Hoofdstuk 2: Menselijke gedragingen zijn aangeleerd

Hoofdstuk 2: Menselijke gedragingen zijn aangeleerd
1 / 83
next
Slide 1: Slide
Sociale wetenschappenSecundair onderwijs

This lesson contains 83 slides, with interactive quizzes, text slides and 15 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: Menselijke gedragingen zijn aangeleerd

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud
1. Wat is leren?
2. Leervormen
     2.1 Conditionering
          - Klassieke conditionering
          - Operante conditionering
     2.2 Inzichtelijk leren
     2.3 Sociaal leren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is leren?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

1. Wat is leren?
 = het eigen maken van nieuwe gedragsmogelijkheden die vaak niet direct zichtbaar zijn. Het resultaat van dit leren mondt uit in een vrij stabiel en blijvend nieuw gedrag.



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van leren?
  • leren start vroeg in onze ontwikkeling
  • is een blijvend proces
  • leren zéér uiteenlopende zaken
  • door ontwikkeling van het denken --> steeds ingewikkeldere denkprocessen
  • leren is individueel verschillend:
           - genetische mogelijkheden, motivatie, opvoedingsgeschiedenis en
          opvoedingsmilieu:
                    * Vb. hogere intelligentie? --> sneller dingen aanleren
                    * Vb. grote motivatie? -->  sneller dingen doen, leren


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

2. Leervormen
Leervorm = manier om nieuwe gedragsmogelijkheden eigen te maken.
  1. Conditonering
    - klassieke conditionering
    - operante conditionering
  2. Inzichtelijk leren
  3. Sociaal leren

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

2.1 Conditioneren
= eenvoudige vorm van leren waarbij het organisme (mens/dier) een associatie/verband maakt  tussen een stimulus (prikkel) en een respons (gedrag)
  • passief of actief = bewust of onbewust
  • leren van bepaald gedrag in bepaalde situatie

Alle gedrag is aangeleerd en kan dus ook afgeleerd worden!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

2.1 Conditioneren
  • Jullie krijgen slides te zien met cijfers en kleuren.
  • De eerste die bij het verschijnen van een rode slide zijn/haar hand omhoog steekt, krijg een beloning.
    Let op! Wie een fout maakt, moet alle gekregen snoepjes teruggeven. 
EVENTUEEL TERUG AANVULLEN !!!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Pavlov (1894-1936)

klassieke conditionering
handeling wordt aan nieuwe prikkel verbonden
geconditioneerde reflex
Skinner (1904-1990)

operante conditionering
dier ontdekt welke handeling beloond wordt
geen reflex! lijkt meer op proefondervindelijk leren

Slide 9 - Slide

de 2 vormen van conditioneren met hun grondleggers

Slide 10 - Video

This item has no instructions

2.1.1 Ontdekking van de klassieke conditionering
Probeer nu de klassieke conditionering in je eigen woorden te omschrijven. Wat heb je gezien in het filmpje?

Slide 11 - Slide

"Wat heb je gezien, wat is er precies gebeurd?"
"Wanneer begint de hond te kwijlen?"
" Waar gebeurt het leerproces precies?"
"Wat is de voorwaardelijke of conditionele stimulus?"
"Wat is de onvoorwaardelijke of onconditionele stimulus?"

2.1.1 Ontdekking van de klassieke conditionering: Pavlov
  • De Russische fysioloog Ivan Pavlov deed onderzoek naar de spijsvertering van honden. 

  • Pavlov zag dat als een hond een stuk vlees in zijn bek krijgt, hij automatisch gaat kwijlen.
    --> Dat kwijlen is een natuurlijke reflex.

  • Het gedrag van de hond om te gaan kwijlen, is niet aangeleerd en dus ongeconditioneerd!


Slide 12 - Slide

Laat de leerlingen letten op de verschillende fasen van het conditioneringsproces.
2.1.1 Ontdekking van de klassieke conditionering: Pavlov
  • Hij ontdekte dat honden reeds begonnen te kwijlen vooraleer ze hun voedsel in hun mond hadden:
          - bij het zien van het voedsel
          - bij het horen van de verzorgers

  • Wat was de functie van speeksel als er nog geen voedsel is om te verteren?
          - Pavlov onderzoekt deze respons
          - Hij laat geluiden horen alvorens de honden eten te geven.
          - Hij koppelt als het ware het eten (ongeconditioneerde stimulus) aan het geluid (neutrale stimulus).


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

2.1.1 Ontdekking van de klassieke conditionering: Pavlov
Pavlov ontdekt bij toeval de geconditioneerde reflex.
Deze reflex is aangeleerd.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

Afkortingen goed kennen. Dit schema moet ook toegepast worden in andere situatie/oefeningen.

Slide 17 - Video

Vanaf 3min30 is ook even operante conditionering ter sprake gebracht.
2.1.1 De klassieke conditionering
Lees nu punt 2.1.1 (Klassieke conditionering) p. 30-31.
Zorg:
- dat je de definitie van klassieke conditionering goed begrijpt
- dat je het schema goed begrijpt en zelf kan tekenen
- dat je de afkortingen goed kent zodat je ze zelf in andere situaties kan toepassen!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Klassieke conditionering: K-mart
Amerikaanse K-Mart-supermarkten: blauw licht bij aanbieding
Gevolgen voor het gedrag?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Klassieke conditionering: K-mart
  • Wij leerden dat producten in de solden goedkoper zijn:
         - verhoogt het koopgedrag
         - automatische reactie om te reageren als we horen dat er   koopjes zijn
  • In de supermarkt koppelen ze blauw licht met solden:
         - blauw licht veroorzaakt dezelfde reflex als de omroep dat er solden zijn


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Klassieke conditionering: K-mart

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Enkele voorbeelden... Slabbetje
Lees de situatie:
Als de baby voedsel in de mond krijgt, stopt ze met wenen.
Op een gegeven moment gaan we telkens een slabbetje omdoen meteen gevolgd door voedsel.
Wanneer de baby na een tijd het slabbetje ziet, stopt ze met wenen.
Los de meerkeuzevragen op (volgende slides).

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Het voedsel is in eerste instantie de...
A
ongeconditioneerde stimulus
B
geconditioneerde stimulus
C
geconditioneerde respons
D
ongeconditioneerde respons

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Het stoppen met wenen is uiteindelijk (na het hele proces)...
A
ongeconditioneerde stimulus
B
geconditioneerde stimulus
C
geconditioneerde respons
D
ongeconditioneerde respons

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Het slabbetje is uiteindelijk de...
A
ongeconditioneerde stimulus
B
geconditioneerde stimulus
C
geconditioneerde respons
D
ongeconditioneerde respons

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

De angst is uiteindelijk (na het hele proces)...
A
ongeconditioneerde stimulus
B
geconditioneerde stimulus
C
geconditioneerde respons
D
ongeconditioneerde respons

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Enkele voorbeelden... De boksprong.
Lees de situatie:
Als je struikelt, voel je angst. Als je nu struikelt telkens wanneer je over de bok springt, is er angst. Uiteindelijk voel je al angst wanneer je de bok ziet.

Los de meerkeuzevragen nu op.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Het zien van de bok is uiteindelijk de...
A
ongeconditioneerde stimulus
B
geconditioneerde stimulus
C
geconditioneerde respons
D
ongeconditioneerde respons

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Enkele voorbeelden... Bedwateren
Lees de situatie:
Als je een zoemer hoort, word je wakker.
Als je een zoemer hoort, telkens je een volle blaas hebt, word je wakker.
Bij een volle blaas word je wakker.

Teken nu zelf het conditoneringsschema.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Enkele voorbeelden... 
Lees voor jezelf Bijlage 14 p. 60. Teken daarna het schema.

Maak daarna de voorbeelden uit bijlage 15 p. 61-63.
We verbeteren deze later samen (mondeling).

