communiceren doe je samen

Welkom 4HA
- ga rustig zitten
- zet je tas op de grond
- doe je jas uit en capuchon/muts af
- doe je oortjes en telefoon in je tas
Leg je boeken, schrift en pen op tafel. 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 4HA
- ga rustig zitten
- zet je tas op de grond
- doe je jas uit en capuchon/muts af
- doe je oortjes en telefoon in je tas
Leg je boeken, schrift en pen op tafel. 

Slide 1 - Slide

H. 1: communiceren doe je samen
Je leert wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat. 

Slide 2 - Slide

Communicatie: het overbrengen van informatie.

Zender: spreker/schrijver
Boodschap: de informatie
Ontvanger: lezer of luisteraar

Je houdt rekening met de kennis en ervaring van je publiek en het referentiekader. 


Slide 3 - Slide

Blz. 30 in het oefenboek

Slide 4 - Slide

Verbale communicatie: met woorden
Non-verbale communicatie: zonder woorden

Slide 5 - Slide

Wat wordt er in het filmpje non-verbaal gecommuniceerd?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Communicatiemiddel: het vervoermiddel van je boodschap, bijvoorbeeld lichaamstaal en woorden. 

Medium: staat tussen de zender en de ontvanger in, bijvoorbeeld een telefoon of computer. 

Slide 8 - Slide

Communicatiedoelen:
1. Aandacht vragen
2. 
- informeren
- beschouwen
- overtuigen
- activeren
- amuseren

Slide 9 - Slide

Femke Bol wint de finale van de 400 meter horden en is voor het eerst in haar carrière wereldkampioen.
A
informeren
B
beschouwen
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 10 - Quiz

Oliebollen zijn heerlijk, maar ook slecht voor je gezondheid.
A
informeren
B
beschouwen
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 11 - Quiz

Sommige docenten vinden telefoons in de klas nuttig, andere vinden ze alleen maar afleidend.
A
informeren
B
beschouwen
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 12 - Quiz

Toy Story is mijn favoriete film.
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 13 - Quiz

Word nu lid en ontvang een gratis badhanddoek.
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 14 - Quiz

Context:
- referentiekader zender en ontvanger
- communicatiemiddel
- communicatiedoel
- tijd, plaats en situatie

Slide 15 - Slide

Lees de theorie op blz. 53, 54 en 55 in je theorieboek. 
Maak opdracht 8 en 10 (blz. 30-31 in je oefenboek). 

We bespreken de antwoorden in deze les. 
Je mag fluisterend overleggen. 
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Welkom 4HA
- ga rustig zitten
- zet je tas op de grond
- doe je jas uit en capuchon/muts af
- doe je oortjes en telefoon in je tas
Leg je boeken, schrift en pen op tafel. 

Slide 17 - Slide

H. 1: communiceren doe je samen
Je leert wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat. 

Slide 18 - Slide

Je leert wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat. 
zender, boodschap, ontvanger
publiek, referentiekader
verbaal/non-verbaal
communicatiemiddel, medium
context

Slide 19 - Slide

Ode aan de scheidsrechter (blz. 32)
1. Wat zijn de communicatiedoelen van een scheidsrechter? 
2. Waarom is non-verbale communicatie van scheidsrechters zo belangrijk?

Slide 20 - Slide

ode
masochist
anonimiteit
fractie

Slide 21 - Slide

Lees de tekst Ode aan de scheidsrechter (blz. 32). 
Maak opdracht 15 t/m 20 (blz. 33). 
Je mag fluisterend overleggen. 
timer
15:00

Slide 22 - Slide

Je leert wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat. 
zender, boodschap, ontvanger
publiek, referentiekader
verbaal/non-verbaal
communicatiemiddel, medium
context

Slide 23 - Slide

Aan het einde van de les:
- Doe je je spullen in je tas
- Blijf je zitten tot de bel gaat

Als de bel gaat:
- Schuif je je stoel aan
- Loop je rustig naar de volgende les toe

Slide 24 - Slide