Basisstof 4 .2 - Bacteriën en schimmels 3K

Deze les
1) Opstarten (15min)

 
2) Check 4.1 (5 min max)
3) Uitleg Basisstof 2 (10 min)
4) Tijd voor opdrachten en vragen (10 min)
5) Opdracht 6 bespreken (5 min)
6) Afsluiting
  • Vragen stellen
  • Huiswerkcheck
  • Zelf starten 4.2
Lezen Bs 2 
Maken opdrachten:  2, 3, 6 en 7
                       
Lezen Bs 3 (Huiswerk)

1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deze les
1) Opstarten (15min)

 
2) Check 4.1 (5 min max)
3) Uitleg Basisstof 2 (10 min)
4) Tijd voor opdrachten en vragen (10 min)
5) Opdracht 6 bespreken (5 min)
6) Afsluiting
  • Vragen stellen
  • Huiswerkcheck
  • Zelf starten 4.2
Lezen Bs 2 
Maken opdrachten:  2, 3, 6 en 7
                       
Lezen Bs 3 (Huiswerk)

Slide 1 - Slide

1) Opstarten (15min)
  • Vragen stellen
  • Huiswerkcheck
  • Werken aan 4.2 

Lezen Bs 2 
Maken opdrachten:  2, 3, 6 en 7
                       
Lezen Bs 3 (Huiswerk)

Slide 2 - Slide

Wat moet je kennen/kunnen?
4.1.1 Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
4.1.2 Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.

Slide 3 - Slide

Plantencel
Dierlijke cel
Schimmelcel
Bacteriecel

Slide 4 - Drag question

Indelen in groepen
Planten:
  • Celkern
  • Wel celwand
  • Bladgroenkorrels
Planten:
  • Celkern
  • Wel celwand
  • Geen  Bladgroenkorrels
Schimmels:
  • Celkern
  • Wel celwand
  • Geen
     Bladgroenkorrels
Bacteriën
  • Geen celkern
  • Wel celwand
  • Geen
     Bladgroenkorrels

Slide 5 - Slide

plant
dier
schimmel
bacterie

Slide 6 - Drag question

Dierenrijk
Plantenrijk
Schimmelrijk
Bacterierijk

Slide 7 - Drag question

Organismen ordenen

Slide 8 - Slide

Wat moet je kennen/kunnen?
4.2.1 Je kunt de kenmerken van bacteriën noemen.
4.2.2 Je kunt de kenmerken van schimmels noemen.
4.2.3 Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor de mens en de natuur.
4.2.4 Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk kunnen zijn voor mense

Slide 9 - Slide

Begrippen basisstof 2


reducent
Bacterie of schimmel die resten van dieren en planten afbreekt.
voedselbederf
Voedsel wordt ongeschikt om te eten door schimmels en bacteriën.
ziekteverwekker
Organisme dat een infectie kan veroorzaken bij planten, mensen en dieren
antibioticum
Geneesmiddel dat bacteriën doodt (bijv. penicilline). 
schimmeldraden
Lange, dunne draden waaruit meercellige schimmels bestaan.
spore
Cel waaruit een nieuw organisme kan ontstaan.
paddenstoel
Vruchtlichaam van een meercellige schimmel.

Slide 10 - Slide

Wat moet je kennen/kunnen?
4.1.1 Je kunt organismen indelen door 
 te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
4.1.2 Je kunt de kenmerken noemen van de cellen
 van bacteriën, schimmels, planten en dieren.
Lezen Bs 1 
Maken opdrachten:  1, 2, 6

Lezen Bs 2 (Huiswerk)

Slide 11 - Slide

Elektronenmicroscoop
15 000x

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Kenmerken bacteriën



  • één cel
  • erg klein
  • zweepharen
  • geen celkern

Slide 14 - Slide

Voortplanting bacteriën

  • celdeling (elk halfuur delen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Kenmerken
Schimmels

  • eencellig of meercellig
  • eencellig zijn gisten 
  • meercellige bestaan uit lange draden 

Een paddenstoel is een meercellige schimmel! 

Slide 17 - Slide

Voortplanting schimmels


  • sporen = cel waar nieuwe schimmel uit komt aan uiteinde schimmeldraad of onder de paddenstoel
  • Knopvorming

Slide 18 - Slide

gist
Gist is een eencellige schimmel.

Celdeling/Knopvorming
er groeit een knop aan de gistcel en hieruit groeit een nieuwe gistcel

Slide 19 - Slide

Meercellig -> paddestoel

Slide 20 - Slide

Meercellig -> paddestoel

Slide 21 - Slide

Nuttige en schadelijke
bacteriën en schimmels


  • ze voeden zich met dode resten van organismen
  • reducenten
  • hierbij komen voedingsstoffen vrij die door planten kunnen worden gebruikt


Slide 22 - Slide

Bederven
Bacteriën en schimmels kunnen voedsel bederven

Dit kun je tegengaan door:
conserveren of koelen

Slide 23 - Slide

yoghurt, zuurkool, yakult, geneesmiddelen, asmiddel, hormonen
brood, wijn, bier schimmelkaas, antibiotica 

Slide 24 - Slide

Biotechnologie
Biotechnologie is verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken. 


Slide 25 - Slide

Antibiotica 
maken schimmels en bacteriën dood

Penicilline is een antibiotica gemaakt door een penseelschimmel 

Slide 26 - Slide

Wat moet je kennen/kunnen?
4.2.1 Je kunt de kenmerken van bacteriën noemen.
4.2.2 Je kunt de kenmerken van schimmels noemen.
4.2.3 Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor de mens en de natuur.
4.2.4 Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk kunnen zijn voor mense

Slide 27 - Slide

Begrippen basisstof 2


reducent
Bacterie of schimmel die resten van dieren en planten afbreekt.
voedselbederf
Voedsel wordt ongeschikt om te eten door schimmels en bacteriën.
ziekteverwekker
Organisme dat een infectie kan veroorzaken bij planten, mensen en dieren
antibioticum
Geneesmiddel dat bacteriën doodt (bijv. penicilline). 
schimmeldraden
Lange, dunne draden waaruit meercellige schimmels bestaan.
spore
Cel waaruit een nieuw organisme kan ontstaan.
paddenstoel
Vruchtlichaam van een meercellige schimmel.

Slide 28 - Slide

Tijd voor opdrachten en vragen (15 min)
Lees Basisstof 2 (blz 236t/m 241)

Lees de tekst ‘De bremraap’
Maak opdracht 2, 3, 6 en 7 (blz 242 t/m 245)
te maken
Klaar? Lees Basisstof 3 (Huiswerk)


Lezen Bs 2 
Maken opdrachten:  2, 3, 6 en 7
                       
Lezen Bs 3 (Huiswerk)

Slide 29 - Slide

6a - In welk deel van een plantencel vindt fotosynthese plaats?

Slide 30 - Open question

De bremraap kan niet aan fotosynthese doen en heeft dus de brem (een andere plant) nodig om te overleven.

6c - Wat is het verschil tussen de cellen van de bremraap en die van de meeste andere planten?

Slide 31 - Open question

6d - Tot welk rijk behoort de bremraap, als je kijkt naar de celkenmerken?

Slide 32 - Open question