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Bijlage 14 p. 60: Chemotherapie

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Klassieke conditionering: stimulusgeneralisatie
Little Albert = experiment van Watson
Kijk naar het filmpje en leg de conditionering uit.
Probeer ook te achterhalen wat stimulusgeneralisatie zou kunnen betekenen.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Klassieke conditionering: Little Albert
  • Wat heb je gezien?
  • Waarom wordt zo'n experiment niet herhaald, denk je?
  • Vind je dit experiment ethisch of eerder onethisch?
  • Wat denk je - na het zien van dit filmpje - dat stimulusgeneralisatie betekent? Probeer uit te leggen aan de hand van het filmpje. 

Bijlage 16 p. 64 (individueel lezen)!

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Klassieke conditionering: reclamewereld

Slide 36 - Slide

jingles: Veel bedrijven en je merk te creëren pakkende jingles vergezellen hun advertenties. De repetitieve en memorabele melodieën fungeren als geconditioneerde stimuli die positieve emoties en associaties oproepen het merk.


product Placement: Door hun producten strategisch in films of films te plaatsen Tv-programma'sproberen adverteerders hun producten te associëren met positieve emoties en ervaringen die worden uitgebeeld door de karakters. Deze associatie kan leiden tot een geconditioneerde reactie van verlangen of voorkeur voor het geadverteerde product.

Aanbevelingen van beroemdheden: Wanneer een bekende beroemdheid een product onderschrijft, hun positieve imago en reputatie wordt een geconditioneerde stimulus die invloed heeft perceptie van de consument of het product. De associatie met de beroemdheid kan een geconditioneerde reactie van vertrouwen en wenselijkheid creëren.
Klassieke conditionering: uitdoving en spontaan herstel (p. 31)
  • Uitdoving? --> Aangeleerd gedrag kan afgeleerd worden!
          - OS volgt niet meer op CS, sterkte CR daalt tot nul
          - Producten gelinkt aan blauwe licht zijn geen solden   
            meer DUS koopgedrag zal dalen en uitdoven


  • Spontaan herstel?
          - terugkeer van de CR (minder sterk aanwezig) -->
           koopgedrag bij blauw licht
          - soms zelfs zonder combinatie OS
          - vaak meerdere uitdovingspogingen nodig om CR onder
           controle te krijgen


Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Klassieke conditionering: stimulusgeneralisatie en stimulusdiscriminatie (p. 32)
  • Stimulusgeneralisatie = de situatie waarbij een nieuwe stimulus, die sterk lijkt op de bestaande (on)geconditioneerde stimulus, dezelfde respons  oproept.
    = uitbreiding van de aangeleerde respons naar stimuli die lijken op de CS.
    vb: K-mart ~ koopgedrag verhoogt ook wanneer de kleur of sterkte van het licht wordt aangepast

  • Stimulusdiscriminatie = omgekeerde van generalisatie. De  aangeleerde reactie beperken tot een specifieke groep.
    = leren van een nieuwe respons op een specifieke stimulus, maar niet op andere gelijkende stimuli
    vb: K-Mart ~ koopgedrag verandert niet indien er kerstverlichting aanwezig is in de winkels


Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Klassieke conditionering: enkele oefeningen
  • Samen: Kijk naar de volgende oefeningen en teken het conditioneringsschema.
    - bang spinnen nadat je ooit schrok op zolder
    - poes miauwt bij horen blikkenopener
    - je wordt misselijk bij het zien van mosselen
    - alcoholisme en medicijn Refusal


  • EXTRA opdracht: Je krijgt van je leerkracht een extra taak. Maak deze INDIVIDUEEL.  

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

2.1.2 De operante conditionering
SPEL:
- 1 leerling gaat buiten
- instructies leerkracht

  • Wat is er gebeurd?
  • Hoe is gedrag aangeleerd?
  • Wat gebeurt bij een bekrachtiger zoals klappen of juichen?
  • Wat gebeurt bij een bestraffer zoals de 'nee' of negeren?
  • Wat is het verschil met de klassieke conditionering, denk je?

