What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Kader 1 H7 Les 4 woordformules
Hoofdstuk 7 Woordformules
Doel deze les:
-Je weet hoe je moet rekenen met een woordformule
-Je kan een grafiek maken bij een woordformule
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1,2
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdstuk 7 Woordformules
Doel deze les:
-Je weet hoe je moet rekenen met een woordformule
-Je kan een grafiek maken bij een woordformule
Slide 1 - Slide
Weet je wat een woordformule is?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quiz
Hierna komen twee voorbeelden van
woordformules
Slide 3 - Slide
Gerard gaat met zijn gezin op vakantie.
De kosten berekend hij met de formule:
Kosten= 50 + 60 x aantal dagen
Begingetal=
Stijggetal=
Hoeveel zijn de kosten na 7 dagen?
Slide 4 - Slide
Finn spaart elke week 5 euro en heeft al 75 euro in
zijn spaarpot.
a. Begingetal =
b. Stijggetal =
c. Woordformule:
Spaargeld= ........ + ...........x aantal weken
d. Hoeveel heeft Finn na 20 weken gespaard?
Slide 5 - Slide
Vul aan:
Een woordformule is een formule waarin....
A
je woorden moet veranderen in cijfers en dan iets kan berekenen.
B
je niets zelf hoeft te doen.
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Video
Jan doet kranten.
Hij krijgt een vast bedrag van 5 euro.
Per straat krijgt hij 7 euro.
Welke formule hoort hierbij?
A
Bedrag in euro = 7 + 5 x aantal straten
B
Aantal straten = 7 + 5 x bedrag in euro's
C
Bedrag in euro = 5 + 7 x aantal straten
D
Aantal straten = 5 + 7 x bedrag in euro's
Slide 8 - Quiz
Bij de verdiensten van Jan hoort de formule:
Bedrag in euro = 5 + 7 x aantal straten
Welke berekening hoort er bij als Jan 6 straten loopt?
A
5 + 7 x aantal straten
B
5 + 7 x 6 = 47
C
5 + 7 x 6 = 72
D
5 x 6 +7= 37
Slide 9 - Quiz
Finn spaart geld per week, met de formule:
Spaargeld= 65 + 3 x aantal weken
Hoeveel geld heeft hij na 12 weken?
Schrijf ook je berekening op.
Slide 10 - Open question
De lengte van een kaars:
lengte in cm = 32 - 4 x aantal branduren
a. Hoelang is hij na 5 uur branden?
b. Hoelang is hij na 9 uur branden? Kan dat?
Slide 11 - Open question
Een grafiek tekenen
Bij een woordformule kun je een grafiek maken.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Kader: Maak opdr 23 van blz 56
Basis: Maak opdr 24 en 25 van blz 72
Slide 14 - Open question
Aan het werk!
"Kader: Opdr 20 t/m 26 vanaf blz 56
Basis: Opdr 24 t/m 29 vanaf blz 72"
Slide 15 - Slide
More lessons like this
H7.3 woordformules
October 2024
- Lesson with
14 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1,2
H7.3 woordformules
April 2022
- Lesson with
12 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1,2
H7.3 woordformules
April 2022
- Lesson with
13 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1,2
Formules
April 2018
- Lesson with
18 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1
Woordformules, C2B, L22
October 2024
- Lesson with
16 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1,2
1K H7 les 4 woordformules + rekenles
April 2021
- Lesson with
25 slides
wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
grafieken bij woordformules
September 2024
- Lesson with
46 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
grafieken bij woordformules
June 2023
- Lesson with
36 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1