Les 5 en 6 - Tekstdoelen en tekstvormen (Taalgebruik hst 2)

1 / 51
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom
Op tafel: 

hand- en oefenboek Kern
map + pen/potlood
laptop 


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Agenda 

1. Taalregel d.m.v. dictee
2. Tekstsoorten, tekstdoelen, (deel)onderwerp en structuur: uitleg en oefenen in lessonup
3. Aan de slag: lezen met oefening
4. Numo-check en evt. even eraan werken


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen: aan het einde van deze en volgende les...

R: heb je een deel van de spellingsregel van samenstellingen opgehaald en geoefend middels een dictee
R: heb je geleerd wat tekstdoelen zijn en hoe deze zich verhouden tot tekstsoorten en tekstvormen 
T1: herken je in een tekst waarom een schrijver gekozen heeft voor een tekstvorm bij een gegeven tekstdoel en -soort. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Agenda 

1. Taalregel d.m.v. dictee
2. Tekstsoorten, tekstdoelen, tekstvorm: uitleg en oefenen in lessonup
3. Aan de slag: lezen met oefening
4. Numo-check en evt. even eraan werken 


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Dictee
Pen en papier bij de hand
Ik lees voor, jij schrijft. 
Ik benoem de interpunctie. 
Daarna kijken we na. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Samenstellingen (geel)
Als het om klimaatdoelstellingen gaat, zijn kinderbelangen groter dan die van volwassenen. Immers hun toekomst staat op het spel. Een huis kopen in een binnenstad, die onder water staat over twintig jaar, is natuurlijk gekkenwerk. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Agenda 

1. Taalregel d.m.v. dictee
2. Tekstsoorten, tekstdoelen, tekstvormen: uitleg en oefenen in lessonup
3. Aan de slag: oefening
4. Numo-check en evt. even eraan werken


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vorige week hst 1 Taalgebruik blz. 44 Handboek

Verhalende teksten => vermaken, amuseren, tot denken aanzetten. Bijv. roman, sprookje, gedicht, liedje
Informerende teksten => feitelijk, betrouwbaar. Bijv. kranten, schoolboek, recept
Waarderende teksten => oordeel, overtuigen. Bijv. recensie, debat  

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Even ophalen: welke vijf tekstdoelen heb je eerder geleerd?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Even ophalen: wat is verschil tussen activeren en overtuigen?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Amuserende teksten zijn...
A
..om te lachen
B
.. om te huilen
C
.. om te vermaken
D
.. alleen romans (fictie)

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Vorige week drie tekstsoorten geleerd, welke?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Handboek hst 2 - Taalgebruik blz. 46/47

Elke tekst heeft een of meerdere doelen. 
Er komt een aantal doelen bij (bijv. ordenen en verklaren)
Bepaalde tekstsoorten komen vaker voor bij bepaalde tekstdoelen. 
Een tekstvorm = wat voor soort tekst het is. 
Een zelfde tekstdoel kan in meerdere tekstvormen geschreven worden.  


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Blz. 46 handboek

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Drie voorbeelden van informerende tekstsoorten met ieder een ander tekstdoel:

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Agenda 

1. Taalregel d.m.v. dictee
2. Tekstsoorten, tekstdoelen, tekstvormen: uitleg en oefenen in lessonup
3. Aan de slag: oefening
4. Numo-check en evt. even eraan werken


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Opdracht - deze lever je zo in
Schrijf twee korte Verhalende teksten over een schooldag
1. Vertelling: delen van een ervaring (gesprek, dagboekfragment, verslag bijv.)
2. Verhaal: vermaken of aan het denken zetten (kort verhaal, anecdote, mop, fabel, sprookje, stripverhaal, scenario)
Je mag zelf de tekstvorm kiezen
Lever in op papier, met je naam erop,  (zie blz. 46 voor uitleg). 

timer
10:00

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Tot Einde les...
Nu tot einde van de les op Numo: 
spelling

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Als het goed is heb je..

R: een deel van de spellingsregel van samenstellingen opgehaald en geoefend middels een dictee
R: geleerd wat tekstdoelen zijn en hoe deze zich verhouden tot tekstsoorten en tekstvormen 
T1: in een tekst waarom een schrijver gekozen heeft voor een tekstvorm bij een gegeven tekstdoel en -soort. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Agenda morgen

1. Terug geschreven tekst 
2. Tekstsoorten, tekstdoelen, tekstvormen: met kranten aan de slag om verschillende tekstvormen te herkennen 
3.  Numo-check en eraan werken


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat vind je fijn aan de les? Wat wil je anders?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Voor volgende les
Lees je uit het handboek hst 2 blz. 46/47 goed door
Je schrijft vragen op, als je iets niet snapt van deze paragraaf

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Welkom

laptop
(handboek mag)
pen/potlood
post-its



Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Agenda 

1. Inzien van je werk van gisteren
2. Ophalen van gisteren tekstsoorten, tekstdoelen, tekstvormen
3. Krantenles
4. Numo-check en eraan werken


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen: aan het einde van deze en volgende les...


