Woordformules, C2B, L22

Hoofdstuk 7 Woordformules
Wat zijn onze klasregels???
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 7 Woordformules
Wat zijn onze klasregels???

Slide 1 - Slide

Weet je wat een woordformule is?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Gerard gaat met zijn gezin op vakantie. 
De kosten berekend hij met de formule:
Kosten= 50 + 60 x aantal dagen


Begingetal= 

Stijggetal= 

Hoeveel zijn de kosten na 7 dagen?

Slide 3 - Slide

Finn spaart elke week 5 euro en heeft al 75 euro in
zijn spaarpot.

a. Begingetal =
b. Stijggetal = 

c. Woordformule:Spaargeld= ........ + ...........x aantal weken

d. Hoeveel heeft Finn na 20 weken gespaard?

Slide 4 - Slide

Jan doet kranten.
Hij krijgt een vast bedrag van 5 euro.
Per straat krijgt hij 7 euro.
Welke woordformule hoort hierbij?
A
Bedrag in euro = 7 + 5 x aantal straten
B
Aantal straten = 7 + 5 x bedrag in euro's
C
Bedrag in euro = 5 + 7 x aantal straten
D
Aantal straten = 5 + 7 x bedrag in euro's

Slide 5 - Quiz


Bij de verdiensten van Jan hoort de formule:
Bedrag in euro = 5 + 7 x aantal straten
Welke berekening hoort er bij als Jan 6 straten loopt?

A
5 + 7 x aantal straten
B
5 + 7 x 6 = 47
C
5 + 7 x 6 = 72
D
5 x 6 +7= 37

Slide 6 - Quiz

Nu gaan we jouw huiswerk controleren

Slide 7 - Slide

Blz.96

Slide 8 - Slide

Blz.96

Slide 9 - Slide

Open opdracht 39 
We doen het klassikal

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Zelf aan de slag
Blz. 98+99   opg.40+41+42

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Huiswerk
blz.99 opg. 43
blz. 100 opg. 44

Slide 16 - Slide