Lees nu 2.1.2 p. 33

Slide 40 - Slide

Verzin samen met de klas een handeling die de leerling buiten moet uitvoeren ZONDER instructies. Het enige wat er moet gebeuren is dat men klapt wanneer iets in de goede richting gebeurt. Indien dit niet is, reageren de anderen niet of zeggen boehhh. Eens de leerling weet wat er van hem verwacht wordt, zal het goed lopen. 
Daarna de vragen doen.
2.1.2 De operante conditionering
Thorndike, Amerikaans psycholoog, werd door zijn experiment de
ontdekker van het operant conditioneren en is daarmee ook één
van de grondleggers van het behaviorisme.

Onderzoek door trial-and-error:
- puzzelbox ~ kleine hefboom
- hongere dieren werken ijverig om dmv triar-and-error een probleem
op te lossen en een voedselbeloning te krijgen
- uitproberen en leren van fouten
- vsch. gedragingen … over hefboom en deur open
+ eten

Slide 41 - Slide

Verzin samen met de klas een handeling die de leerling buiten moet uitvoeren ZONDER instructies. Het enige wat er moet gebeuren is dat men klapt wanneer iets in de goede richting gebeurt. Indien dit niet is, reageren de anderen niet. Eens de leerling weet wat er van hem verwacht wordt, zal het goed lopen. 
Daarna de vragen doen.

Slide 42 - Video

This item has no instructions

2.1.2 De operante conditionering: Skinner
Skinner (obv Thorndike):
Katten leren snel de handelingen, maar is er inzicht????
--> Nee. De tijd om de deur te openen was in elk experiment verschillend. 

Het was wel duidelijk dat er geleerd werd door de wet van effect:
Na opeenvolgende proeven verdwenen de foute reacties of onplezierige resultaten.
Gedragingen zonder effect bleven bij kat steeds meer uit.
Onplezierige resultaten beïnvloeden de kans dat het dier het gedrag nogmaals zou vertonen.

Wet van effect = het komt erop neer dat gedrag (een respons) in frequentie zal toenemen als het gevolgd wordt (consequentie) door een prettige gebeurtenis voor het organisme. Het organisme heeft dan een associatie geleerd tussen gedrag en consequentie.

Slide 43 - Slide

Verzin samen met de klas een handeling die de leerling buiten moet uitvoeren ZONDER instructies. Het enige wat er moet gebeuren is dat men klapt wanneer iets in de goede richting gebeurt. Indien dit niet is, reageren de anderen niet. Eens de leerling weet wat er van hem verwacht wordt, zal het goed lopen. 
Daarna de vragen doen.
2.1.2 De operante conditionering: Skinner
Skinner:
Amerikaans psycholoog, grondlegger operante conditionering~ behaviorisme.


Idee: gedrag wordt door straffen en beloningen aangestuurd (geleend van Thorndike)

Operante conditionering = een vorm van stimulus-responsleren waarbij de kans op een respons verandert door de gevolgen ervan, oftewel door de stimuli die op de respons volgen


Slide 44 - Slide

Verzin samen met de klas een handeling die de leerling buiten moet uitvoeren ZONDER instructies. Het enige wat er moet gebeuren is dat men klapt wanneer iets in de goede richting gebeurt. Indien dit niet is, reageren de anderen niet. Eens de leerling weet wat er van hem verwacht wordt, zal het goed lopen. 
Daarna de vragen doen.

Slide 45 - Video

This item has no instructions

2.1.2 De operante conditionering: Skinnerbox
  • klein dier in kooi
  • tijdje geen eten geven/honger
  • dier vertoont verschillend gedrag; rondlopen, zitten, rondkijken…
  • toevallig aanraken hendel of druk op knop --> voedsel komt vrij in kooi
  • bij herhaling: komt opnieuw voedsel vrij
  • diertje ziet verband en vertoont opnieuw het gedrag (want het voedsel is de beloning)



Slide 46 - Slide

Verzin samen met de klas een handeling die de leerling buiten moet uitvoeren ZONDER instructies. Het enige wat er moet gebeuren is dat men klapt wanneer iets in de goede richting gebeurt. Indien dit niet is, reageren de anderen niet. Eens de leerling weet wat er van hem verwacht wordt, zal het goed lopen. 
Daarna de vragen doen.


