§26 en 27 : Hieronymus van Alphen en Betje Wolff en Aagje Deken

Voor welk typisch verlichte werk is Diderot verantwoordelijk?
A
Encyclopédie
B
Het imaginaire reisverhaal
C
Satire
D
Spectator
1 / 23
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Voor welk typisch verlichte werk is Diderot verantwoordelijk?
A
Encyclopédie
B
Het imaginaire reisverhaal
C
Satire
D
Spectator

Slide 1 - Quiz

Welke genre valt niet toe te passen op Reize door het apenland?
A
Imaginair reisverhaal
B
Robinsonade
C
Satire
D
Utopie

Slide 2 - Quiz

Justus van Effen was de auteur van:
A
De encyclopédie
B
De Hollandse spectator
C
Reize door het apenland
D
Gulliver's travel

Slide 3 - Quiz

Wat is de belangrijkste moraal van Reize door het apenland?
A
Verdiep je in je vaderlandse geschiedenis
B
Zorg dat je voldoende medische kennis hebt
C
Volg niet blindelings wat je politieke leider zegt
D
Vermoord je vrouw en dienstmeid niet

Slide 4 - Quiz

J.A. Schasz is een pseudoniem
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Tolerantie is een typisch verlicht idee.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

De heersende kunststroming in de eerste helft van de 18e eeuw was:
A
de rococo
B
het neoclassicisme
C
de verlichting

Slide 7 - Quiz

Dit was vroeger mijn favoriete jeugdboek: ...

Slide 8 - Open question

§26: Hiëronymus van Alphen

Slide 9 - Slide

Ideeën over opvoeding
  • Rousseau: mens wordt bedorven door my. Kinderen zo lang mogelijk in kinderwereld laten, vrij laten, dan zullen ze zich ontwikkelen tot goede mensen
  • Literair gevolg: ontstaan jeugdliteratuur

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Hieronymus van Alphen
  • Jurist, hoge ambtelijke functie van schatkistbewaarder
  • Weduwnaar, vader van drie jonge zoontjes
  • Schreef opvoedkundige gedichtjes
  • Schreef in begrijpelijke taal voor kinderen
  • Deugden als leergierigheid, naastenliefde,
    vaderlandsliefde, godsdienstigheid
  • Proeve van kleine gedichten voor kinderen (1778)
  • Komisch effect nu


Slide 12 - Slide

Het vrolijk leeren
Mijn speelen is leeren, mijn leeren is speelen, 
En waarom zou mij dan het leeren verveelen? 
Het lezen en schrijven verschaft mij vermaak. 
Mijn hoepel, mijn priktol verruil ik voor boeken; 
Ik wil in mijn prenten mijn tijdverdrijf zoeken, 
't Is wijsheid, 't zijn deugden, naar welken ik haak.


Slide 13 - Slide

De perzik
Die perzik gaf mijn vader mij,
 Om dat ik vlijtig leer.
Nu eet ik vergenoegd en blij.
Die perzik smaakt naar meer.
De vrolijkheid past aan de jeugd
Die leerzaam zig betoont.
De naarstigheid, die kinderdeugd,
 Wordt altoos wel beloond.

Welke deugd wordt hier aangeprezen?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Welke deugd wordt hier geprezen?




Dan zinge ik: Hemelkoning!
Gij doet viooltjes groeien,
Met roosjes, maagdeliefjes,
Citroenkruid en seringen,
Met duizend duizend bloemen;
Om uwe magt en liefde
Aan kinderen te toonen.
Hoe mooi staat mij dit kransjen!
Ach laat mij niet vergeten
Dat gij het hebt doen groeien!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Portfolio-opdracht 4
Uitleg 18 april

Slide 18 - Slide

§27: Betje Wolff en Aagje Deken

Slide 19 - Slide

Betje Wolff (1739-1804)
- Elisabeth Bekker (Vlissingen)
- Streng gereformeerd gezin
- Moderne, verlichte opvoeding
- Trouwde na een schandaal met de 30 jaar oudere predikant Adriaan Wolff (--> Beemster)

Aagje Deken (1741 - 1804)
- Wees (Amsterdam)
-Groeit op in weeshuizen, werkt als dienstmeisje
- Correspondentievriendinnen
- Gaat samenwonen met Betje zodra Adriaan Wolff overlijdt (1777)



Slide 20 - Slide

Wolff en Deken
  • Beiden patriot
  •  Verlichte ideeën
  • Kritisch op het gereformeerde geloof
  • 1782: De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart
  • Vluchten naar Frankrijk (1787)
  • Keren terug

Slide 21 - Slide

De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart
  • Brievenroman (voordeel/nadeel)
  • Eerste moderne Nederlandse roman
  • Didactische bedoelingen
  • Commercieel succes
  • Speaking  names


Slide 22 - Slide

Zelfstandig
(p. 21-22)
o WB 26.1
o WB 26.2
o Tussentoets §24-27
o Eindtoets H3




Slide 23 - Slide