Klas 1HVa - Spelling - les 22- 28-11-2024 hoofdletters en leestekens

Welkom bij Nederlands
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen
  • Uitleg Cursus 7 - Spelling => hoofdletters en leestekens

Slide 2 - Slide


Na het maken van SP §1 kan/weet ik:
  • hoofdletters in zinnen op de juiste manier gebruiken.
  • punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken.
  • hoofdletters bij namen op de juiste manier gebruiken. 
  • komma's op de juiste manier gebruiken. 
Doel

Slide 3 - Slide

wachtwoorden zijn vaak een bron van ergernis want je moet inmiddels zoveel wachtwoorden onthouden ze moeten vaak ook nog voldoen aan een aantal eisen ze moeten bijvoorbeeld minimaal acht letters twee hoofdletters en een leesteken bevatten natuurlijk bewaar je je wachtwoorden zorgvuldig toch moet je na enkele maanden soms opeens weer een nieuwe code instellen in nederland zijn wij daar niet heel goed in

Slide 4 - Slide

Aantekeningen SP §1 (v.a. blz 244)
Hoofdletters en leestekens
Hoofdletters
  • Begin van een zin.
  • Bij namen: Josien, Amsterdam, Josien van der Veen, Josien Meijering-van der Veen
  • Let op bij voorvoegsels in achternamen! => bijvoorbeeld van, van der, de, te => 
  1. geen hoofdletters als voornaam of voorletter er staat. 
  2. wel hoofdletter als er geen voornaam of letter staat => mevrouw Van der Veen
  3. 't en 'd blijven nooit hoofdletter.
  • Bij woorden afgeleid van aardrijkskundige namen.

  • Geen hoofdletters: maanden, dagen, seizoenen en windstreken. 

Slide 5 - Slide

Aantekeningen SP §1 (v.a. blz 244)
Hoofdletters en leestekens
Leestekens
  • Punt (.)
  1. na een gewone zin (mededelende zin).
  • Vraagteken (?)
  1. na een vraag.
  • Uitroepteken (!)
  1. extra nadruk geven.
  • Komma
  1. tussen 2 persoonsvormen.
  2. voor voegwoorden (als, doordat, maar, nadat, terwijl, want, zodat, zodra). Niet voor en en of.

Slide 6 - Slide

Wat:
Maak SP §1 (blz. 244) opdracht 1

Hoe:
Je werkt alleen. 





Klaar:
Overleg met je buurman/buurvrouw. We gaan de woorden zo bespreken. 






Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Voor deze opdracht overleg je zachtjes met je buurman of buurvrouw.
groen:  fluisterniveau 
Kom je er zelf echt niet uit overleg dan met je buurman/buurvrouw of vraag het de docent .


Aan het werk!
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Woorden met hoofdletter
Overige woorden

Slide 8 - Slide

Wat:
Maak SP §1 (blz. 244) opdracht 2

Hoe:
Je mag samenwerken met je buurman/buurvrouw.

Klaar:
Ga verder met opdracht 3 t/m 5 (huiswerk).





Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Voor deze opdracht overleg je zachtjes met je buurman of buurvrouw.
groen:  fluisterniveau 
Kom je er zelf echt niet uit overleg dan met je buurman/buurvrouw of vraag het de docent .


Aan het werk!
timer
5:00

Slide 9 - Slide


Na het maken van SP §1 kan/weet ik:
  • hoofdletters in zinnen op de juiste manier gebruiken.
  • punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken.
  • hoofdletters bij namen op de juiste manier gebruiken.
  • komma's op de juiste manier gebruiken. 

Doel

Slide 10 - Slide

Huiswerk
Vrijdag 29 november
Maken
SP §1 (blz. 244): opdrachten 1 t/m 5.

Leren
Theorie SP §1 (blz. 244): hoofdletters en leestekens. 










Slide 11 - Slide