BEKRACHTIGERS: situaties (aanbieden of verwijderen van stimuli) die op een respons volgen en deze versterken
  • Positieve bekrachtiger: ++
     - aanbieden van een aangename stimulus

     - kans dat de respons zich herhaalt, neemt
      toe

  • Negatieve bekrachtiger: - -
     - weghalen van een vervelende stimulus

     - kans dat de respons zich herhaalt, neemt
     toe



STRAFFEN: situaties (aanbieden of verwijderen van stimuli) die op een respons volgt en in frequentie doet afnemen
  • Positieve straf: + -
     - toedienen van een vervelende stimulus

     - kans dat de respons zich herhaalt, neemt   
     af

  • Negatieve straf: - +
     - weghalen van een aangename stimulus

     - kans dat de respons zich herhaalt, neemt
     af


2.1.1 Operante conditonering: bekrachtigers en straffen

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Slide

Bekrachtigers en straffen hier nog eens goed toelichten met tekening.
Schematisch voorgesteld:

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

In de praktijk
Stimulus: bekrachtiger of straf? --> kijk naar het effect op het gedrag!
Vb. Kind is stout --> je geeft hem een lap rond zijn oren
 = toedienen vervelende stimulus DUS positieve straf

 Maar werkt dit? Neemt het gedrag echt af?
Soms neemt het gedrag alleen maar toe, want
het kind krijgt op deze manier (negatieve) aandacht!
 ~denk aan irritant gedrag van je broer of zus



Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Straffen in de maatschappij
Straffen speelt een grote rol: dreiging tot straf houdt mensen in het gareel:
     - afkeurende blik, boetes
     - werkstraffen, gevangenis

  • Korte termijn: 
      - leidt vaak tot onmiddellijke gedragsverandering
     - straffer wordt bekrachtigd:
                * je behaalt je gelijk, je bent de baas in de situatie
                * circulaire beïnvloeding

  • Lange termijn:
     - op lange termijn is straffen niet goed
     - vooral niet bij straffen in vorm van pijn, vernedering, gevangenschap




Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Slide 52 - Video

Voor de leerlingen als ze eventueel een refresher willen over het verschil tussen klassieke en operante conditionering.

Ingewikkelde gedragingen kunnen we onvoldoende verklaren door klassieke of operante conditionering alleen, maar wel mits een samenwerking!














Een respons die oorspronkelijk door middel van klassieke conditionering is aangeleerd, kan door operante bekrachtiging onderhouden en versterkt worden

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

2.2 Inzichtelijk leren
  • lees Bijlage 19 p. 68: wat begrijp je onder inzichtelijk leren?

  • = het plots begrijpen van een nieuw verband tussen dingen, waardoor het mogelijk wordt een probleem op te lossen

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

2.2 Inzichtelijk leren

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Slide 56 - Video

This item has no instructions

2.2 Inzichtelijk leren: kenmerken
  • oplossing plots en in zijn geheel gevonden
  • inzicht berust op herstructurering van de elementen van de probleemsituatie
  • inzichtelijk geleerd? --> bruikbaar in nieuwe situaties, vergeten ze minder snel

  • Bijlage 20 p. 69: maak de oefeningen

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

Bijlage 20 p. 69

Slide 58 - Slide

This item has no instructions

Bijlage 20 p. 69

Slide 59 - Slide

This item has no instructions

Bijlage 20 p. 69
Woekerende waterlelie:
Gezien de bedekte oppervlakte steeds verdubbelt na 24u, is dus de vorige dag (dag 59) de helft van de vijver bedekt.

