Delen van cellen
  • Ontstaan doordat cellen uiteen vallen
  • Geen celkern
  • Zorgen voor bloedstolling

Slide 10 - Slide

Bloedstolling
Bloedverlies wordt tegengegaan door:
  • Spieren in de wand van het bloedvat trekken samen
  • Bloedplaatjes worden kleverig, kleven aan elkaar en de wand van het bloedvat
  • Hieruit komen stoffen vrij; fibrinogeen wordt omgezet in fibrine
  • Fibrine vormt draden waar bloedcellen in blijven hangen
  • Fibrinedraden met bloedcellen drogen in; er ontstaat een korstje

Slide 11 - Slide

Verwerking
Maken:
  • Opdr. 1 t/m 7 va. blz. 101

Klaar:
  • Nakijken of laten controleren
  • In rust iets voor jezelf doen (overleg)
timer
15:00

Slide 12 - Slide

Afsluiting
Je hebt geleerd:
  • Wat de samenstelling van bloed is
  • Wat bloedplasma is
  • Wat rode bloedcellen zijn en wat ze doen
  • Wat witte bloedcellen zijn en wat ze doen
  • Wat bloedplaatjes zijn en wat ze doen
  • Hoe bloed stolt
  • Wat leukemie is

Slide 13 - Slide