Grammatica zinsdelen opdracht 8

Grammatica zinsdelen
4vm
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica zinsdelen
4vm

Slide 1 - Slide

werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin

Slide 2 - Slide

Onderwerp
Wie of wat doet iets?

Vraag: wie of wat + wwg?

De bal landt in het gras.
Laura eet een broodje.
Gisteren gingen de basisschoolleerlingen op schoolreisje.

Slide 3 - Slide

Lijdend voorwerp
Met wie of wat wordt iets gedaan?

Vraag: wie of wat + wwg + ond?

Mijn oma snijdt de taart aan.
Anne zet een kop thee op tafel.
Job is Chris aan het bellen.

Slide 4 - Slide

Meewerkend voorwerp
Degene die iets ontvangt, verneemt of iets wordt afgenomen
vraag: aan/voor wie + wwg + ond + lv?

Ze geeft eten aan de hond.
Ik vroeg haar of ze nog op vakantie ging.
Sanne maakt een taart voor Claire.

Slide 5 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
Bijwoordelijke informatie geeft extra informatie over werkwoorden of personen.
Vraag: waar? wanneer? hoe? waarheen? enz. 

Door de staking werd het overal een chaos.
Julia is niet aanwezig.
Het voetbalveld meet 100 bij 65 meter.

Slide 6 - Slide

Bijvoeglijke bepaling
Geeft meer informatie over een zelfstandig naamwoord. Is altijd onderdeel van een ander zinsdeel.

Ik zet de groene container van de buren buiten.
Mijn moeder houdt van gele tulpen.

Slide 7 - Slide

Opdracht 8
Gelukkig kon de dierenarts onze zieke poes met succes behandelen.
  • WWG: kon behandelen
  • OND: de dierenart
  • LV: onze zieke poes
  • MV: -
  • BWB: gelukkig, met succes
  • BVB: onze, zieke --> poes

Slide 8 - Slide

Opdracht 8
Kan iemand mij misschien vijf euro lenen?
  • WWG: kan lenen
  • OND: iemand
  • LV: vijf euro
  • MV: mij
  • BWB: misschien
  • BVB: vijf --> euro

Slide 9 - Slide

Opdracht 8
Vanaf nu lees je in dit blad ook alles over mode.
  • WWG: lees
  • OND: je
  • LV: alles over mode
  • MV: -
  • BWB: vanaf nu, in dit blad
  • BVB: over mode --> alles

Slide 10 - Slide

Opdracht 8
Het tweede filmkaartje krijg je gratis bij die spaaractie.
  • WWG: krijg
  • OND: je
  • LV: het tweede filmkaartje
  • MV: -
  • BWB: gratis, bij die spaaractie
  • BVB: tweede --> filmkaartje

Slide 11 - Slide

Opdracht 8
Vroeger heb ik eens een nachtje gekampeerd in de achtertuin.
  • WWG: heb gekampeerd
  • OND: ik
  • LV: -
  • MV: -
  • BWB: vroeger, eens, een nachtje, in de achtertuin
  • BVB: -

Slide 12 - Slide

Opdracht 8
Tijdens de werkweek naar de Ardennen deden de leerlingen verschillende opdrachten.
  • WWG: deden
  • OND: de leerlingen
  • LV: verschillende opdrachten
  • MV: -
  • BWB: tijdens de werkweek naar de Ardennen
  • BVB: naar de Ardennen --> werkweek, verschillende --> opdrachten

Slide 13 - Slide