Didactiek P2 L2: Doelstelling en BWOM

• didactiek
• MBO
• Studiejaar 1

Bewegingsvorm

• Bovenhandse techniek bij Volleybal
• Flats bij Hockey
• Pass binnenkant voet bij Voetbal
• Lay-up bij Basketbal
• Vlinderslag bij Zwemmen
• Handstand bij Turnen
•  Speerwerpen bij Atletiek

Doelstellingen, deel 2

toetsstof: 7, 6, 3

Noteer een doelstelling van een praktijkvak van afgelopen week!

Is jouw doelstelling cognitief, motorisch of sociaal-affectief...of toch anders

1. Cognitief
2. Motorisch
3. Sociaal-affectief
4. Anders

Welk termijn staat voor jouw doelstelling?

1. Lange termijn
2. middellange termijn
3. korte termijn

"De studenten van Sport en Bewegen moeten aan het einde van de les de handstand kunnen uitvoeren" is een

1. cognitieve doelstelling
2. motorische doelstelling
3. sociaal-affectieve doelstelling
4. niet realistische doelstelling ;)

"Aan het einde van landkamp is deze klas een echte groep geworden" is een

1. Sociaal-Affectieve doelstelling
2. Cognitieve doelstelling
3. Lange termijn doelstelling
4. Motorische doelstelling

BWOM (MOTORISCH!)

1. Bewegingsvorm

De deelnemers moeten  een wreeftrap kunnen uitvoeren

De deelnemers moeten een duurloop van 10km  kunnen lopen

De deelnemers moeten  voorwaartse salto  kunnen springen

Waarneembaar eindgedrag

Kunnen demonstreren of het weten

Softball gooien

Vlinderslag demonstreren

Marathon kunnen lopen

2. Waarneembaar eindgedrag

De deelnemers moeten een wreeftrap kunnen uitvoeren

De deelnemers moeten een duurloop van 10km kunnen lopen

De deelnemers moeten voorwaartse salto kunnen springen

Omstandigheden

SITUATIE WAARIN DE BEWEGINGSVORM WORDT UITGEVOERD.

Pass binnenkant voet in een positiespel

3. Voorwaarden/omstandigheden

De deelnemers kunnen de wreeftrap als voorzet toepassen

De deelnemers kunnen een duurloop van 10km over een sterk wisselend parcours lopen

De deelnemers kunnen een voorwaartse salto uit aanloop met afzet van een minitramp springen

De laatste oefening van je les omschrijven !

Onder welke omstandigheden

moeten ze de salto maken

Onder welke omstandigheden moesten ze de salto maken?

Onder welke omstandigheden moest afgerond worden?

Onder welke omstandigheden moest afgerond worden?

Minimale eis (kwalitatief)

Minimale eis (kwalitatief)

• 3 technische aanwijzingen
• Gericht op het lichaam
• Coachrol

4. Minimumprestatie

Deelnemers kunnen de wreeftrap als voorzet uitvoeren, waarbij ik let op dat  het standbeen telkens goed naast de bal wordt geplaatst.

De deelnemers kunnen een voorwaartse salto uit een aanloop met afzet van een minitramp springen, waarbij ik let op dat ze met twee benen afzetten en de landing tot stabiele stand plaats vindt. 

Minimale eis (kwantitatief)

• Aantal 
• Tijd
• Afstand
• Gewicht

HET IS MEETBAAR

Dus?

Kwalitatief = Kwaliteitseis

Kwantitatief = Hoeveelheid (meetbaar)

Waar bij ik let op dat ze linker hand naar broekzak doorzwaaien

1. Bewegingsvorm
2. Waarneembaar eindgedrag
3. Omstandigheden
4. Minimale eis

Aan het einde van de trainingskunde les kan 80% van de klas 10 latijnse namen van botten noemen

1. Kwalitatieve eis
2. Kwantitatieve eis

Aan het einde van de les kan je een handbal sprongschot uitvoeren in een 1 tegen 1 situatie waarbij er 7 van de 10 raak gaan

1. Kwalitatieve eis
2. Kwantitatieve eis

Aan het einde van de les kan je een basketbal set shot gooien vanaf de strafworp lijn waarbij je je knieën en armen strekt en je pols naar voren klapt (palmair flexie)

1. Kwalitatieve eis
2. Kwantitatieve eis

Opdracht

Bekijk filmpje.

Wat zal het doel van de les zijn?

Wat is der B, W ,O, M ?

Wat is de B ?
( Welke Bewegingsvorm aanleren ?)

1. Leren planken
2. Leren muurlopen
3. Leren hulpverlenen
4. Leren Handstand

Wat is de W?
( Welk Waarneembaar eindgedrag zie je?)

1. Ze moeten handstand demonsteren
2. Ze moeten weten hoe handstand moet

Wat is de O?
( Onder welke omstandigheden )

1. Op grond handstand laten zien
2. Tegen muur laten zien
3. Zonder hulp stukje opspringen
4. Afzetten op grond en volledige handstand maken met hulp vanger

Noteer een concrete doelstelling met de 4 onderdelen ( BWOM)

Wat is de M
( De minimale eis)

1. Je spieren aanspannen
2. Kaars recht staan
3. Bij afzet grote stap maken
4. Armen gestrekt houden

Opdracht

Bekijk filmpje.

Wat zal het doel van de les zijn?

Noteer de BWOM in een aantal zinnen

Noteer de doelstelling door gebruik van BWOM

Doelstelling

B= Lay up

W= kunnen demonstreren

O= Vanaf rechts vanuit de dribbel met actieve verdediger

M= Stappen rechts links, Armen strekken, mik op Vierkantje 

.

Doelstelling

Doelstelling: De deelnemers moeten aan eind van de les een lau up kunnen demonstreren vanuit de dribbel vanaf rechts met actieve verdediger, waarvbij ik let op afzet in 2 stappen rechts links met gestrekte arm , mikken in vierkantje

Over een afstand van 20 meter

1. Bewegingsvorm
2. Waarneembaar eindgedrag
3. Omstandigheden
4. Minimale eis

Kunnen uitvoeren

1. Bewegingsvorm
2. Waarneembaar eindgedrag
3. Omstandigheden
4. Minimale eis

De schoolslag

1. Bewegingsvorm
2. Waarneembaar eindgedrag
3. Omstandigheden
4. Minimale prestatie

spelregels kunnen uitleggen

1. Bewegingsvorm
2. Waarneembaar eindgedrag
3. Omstandigheden
4. Minimale eis

volledige doelstelling opzeggen

Wat ga je nu doen?

Maak de vragen ( zie teamsopdracht didactiek doelstellingen deel 2?

Klaar? Verder aan Circuit lesvoorbereiding

Klaar? Werken aan BPV opdrachten