Les 13 23 November 2024 Draft

Welkom!
Fijn dat je er weer bent - wat gaan we doen:
  • Herhalen §4 Tekstdoelen
  • Start paragraaf 5 Thema A (blz. 120)
  • Grammatica woordbenoemen - persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord (blz 218)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Fijn dat je er weer bent - wat gaan we doen:
  • Herhalen §4 Tekstdoelen
  • Start paragraaf 5 Thema A (blz. 120)
  • Grammatica woordbenoemen - persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord (blz 218)

Slide 1 - Slide

Cursus 7 spelling §1, §2, §3
§1 Hoofdletters en leestekens
§2 Bijvoeglijk naamwoord
§3 Meervouden

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

§1 Hoofdletters en leestekens (blz 244-245)

Dit is een herhaling van groep 8.
Lees de theorie goed door - onthoudt de regels.

Je oefent in je huiswerk met de regels.

Slide 4 - Slide

Thema A Paragraaf 5
Activerend schrijven 
Kijk en lees mee op blz 120-121

Slide 5 - Slide

Activerend schrijven
Als je in een tekst iemand wil overhalen om iets te doen, schrijf je activerend. Je gebruikt dan korte zinnen, versterkende woorden en uitroeptekens. 

- Het zou fijn zijn als u allemaal stopt met het mishandelen van dieren.
- Stop het dierenleed! 

Slide 6 - Slide

Versterkende woorden
Versterkende woorden zijn vaak bijvoeglijke naamwoorden (mooi, fantastisch, groot) die de uitspraak mooier, leuker of juist erger maken:

- Kom naar de open dag van Broklede.
- Kom naar de fantastische open dag van onze geweldige school! (zie je het verschil?)

Slide 7 - Slide

Krachtige synoniemen
Synoniem: twee woorden die hetzelfde betekenen.

Bijvoorbeeld: 
doden > slachten
helpt niet > is compleet nutteloos
is goed > is fantastisch

Slide 8 - Slide

Pak een blaadje en een pen
Herschrijf de volgende zinnen activerend:

  1. Het is belangrijk dat je je warm aankleedt als het buiten koud is.
  2. Misschien zou je eens gezond moeten eten.
  3. Wil je eventueel naar ons feest komen, als het je uitkomt?

timer
5:00

Slide 9 - Slide

Schrijf hier de eerste activerende zin - dit was de zin:

Het is belangrijk dat je je warm aankleedt als
het buiten koud is.

Slide 10 - Open question

Schrijf hier de 2e activerende zin
dit was de zin:

Misschien zou je eens gezond moeten eten.

Slide 11 - Open question

Schrijf hier de 3e zin
Dit was de zin:

Wil je eventueel naar ons feest komen, als het je uitkomt?

Slide 12 - Open question