This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Luchtweg & ademhaling
Hoofdstuk 4
Slide 1 - Slide
In welk onderdeel van het ademhalingsstelsel wordt zuurstof in het bloed opgenomen?
A
luchtpijp
B
bronchiën
C
longblaasjes
D
neus en keelholte
Slide 2 - Quiz
Waardoor wordt zuurstof door het lichaam vervoert
A
rode bloedcellen
B
bloedplaatjes
C
witte bloedcellen
D
bloedplasma
Slide 3 - Quiz
Welke afvalproduct ademen we uit?
A
Stikstof
B
Koolstofdioxide
C
Zuurstof
D
Water
Slide 4 - Quiz
Wanneer het middenrif naar beneden gaat...
A
wordt de inhoud van de borstholte kleiner
B
blijft de inhoud van de borstholte gelijk
C
wordt de inhoud van de borstholte groter
D
ontspannen de buikspieren zich
Slide 5 - Quiz
Anatomie
Ademhalingsstelsel
Ademhalingsstelsel
Bovenste luchtwegen
Onderste luchtwegen
Slide 6 - Slide
Bovenste luchtwegen
de neusholte
de mondholte
de keelholte (farynx)
het strottenhoofd (larynx).
Slide 7 - Slide
Neusholte (Nasopharynx)
Neustussenschot
Neusschelpen met slijmvlies bekleed
Door het neusslijmvlies wordt de ingeademde lucht verwarmd en bevochtigd.
Neusbijholten
Slide 8 - Slide
Keelholte (Farynx)
Opening naar strottenhoofd en naar de slokdarm
Verbinding met de buis van eustachius
Slide 9 - Slide
Strottenhoofd (Larynx)
Verbinding tussen keelholte en luchtpijp
Kraakbeenstukken
Strottenklepje
Stembanden
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Onderste luchtwegen
Trachea
Twee bronchiën
Bronchioli
alveoli
Slide 12 - Slide
Bouw longen
Linker long 2 kwabben
Rechterlong 3 kwabben
De wand van luchtpijp en bronchiën is bekleed met slijmvlies
Iedere long bevat z'n 150 longblaasjes
Tekst
Slide 13 - Slide
Inwendige bouw van een long
luchtpijp met kraakbeenringen
Bronchiën
Luchtpijptakjes (bronchiale)
Longblaasjes of alveoli
Slide 14 - Slide
Trachea
Slide 15 - Slide
Trachea
luchtpijp
Opbouw:
Trilhaarepitheel met slijmcellen (hoestreflex)
Bindweefsel
Glad spierweefsel
Hoefijzervormige kraakbeenstukken
Slide 16 - Slide
Twee bronchiën
De trachea splitst in een linker en rechter tak
Slide 17 - Slide
Diffusie
Deze gaswisseling berust op het verschijnsel diffusie, dat wil zeggen dat een stof zich beweegt van plaatsen waar zich een grotere hoeveelheid van die stof bevindt, naar plaatsen waar een kleinere hoeveelheid van die stof aanwezig is.
Slide 18 - Slide
Gaswisseling
- In de longblaasjes vindt uitwisseling uit
-Zuurstof en koolstofdioxide
Diffusie
Slide 19 - Slide
Alveoli
Longblaasjes
Bevatten GEEN kraakbeenringen
Haarvaten
Ingeademde lucht/zuurstof
uitgeademde lucht > Koolstofdioxide uit het bloed
Diffusie
Slide 20 - Slide
Ademhalingsstelsel
Lesweek 6
Na de kerstvakantie; lesweek 7 (herhalen)
Lesweek 8; oefentoets
Lesweek 9; toets
Slide 21 - Slide
Wat is de weg die zuurstof aflegt?
A
Luchtpijp, bronchiën, bronchiolen, longblaasjes
B
Luchtpijp, longblaasjes, bronchiën, bronchiën
C
Luchtpijp, bronchiën, longblaasjes, bronchiolen
D
Luchtpijp, bronchiën, bronchien, longblaasjes
Slide 22 - Quiz
De ademhaling wordt door de ademhalingscentra aangestuurd. Waar bevindt zich dit?
