Introductie en communiceren

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Periode 1

Welkom V4A

Leg je boeken, pen en papier op tafel. 

Vandaag:

- overzicht periode 1

- H. 1 Communiceren doe je samen

Je leert wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat. 

Wat heb je nodig voor Nederlands?

- laptop, pen en papier

- in Magister staat welk boek 

(oefenboek of theorieboek of leesboek)

- woordenboek tijdens de toets

Pak je theorieboek en bekijk de inhoudsopgave.

Beantwoord de volgende vragen in je schrift:

1. Wat zijn de drie hoofdonderwerpen in het boek?

2. Welke hoofdstukken herken je uit de onderbouw?

2. Welk hoofdstuk lijkt je interessant?

3. Welk hoofdstuk lijkt je moeilijk?

Periode 1:

- Communicatie: Inhoud en opbouw 1 t/m 6

- Literatuur: je leest een literair werk

- Numo

H. 1: Communiceren doe je samen

Je leert wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat.

Communicatie: het overbrengen van informatie.

Zender: spreker/schrijver

Boodschap: de informatie

Ontvanger: lezer of luisteraar

Non verbaal en verbaal.

Wat wordt er in het filmpje verbaal en non verbaal gecommuniceerd? 

Denk terug aan een moment waarop er vandaag iets gecommuniceerd is. Bespreek met diegene naast je de volgende vragen. 

Wie was de zender en wie ontvanger? 

Wat was de boodschap? 

Wat werd er non verbaal en wat werd verbaal gecommuniceerd?

Je houdt rekening met de kennis en ervaring van je publiek en het referentiekader. 

Referentiekader: Hoe iemand de wereld ziet. Op basis van achtergrond, geschiedenis en persoonlijke ervaringen. 

Bespreek met diegene naast je de volgende vragen: 

1. Hoe leg je aan een klasgenoot uit wat communicatie is ?

2. Hoe leg je aan een vierjarige uit wat communicatie is?

3. Hoe heb je rekening gehouden met het publiek?

1. Lees de theorie op blz. 52 en 53 in je theorieboek. 

2. Maak opdracht 1 t/m 3 en 7 (blz. 30). 

Je leert wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat.