Les 1 - Dier

 Les 1                 Dierverzorging
Welkom!

03-04-2024
Mevrouw Del Grosso
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

 Les 1                 Dierverzorging
Welkom!

03-04-2024
Mevrouw Del Grosso

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
- Kennismaken
- Terughalen vorige les
- Uitleg voltooid deelwoord
- Zelfstandig werken
- Lesafsluiting

Slide 2 - Slide

Hij (werken) elke dag aan zijn project.
A
werkt
B
werk
C
werkd
D
werkdt

Slide 3 - Quiz

Welk dier (vinden) jij geschikt voor mij?
A
vindt
B
vind
C
vint

Slide 4 - Quiz

Wat (gebeuren) daar?
A
gebeurd
B
gebeurt

Slide 5 - Quiz

(Vinden) je buurman dat wel goed?
A
vindt
B
vint
C
vind

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken
- Online methode
- Hoofdstuk taalverzorging werkwoordspelling

Slide 17 - Slide

Te4 Taalverzorging 
Werkwoordspelling 
2.1 Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (1t/m5)
2.2 Persoonsvorm in de verleden tijd (1 t/m 4)
2.3 Voltooid deelwoord (1t/m6)
2.4 Engelse werkwoorden (1t/m3)
2.5 Alles door elkaar (1+2)
Maken oefentoets werkwoordspelling

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Hij heeft het (beloven).
A
beloofd
B
belooft

Slide 27 - Quiz

Wij hebben vanmiddag (vergaderen).
A
vergaderd
B
vergadert

Slide 28 - Quiz

Ik heb zeven kilometer (fietsen).
A
gefietsd
B
gefietst

Slide 29 - Quiz

Door de vertraging zijn wij te laat (arriveren).
A
gearriveert
B
gearriveerd

Slide 30 - Quiz

Wij hebben heerlijk (zwemmen).
A
gezwemd
B
gezwemt
C
gezwommen

Slide 31 - Quiz

Tijdens de les (streamen) hij zijn favoriete YouTube-kanaal.
A
streamdt
B
streamt
C
streamd

Slide 32 - Quiz

Tijdens de afspraak (timen) de begeleider hoe lang hij bezig was.
A
timde
B
timede
C
timte
D
timete

Slide 33 - Quiz

Wat (vinden) je klasgenoot van deze les?
A
vindt
B
vind

Slide 34 - Quiz

Wat (vinden) je van de les?
A
vindt
B
vind

Slide 35 - Quiz

Wat vond je van deze les?

Slide 36 - Open question