What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voorbereiden op het examen Schrijven 2F + Taalverzorging 4.7 Twijfelwoorden
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Slide 2 - Slide
Dus wat gaan we doen?
Herhalen: Twijfelwoorden i.v.m. het examen Schrijven 2F
Werken aan je achterstanden, zodat je mee mag doen aan het examen.
Slide 3 - Slide
Herhalen
- de beste manier van leren
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
/uw
of
uw
of
van
u
Slide 7 - Slide
Volgens mij ziet ... dit verkeerd!
u of uw?
A
u
B
uw
Slide 8 - Quiz
Waar staat die auto van .... geparkeerd?
A
jou
B
jouw
Slide 9 - Quiz
Waar is ............... laptop?
A
jou
B
jouw
Slide 10 - Quiz
Volgens mij ziet ... dit verkeerd!
u of uw?
A
u
B
uw
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Joris geeft veel meer uit aan boodschappen ... Marcel.
A
Als
B
Dan
Slide 13 - Quiz
Dennis is even lang ... Jan.
A
Als
B
Dan
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
In welke zin is "grootte" of "groot" op de juiste manier gebruikt?
A
Er vielen hagelstenen ter grootte van een pingpongbal
B
Er vielen hagelstenen ter grote van een pingpongbal
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Ik ......... goed Nederlands autorijden
A
ken
B
kan
Slide 18 - Quiz
Ik ........ alle automerken uit mijn hoofd
A
ken
B
kan
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Ik ............... het boek op tafel
A
leg
B
lig
Slide 21 - Quiz
Het boek ............ nu op tafel
A
legt
B
ligt
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Welk antwoord is goed?
A
Ik wil
B
Ik wilt
C
Ik willen
D
Ik will
Slide 24 - Quiz
Welk antwoord is goed?
A
Wilt jij?
B
Wil jij?
C
Willen jij?
D
Will jij?
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Slide
Een groot aantal mensen zijn naar de bijeenkomst gekomen.
A
Goed
B
Fout
Slide 27 - Quiz
Dertig procent van de deelnemers hebben de eindstreep niet gehaald.
A
Goed
B
Fout
Slide 28 - Quiz
Het is moeilijk om te beoordelen of de media wel betrouwbaar zijn.
A
Goed
B
Fout
Slide 29 - Quiz
Dat / wat
Gebruik
dat
om terug te verwijzen naar
het-woorden
.
Het VCA-boek dat daar ligt, is van mij.
Het meisje dat daar loopt, is erg knap.
Gebruik
wat
om terug te verwijzen naar:
alles, niets, iets en het enige;
Het enige wat ik wil, is slagen voor mijn examen.
Alles wat zij bezit, is opgeslagen in de garage.
een zin;
De docent gaf mij vrij, wat ik erg prettig vond.
een overtreffende trap;
Ik vind netflixen het leukste wat er is!
Slide 30 - Slide
Achmed vindt de praktijkvakken het leukste ... er is.
A
Wat
B
Dat
Slide 31 - Quiz
Niets is ... het lijkt.
A
Dat
B
Wat
Slide 32 - Quiz
Het is vandaag prachtig weer, ... ik erg prettig vind.
A
Dat
B
Wat
Slide 33 - Quiz
Beide / beiden
Beiden
gebruik je als je verwijst naar personen;
De jongens waren beiden te laat.
De directeur en de schoonmaker droegen beiden dezelfde schoenen.
Hun zoon en dochter, beiden tieners, zijn fan van Katie Perry.
Beide
gebruik je als bijvoeglijk naamwoord of wanneer het niet om personen gaat.
Ik beide kinderen naar school zien lopen.
Beide scholen zijn even goed.
Slide 34 - Slide
Beide of beiden?
Meron en Rashid zijn ... aanwezig bij de praktijklessen.
A
Beide
B
Beiden
Slide 35 - Quiz
Beide of beiden?
... winkels gingen in dezelfde maand failliet.
A
Beide
B
Beiden
Slide 36 - Quiz
Aan de slag!
Werken aan je achterstanden, zodat je mee mag doen aan het examen.
Kijk in EduArte wat je nog niet hebt ingeleverd
:
Artikel 1 + 2
Verslag 1 + 2
Betoog 1 + 2
Zakelijke e-mail 1 + 2
Slide 37 - Slide
More lessons like this
Les 1 / twijfelwoorden
November 2021
- Lesson with
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
opwarmen twijfelwoorden
March 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Twijfelwoorden
November 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Schrijven: Extra oefenen Zakelijke e-mail + Extra oefenen: Twijfelwoorden (2)
May 2024
- Lesson with
32 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
4 Formuleren 4.7 Twijfelwoorden als/dan - die/dat/wat - grootte/grote - kennen/kunnen, liggen/leggen
January 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Formuleren 2.4 twijfelwoorden
April 2020
- Lesson with
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Fomuleren 2 Fouten voorkomen - deel 2
November 2022
- Lesson with
41 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
H2 Fouten voorkomen 2.4 Twijfelwoorden HERHALING STOF
February 2023
- Lesson with
46 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2