Slide 60 - Slide

This item has no instructions

2.2 Inzichtelijk leren: belang van inzicht
  • Mensen met inzicht voelen zich beter in hun vel.
Onwetendheid, onbegrip… --> onvrede, minderwaardigheid…
  • Belang van hulpverleners, sociale sector, maar ook ouders, leerkrachten… --> om DUIDELIJKHEID te brengen
Waarom op tijd thuis, waarom die opdracht maken, waarom zeggen waar je bent … ?
  • Zinvolheid van opdracht begrepen? --> groter enthousiasme
Bezorgdheid van ouders begrepen?--> meer uitleg geven

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

2.2 Inzichtelijk leren: latent leren
  • = leren dat plaatsvindt, maar pas duidelijk wordt wanneer een
    bekrachtiging gegeven wordt
  • Zijn ratten in staat tot leren zonder bekrachtiging ?
    (1930 Edward C.Tolman)
  • Ratten (3 groepen) zwerven vrij rond door een doolhof
Groep 1 : Geen bekrachtiging
Groep 2 : Altijd bekrachtiging
Groep 3 : Bekrachtiging vanaf dag 11
Elke rat werd éénmaal per dag in het doolhof gezet
Wat verwacht je dat er zal gebeuren?


Slide 62 - Slide

This item has no instructions

2.2 Inzichtelijk leren: latent leren
  • Zoals voorspeld door behavioristen maken ratten uit groep 2 steeds minder fouten ~ bekrachtiging op het einde
  • Ratten uit groep 3: dag 11 ontdekken ze het eten en maken daarna onmiddellijk zo weinig fouten als die uit groep 2 ~ ratten maakten cognitieve kaart van de doolhof
  • Dit staat pal op de visie van het behaviorisme dat zegt dat je zaken kan aanleren door beloning toe te voegen/weg te nemen. Later zal ook Bandura het behaviorisme onderuit halen




Slide 63 - Slide

This item has no instructions

Slide 64 - Video

This item has no instructions

2.3 Sociaal leren p. 39

Veel ingewikkelde gedragingen --> onvoldoende verklaren door KC en OC

Sociaal leren: Bandura’s visie: gedrag aanleren door directe ervaring + observatie = bewust nieuw gedrag verwerven door het gedrag van personen te observeren en over te nemen
 ~ modeling, leren door imitatie, door observatie

Bijlage 21 p. 70 


Slide 65 - Slide

This item has no instructions

2.3 Sociaal leren: Bobo Doll experiment

Bandura vraagt zich af of het zien van gewelddadig gedrag de kans vergroot dat je zelf gewelddadig wordt --> Bobo-Doll experiment ~ met opblaasclown

Verschillende varianten van het experiment.
Kinderen kijken naar volwassenen die het leuk vinden om de opblaasclown te slaan en schoppen:
- Welk gedrag zullen ze stellen?
- Welk gedrag stelt de controlegroep die het agressieve gedrag niet heeft gezien?




Slide 66 - Slide

This item has no instructions

2.3 Sociaal leren: Bobo Doll experiment
Bobodoll-experiment (andere versie van het onderzoek):  

Volwassene is agressief met pop
--> Reacties van andere volwassene op agressieveling: 
A) bekrachtiging gedrag persoon
B) negatieve reactie tegen de persoon + klap
C) geen reactie


Er zijn drie controlegroepen (kinderen) en zij zien elk een ander tafereel
Welke gedragingen zullen ze stellen denk je?


Slide 67 - Slide

This item has no instructions

2.3 Sociaal leren: Bobo Doll experiment
Kinderen mogen nu zelf met pop spelen:


A) nabootsen van het gedrag
B) minste vorm van agressie
C) weinig agressie, maar na vraag om te doen wat ze op film zagen  --> evenveel agressie

Besluit: kinderen leren agressief gedrag, maar voeren niet noodzakelijk uit

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Slide 69 - Video

This item has no instructions

2.3 Sociaal leren in de praktijk
  • dansen ~ choreo’s aanleren
  • opereren ~ zelfstandig operatie uitvoeren
  • houding ~ verschil naar ouders/leerkrachten
  • mode ~ veranderlijk
  • jongerentaal ~ verspreidt snel
  • kinderprogramma’s ~ gebruik van geliefde karakters om kinderen te leren (rekenen, taal, goede manieren...)

