Pv in tt oefenen

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Slide 1 - Slide

Niet zeker? Gebruik het werkwoord lopen

Slide 2 - Slide

Voorbeelden:

Slide 3 - Slide

Pv in tt
1. Mijn opa en oma …(wandelen) elke dag.

Slide 4 - Open question

Pv in tt
2. … (worden) jij nooit kwaad op je broer?

Slide 5 - Open question

Pv in tt

3. Hij ..... (maken) een lekkere taart.

Slide 6 - Open question

Pv in tt

4. Wij ..... (rennen) naar school.

Slide 7 - Open question

Pv in tt

5. Marit ... (wonen) in Apeldoorn.

Slide 8 - Open question

Pv in tt
6. De boot … (drijven) op het water.

Slide 9 - Open question

Pv in tt
7. Dat ...(vinden) ik geen goed idee.

Slide 10 - Open question

Pv in tt
8. Die kleuter ....(graven) met zijn schepje in het zand.

Slide 11 - Open question