A&F2 Stollingstoornissen

Vandaag
  • Even inchecken
  • Opfrissen voorkennis bloedstolling
  • Uitleg bloedstolling en stollingsstoornissen 
  • Als er tijd is: zelfstandig werken
  • Afronden les
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Anatomie & FysiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag
  • Even inchecken
  • Opfrissen voorkennis bloedstolling
  • Uitleg bloedstolling en stollingsstoornissen 
  • Als er tijd is: zelfstandig werken
  • Afronden les

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het met jou?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Heb je een fijne kerstvakantie gehad?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Even opfrissen

Wat weten jullie nog?

Slide 4 - Slide

Wat is ook alweer de medische naam voor bloedstolling?
A
Hemolyse
B
Hemostase
C
Hematopoëse
D
Hemoglobine

Slide 5 - Quiz

Welke bloedcel is het meest belangrijk bij de hemostase?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatje(s)

Slide 6 - Quiz

Trombocyten
  • Trombocyten (bloedplaatjes) zijn zeer klein
  • Hebben weinig onderdelen, geen celkern
  • Leven maximaal 10 dagen, afbraak in de milt
  • 1/3 is opgeslagen in de milt,
    2/3 stroomt door het bloed

Slide 7 - Slide

Trombocyten
  • Belangrijke rol bij de hemostase:
  • Stoppen van het bloeden van een wondje
  • Kleiner maken van het gat in het bloedvat
  • Regelen van de aanmaak van enzymen en stollingsfactoren  voor de verdere bloedstolling

Slide 8 - Slide

Sleep de term naar de juiste fase van hemostase:
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Vaatfase
Bloedplaatjes
fase
Stollingsfase

Slide 9 - Drag question

Sleep de omschrijving naar de juiste fase van hemostase:
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Vaatspasme: vasoconstrictie van het bloedvat
Trombocyten hechten aan beschadigde bloedvatwand
Fibrinedraden vormen een web met daarin trombocyten en erytrocyten

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Stollingsstoornissen - stolling gaat mis
Er is:
 te weinig stolling > bloedingen
OF
teveel stolling > bloedpropjes

Slide 17 - Slide

Te weinig stolling
  • In fase 1) gestoorde vasoconstrictie door slappe of stijve vaatwand
  • In fase 2) gestoorde vorming van trombocytenprop
  • In fase 3) Gestoorde vorming van het fibrinenetwerk

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

fibrinenetwerk

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Teveel stolling
  • Onnodige bloedpropje(s)/stolsel(s) 

  • Kan leiden tot trombose (bijv. trombosebeen)
  • Trombose kan weer leiden tot een embolie in de longen, het hart of de hersenen (afhankelijk van de plek van het stolsel)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Even testen: welke stof hoort niet bij bloedstolling?
A
Fibrinogeen
B
Vitamine K
C
Erytropoëtine
D
Factor XII

Slide 28 - Quiz

Wanneer er iets mis is met de stolling is fase 3, dan is dit te herkennen aan:
A
Petechiën (puntbloedingen)
B
Hematoom (bloeduitstorting)
C
Warme, rood/blauwe huid
D
Benauwdheid

Slide 29 - Quiz

Wat is een mogelijk gevaarlijk gevolg van een trombosebeen?

Slide 30 - Open question

Wat is de behandeling voor het voorkomen van trombose/embolie?
A
Trombocytenconcentraat
B
Cofact (stollingsfactoren)
C
Anticoagulantia
D
Paracetamol

Slide 31 - Quiz

Afronding les
  • Maak de huiswerkopdracht Les 7 Stollingsstoornissen
  • Vergeet niet de verwerkingsopdracht week 7 in de vrije bouwsteenuren

Volgende week dinsdag in vrije BWS:
  • Diagnostische toets alle lesstof P1 + P2, in totaal 50 meerkeuzevragen
  • Zorg dat Test-Correct werkt! Test maandagochtend nog even of je zonder problemen in kan loggen.


Slide 32 - Slide