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

Slide 71 - Video

This item has no instructions

Slide 72 - Video

This item has no instructions

Slide 73 - Video

This item has no instructions

Slide 74 - Video

This item has no instructions

Slide 75 - Video

This item has no instructions

2.3 Sociaal leren in de praktijk (voorbeeld)
‘Sesamstraat even leerrijk voor kinderen als kleuterschool’ - 11/06/2015 Het Belang van Limburg

Kinderen die tijdens hun kinderjaren vaak naar Sesamstraat keken, plukken daar later de vruchten van. Een uiterst opmerkelijk Amerikaans onderzoek toont namelijk aan dat het Cookie Monster samen met Bert en Ernie een bijzonder educatief programma maakte.
‘Sesamstraat slaagde erin om jongeren voor te bereiden op lezen en tellen, en dat op een educatieve manier’, steken de wetenschappers van wal. Vooral jongens bleken gebaat te zijn bij het kijken naar de show: zij die dagelijks even achter de buis kropen, hadden minder kans om achterstand op te lopen achter de schoolbanken en daardoor een jaar te moeten dubbelen, zo melden de onderzoekers van de University of Maryland en het Wellesley Collega nog.

Slide 76 - Slide

This item has no instructions

2.3 Sociaal leren in de praktijk (voorbeeld)

Slide 77 - Slide

This item has no instructions

2.3 Sociaal leren: effecten van geweld in de media
  • Voorloper Bandura ~ Bobo-doll-experiment
  • Psychologen onderzochten effecten van geweld in media





  • Sociaal psycholoog Elliot Aronson
Visie: grote hoeveelheid geweld in media is één van de (vele) factoren die een rol spelen in tragedies als schietpartijen op school zoals Columbine


Slide 78 - Slide

This item has no instructions

2.3 Sociaal leren: onze rolmodellen
Wij leren van modelpersonen die door hun kwaliteiten een aantrekkingskracht uitoefenen.

Krachtige eigenschappen:
- macht
- status
- sekse
- leeftijd
- aantrekkelijkheid

Dit zijn:
- mensen die je respecteert en waardeert
- mensen waarmee je je verwant voelt

Lees en bespreek nu Bijlage 22 p. 71

Slide 79 - Slide

This item has no instructions

2.3 Sociaal leren als opvoedingsmiddel
  • Gebaseerd op de imitatiedrang bij kinderen --> voorbeeldfunctie bewust/onbewust:
    - imitatie belangrijk voor aanleren gedrag, waarden, normen, visies, gevoelens en houdingen
    - belangrijk om goede voorbeeld te geven als opvoeders !!!

  • invloed komt van:
    - ouders
    - vrienden, kennissen, vreemden, media (zie filmpje volgende slide)… --> belangrijke meerwaarde opvoeding MAAR kan leiden tot conflicten tussen ouders en kinderen!


Slide 80 - Slide

This item has no instructions

  • Maak nu de oefeningen in Bijlage 23 p. 72-73

  • CT Hoofdstuk 2 = maandag 13 november (zie planner)

Slide 81 - Slide

This item has no instructions

Slide 82 - Video

This item has no instructions

2.3 Sociaal leren in de praktijk
  • Posters, billboards, televisieprogramma’s…  stimuleren maatschappelijke veranderingen! 

  • zie de filmpjes op de volgende slides (als voorbeeld hiervan):
    Filmpje 1 = UEFA tegen racisme
    Filmpje 2 = UN (Verenigde Naties) voor mensenrechten
    Filmpje 3 = BOB-campagne
    Filmpje 4 = Koop minder afval

Slide 83 - Slide

This item has no instructions