A
Neusholte
B
Vertakking hoofdbronchus
C
Hersenen
D
Longen
Slide 23 - Quiz
Diffusie
A
Stoffen verplaatsen zich van een hoge concentratie naar een lage concentratie
B
Stoffen verplaatsen zich van een lage concentratie naar een hoge concentratie
Slide 24 - Quiz
Ademhaling
Slide 25 - Slide
Bouw
Buitenste blad; borstvlies
Binnenste blad ; longvlies
Ruimte tussen beide vliezen; pleuraholte
Dubbele vlies en luchtdichte afsluiting zorgen dan de longen borstkas en middenrif volgen.
Dunne laag 1 laag cellen goed uitwisseling stoffen
Slide 26 - Slide
Als er lucht van buitenaf in de pleuraholte komt spreken we van een klaplong?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quiz
Longvlies
het buitenste blad, het borstvlies, is vergroeid met de binnenzijde van de borstkas en het middenrif
het binnenste blad, het longvlies, is op het longoppervlak gelegen.
Slide 28 - Slide
Regeling van de ademhaling
Slide 29 - Slide
Longcapaciteit
Per ademhaling wordt ongeveer 500 ml lucht in en uit geademd
1/3 deel blijft hangen in de ademhalingswegen tot aan de longtrechters
Er blijft altijd lucht achter in de longen (1200ml)
Slide 30 - Slide
Bij hyperventilatie
A
Adem je te snel met als gevolg een te laag C02 gehalte
B
Adem je te snel met als gevolg te hoog CO2 gehalte
Slide 31 - Quiz
Hyperventilatie
Is eigenlijk “over beademing”
Je ademt teveel aan C02 uit
Hierdoor te weinig aan koolstofdioxide in het bloed
De zuurgraad van het bloed verandert > wordt basisch
Kan resulteren in paniek/angst /vicieuze cirkel
Slide 32 - Slide
Hyperventilatie
Bij hyperventilatie moet de hoeveelheid kooldioxide in het bloed hersteld worden
Eigen uitgeademde lucht laten inademen (enige tijd in zakje laten ademen)
Hergebruik C02
Slide 33 - Slide
Hyperventilatie
Klachten bij hyperventilatie:
Kortademigheid
Duizeligheid
Hartkloppingen
Beklemmend gevoel op de borst
Alkalose
Slide 34 - Slide
Acute bronchitis
= onsteking van de bronchien
Oorzaak; virus, bacterie
symptomen; kortademig, hoesten, slijm
antibiotica; afhankelijk van oorzaak
Slide 35 - Slide
Astma
Astma is een ontsteking van de kleine luchtwegbuisjes in de longen.
Bronchiën ontstoken > slijmvliezen zwellen op
Astma aanval; Meer slijm
Spieren om de bronchiën vernauwen; Bronchospasme
Exacerbatie
Slide 36 - Slide
Luchtwegverwijders (Kort- en langwerkende)
Ontstekingsremmers (corticosteroïden)
Beweging
Saneren
Vermijden van rook en andere uitlokkende prikkels
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
COPD
Chronic Obstructive Pulmonary Diseases
COPD is dus verzamelnaam
Chronische bronchitis
Longemfyseem
Slide 39 - Slide
Bij COPD zie je vaak het verlies van spiermassa?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 40 - Quiz
Chronische bronchitis
Bronchiën zijn langdurig ontstoken
Hierdoor meer slijmproductie
Veroorzaakt benauwdheid en hoesten
Door de ontstekingen wordt het slijmvlies steeds dikker
>VEEL SLIJM
Slide 41 - Slide
Longemfyseem
Alveoli gaan verloren (langzaamaan)
Hoe minder longblaasjes, hoe moeilijker de gaswisseling in de longen
slijm in onstekingsproces
Slide 42 - Slide
Behandeling
Stoppen met roken
Luchtwegverwijders (Kort- en langwerkende)
Ontstekingsremmers (corticosteroïden) bij 2 of meer exacerbaties