Indefinido of pretérito perfecto

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Indefinido o pretérito perfecto

Indefinido: eenmalige gebeurtenissen uit het verleden die zijn afgesloten. Geen relatie meer tot het heden.
Préterito perfecto: gebeurtenis uit het verleden die een relatie heeft tot het heden.

1. Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste wijze
Hace 5 años mis padres _____ (ir) de viaje a Colombia.

2. Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste wijze
¿_____ (tú, decir) algo a tu hermana esta mañana?

3. Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste wijze
Yo nunca ____ (saber) que tu cumpleaños era en febrero.

4. Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste wijze
El mes pasado mi prima me ____ (dar) un regalo tan grande.

5. Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste wijze
¿Vosotros _____ (ver) a nuestro amigo durante estas vacaciones?

6. Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste wijze
Mis compañeros de clase y yo ___ (estar) en Londres hace unas semanas.

7. Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste wijze
¿Alguna vez _______ (ellos, escribir) un libro?

8. Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste wijze
En 2012 yo _____ (hacer) mis prácticas en el hospital.

9. Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste wijze
¿Tu familia ____ (venir) a tu cumpleaños el mes pasado?

10. Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste wijze
Ayer no ____ (poder) levantaros.

10. Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste wijze
Hace muchos años mis padres ___ (trabajar) en el extranjero.

11. Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste wijze
Todavía no ______ (yo, hacer) nada este año.