Herhaling H7 3kader

Herhaling H7
3 kader
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Herhaling H7
3 kader

Slide 1 - Slide

In ons land heb je de centrale overheid (het rijk) en lagere overheden.
Noem de drie lagere overheden.

Slide 2 - Open question

De gemeenten, provincies en waterschappen zijn lagere overheden. Kies een taak van de provincie.
A
Het uitgeven van een nieuw paspoort.
B
Bepalen waar steden en dorpen mogen uitbreiden.
C
Het uitvoeren van de jeugdzorg.
D
Maatregelen nemen tegen overstromingen.

Slide 3 - Quiz

Dijken behoren tot de collectieve goederen.
Noem een reden waarom de overheid voor de dijken zorgt.

Slide 4 - Open question

Kies het juiste antwoord.
De collectieve sector bestaat uit:
A
overheid + instellingen sociale zekerheid
B
bedrijven + burgers
C
overheid + burgers

Slide 5 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
De particuliere sector bestaat uit:
A
overheid + instellingen sociale zekerheid
B
bedrijven + burgers
C
overheid + burgers

Slide 6 - Quiz

Welk begrip past bij onderstaande omschrijving?
"Een toelichting op de rijksbegroting waarin de regering uitlegt waarom ze bepaalde keuzes heeft gemaakt".

Slide 7 - Open question

Leg uit dat een lage werkloosheid kan zorgen voor een begrotingsoverschot bij de overheid.

Slide 8 - Open question

Het aantal niet-actieven groeit de laatste jaren ten opzichte van het aantal actieven.
Leg uit waarom het nettoloon van werkenden hierdoor kan dalen.

Slide 9 - Open question


A

Slide 10 - Quiz

Gebruik de tabel over het sociaal minimum hieronder.
Jef (31) is een alleenstaande ouder. Zijn dochter is 4 jaar. Jef heeft een inkomen van € 850 per maand.
Bereken hoeveel aanvullende uitkering Jef per maand moet krijgen om aan het sociaal minimum te komen.

Slide 11 - Open question

De overheid levert veel collectieve goederen. Eén van de redenen dat de overheid collectieve goederen levert, is dat de voorzieningen betaalbaar moeten blijven voor iedereen.
Noem nog een reden waarom de overheid bepaalde collectieve goederen levert.

Slide 12 - Open question