T1: herken je in een tekst waarom een schrijver gekozen heeft voor een tekstvorm bij een gegeven tekstdoel en -soort. 
T2: heb je in een aantal kranten en tijdschriften teksten gezocht en van deze teksten correct benoemd welk tekstdoel, tekstoort en tekstvorm deze teksten hebben 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Ik weet welke tekstsoorten er zijn en ik kan ze herkennen in bestaande kranten en/of tijdschriften

Ik kan uitleggen waarom de schrijver voor een tekstsoort heeft gekozen (link met tektstdoel en tekstvorm) en dat uitleggen aan klasgenoten 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Agenda 

1. Inzien van je werk van gisteren
2. Ophalen van gisteren tekstsoorten, tekstdoelen, tekstvormen
3. Krantenles
4. Numo-check en eraan werken


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Agenda 

1. Inzien van je werk van gisteren
2. Ophalen van gisteren tekstsoorten, tekstdoelen, tekstvormen
3. Krantenles
4. Numo-check en eraan werken


Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Blz. 46 handboek

Slide 37 - Slide

This item has no instructions


A
Dit is een betoog via een ingezonden brief: tekstdoel overtuigen
B
Dit is een verhaal via een ingezonden brief: tekstdoel tot nadenken aanzetten
C
Dit is een Recensie via een ingezonden brief: tekstdoel evalueren
D
Dit is een vertelling via een ingezonden brief: tekstdoel tot nadenken aanzetten

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions


Bron: jeugdjournaal.nl
A
Dit is een informerende tekst, waarin een verschijnsel wordt verklaard in een procedure
B
Dit is een informerende tekst, waarin een verschijnsel wordt beschreven in een nieuwsbericht
C
Dit is een informerende tekst, waarin een verschijnsel wordt beschreven in een blog
D
Dit is een waarderende tekst, waarin betoogd wordt dat er minder fatbikes moeten komen

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Welke tekstsoort en tekstdoel:
een sollicitatie naar een baan bij McDonalds

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Welke tekstsoort
&
tekstdoel?


Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Agenda 

1. Inzien van je werk van gisteren
2. Ophalen van gisteren tekstsoorten, tekstdoelen, tekstvormen
3. Krantenles
4. Numo-check en eraan werken


Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 
Maak groepen van 3/4 leerlingen
Kies uit de gegeven kranten en tijdschriften 
MINIMAAL VIER VERSCHILLENDE TEKSTVORMEN
Knip ze uit en leg op tafel, zet op post-it:
- welke tekstsoort
- welk tekstdoel
- welke tekstvorm


Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Opstaan en rondlopen
Bekijk wat de andere groepen gekozen hebben

Als je het er niet bij eens bent: plak post-it en leg uit waarom

Evaluatie

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Ja ook weer Numo...

Elke week werken.
4,5 uur aan einde van deze periode.
Aan een leerplan. 




Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Beoordelingselement 1
(Grote) toets:
1. Recensie beoordelen/schrijven 
2. Kern handboek Taalgebruik Hoofdstuk 1 t/m 5, Taal en cultuur hoofdstuk 11 (redeneren), 14 (framing)
3. Kern oefenboek hst 1A, B, C, (G) + hst 4A, B, C, (G)
3. Fictie-opdracht over gelezen boek 

Beoordelingselement 2:

Numo
Spelling 3F/4F

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Ik vond les
Leerzaam
Niet leerzaam
Moeilijk
Geen mening

Slide 47 - Poll

This item has no instructions

Handboek: soms mee, wel voor proefwerk en huiswerk
Oefenboek Kern: ALTIJD bij je als je Nederlands hebt

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Lees de tekst
Als je een woord niet kent, vraag gerust
Wereldcampus: maatschappij en ik (inspraak, democratie en mensenrechten)

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Vragen 
Wat is het onderwerp: waar gaat deze tekst over? 
Wat vindt deze schrijver?
Wat voor argumenten geeft hij/zij?
Is dat ethos, pathos, logos? 


Slide 50 - Slide

Zie Teams voor tekst + werkblad
Beoordelingselement 1: (Grote) toets

1. Recensie beoordelen/schrijven 
2. Kern handboek Taalgebruik Hoofdstuk 1 t/m 5 + 7, Taal en cultuur hoofdstuk 11 (redeneren), 13 (Betrouwbaarheid van teksten), 14 (framing)
3. Kern oefenboek hst 1A, B, C, (G) + hst 4A, B, C, (G)


Beoordelingselement 2: 
Boek lezen als project (met andere docent) in groepen met opdrachten
Beoordelingselement 3:
Numo
Leerplan spelling (3F) AF

Slide 51 - Slide

This item has no instructions