Werkwoorden zijn Doe-woorden. Iedere zin heeft een werkwoord. Alle werkwoorden die we in een zin tegenkomen horen bij het werkwoordelijk gezegde. Het werkwoord zegt iets over wat het onderwerp doet of overkomt.
Ik loop naar de deur.
De schilder schildert een schilderij.
Ik heb het schilderij geschilderd.
De voetballer scoorde een doelpunt.
Ik ben naar de deur gelopen.