Kwalitatief en kwantitatief onderzoek met chromatografie
1 / 12
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
10.4 Chromatografie
Wat is chromatografie?
Verschillende vormen van chromatografie
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek met chromatografie
Slide 1 - Slide
Papierchromatografie
Papierchromatografie in 3e klas: scheiden van kleurstoffen in een pen
Scheidingsmethode berust op twee eigenschappen:
Verschil in oplosbaarheid van de loopvloeistof
Verschil in aanhechtings-vermogen aan het papier
Slide 2 - Slide
Papierchromatografie
Hoe beter een stof in de loopvloeistof oplost, hoe hoger de stof op papier terechtkomt
Hoe meer een stof hecht aan het papier, hoe lager de stof op papier terechtkomt
Loopvloeistof: Mobiele fase
Papier: Stationaire fase
Slide 3 - Slide
Papierchromatografie
a = afstand van startlijn tot middelpunt van een vlek
b = afstand van startlijn tot vloeistoffront
Rf-waarde is een stofeigenschap!
Rf=ba
Slide 4 - Slide
Wat is de Rf-waarde voor de blauwe stip?
A
1,13
B
0,58
C
0,88
D
0,92
Slide 5 - Quiz
TLC (Thin Layer Chromatography)
In plaats van papier is een plaatje met SiO2 de stationaire fase.
Principe van de scheiding is de verdeling van stoffen over de mobiele en stationaire fase.
Afhankelijk van voorkeur voor stof om in mobiele of stationaire fase te zitten, eindigt de stof op een andere plaats op het papier.
Slide 6 - Slide
Kolomchromatografie
Een kolom ipv papier
Kolom is een dunne buis waarin de stationaire fase zit.
Mobiele fase is een vloeistof of een gas dat het mengsel meeneemt door de kolom heen.
Stoffen in een mengsel binden korter of langer aan de stationaire fase -> scheiding
Slide 7 - Slide
Vloeistofchromatografie
HPLC (High Performance Liquid Chromatography)
Kolom: bolletjes silica met daarop dun laagje stof als stationaire fase
Mobiele fase: Vloeistof met stoffen uit de onderzoeken mengsel door de kolom
Slide 8 - Slide
Gaschromatografie
Mengsel wordt verhit, zodat alle stoffen verdampen.
Draaggas door de kolom geleidt.
Binnenkant van kolom heeft dunne laag met stationaire fase
Slide 9 - Slide
Principe van GC
Stoffen blijven verschillend ''hangen'' aan de stationare fase; de ene meer dan de ander.
Daardoor vindt scheiding plaats
Slide 10 - Slide
Retentietijd (tR)
Tijd dat een stof in de kolom zit
Elke stof heeft zijn eigen tR
Scheiding is door specifieke eigenschappen van stationaire fase
Vb: apolaire stoffen in een kolom met een apolaire stationaire fase zijn langzaam en komen later uit de kolom dan polaire stoffen
Slide 11 - Slide
Je wilt een mengsel van twee stoffen, A en B, scheiden door middel van chromatografie. Stof A lost beter op in de loopvloeistof dan stof B. Stof B hecht beter aan het papier dan stof A. Welke stof komt hoger in het chromatogram?