5V H10 Les 4 - 10.4 Chromatografie deel 1

10.4 Chromatografie
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

10.4 Chromatografie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Na deze les weet ik...:
  • wat chromatografie is

Na deze les kan ik...:
  • uitleggen op basis waarvan chromatografie werkt
  • verschillende vormen van chromatografie uitleggen
  • uitleggen hoe kwalitatief en kwantitatief onderzoek met chromatografie in zijn werk gaat

Slide 2 - Slide

Vorige les

Slide 3 - Slide

Een infraroodspectrum toont een hele brede piek rond 3000 1/cm.
Welke groep verwacht je in de stof?
A
=C=O
B
-OH
C
=NH
D
-COOH

Slide 4 - Quiz

Voor welke karakteristieke groepen zie je in dit ir-spectrum een aanwijzing?


(meerdere mogelijkheden)
A
O-H
B
C=O
C
C=C
D
C-H

Slide 5 - Quiz

Extra opgave blad 
IR-spectrocopie

Slide 6 - Slide

Voorkennis ophalen

Slide 7 - Slide

Polaire binding
Apolaire binding
OH binding
CO binding
CH binding
NH binding
HH binding

Slide 8 - Drag question

Polaire molecuul
Apolair molecuul
Waterstof
Methaan
Methanol
Waterstofchloride
Koolstofdioxide
Water

Slide 9 - Drag question

Voorkennis: Waterstofbruggen
  • Een waterstofbrug is simpelweg een sterke dipool-dipool binding.
  • Bij OH-groep of NH-groep
  • Er zijn ook waterstofbrug ontvangende atomen (bv F)

Slide 10 - Slide

Chromatografie

Slide 11 - Slide

Filmpje
Bekijk het volgende filmpje ter uitleg

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Typen chromatografie
kolomchromatografie
papierchromatografie
dunnelaag chromatografie (TLC)
gaschromatografie (13.3)
vloeistofchromatografie

Slide 14 - Slide

Chromatografie
Deze les:
  • Papierchromatografie
  • TLC (Thin layer chromatografie) = Dunne laag chromatografie
  • Kolomchromatografie

Volgende les:
  • HPLC = High pressure liquid chomatografie
  • GC = gaschromatografie

Slide 15 - Slide

Papierchromatografie
  • Papierchromatografie: scheiden van kleurstoffen
  • Chromatografie berust op twee eigenschappen:
  • Verschil in oplosbaarheid in loopvloeistof
  • Verschil in aanhechtings-vermogen aan papier

Slide 16 - Slide

Papierchromatografie
  • Hoe beter een stof in de loopvloeistof oplost, hoe hoger de stof op papier terechtkomt
  • Hoe meer een stof hecht aan het papier, hoe lager de stof op papier terechtkomt

  • Loopvloeistof = Mobiele fase 
  • Papier = Stationaire fase

Slide 17 - Slide

Papierchromatografie
  • Rf-waarde = a/b
  • a = afstand van startlijn tot middelpunt van een vlek
  • b = afstand van startlijn tot vloeistoffront

  • Gebruik een referentiestof: zelfde Rf-waarde, zelfde stof
  • Rf-waarde is karakteristeriek

Slide 18 - Slide

Wat is de Rf-waarde voor de blauwe stip?
A
1,13
B
0,58
C
0,79
D
0,92

Slide 19 - Quiz

TLC (Thin Layer Chromatography)
  • In plaats van papier is een plaatje met SiO2 de stationaire fase.
  • Principe van de scheiding is de verdeling van stoffen over de mobiele en stationaire fase. 
  • Afhankelijk van voorkeur voor stof om in mobiele of stationaire fase te zitten, eindigt de stof op een andere plaats op het papier.

Slide 20 - Slide

gas chromatograaf 

Slide 21 - Slide

Kolomchromatografie
  • Een kolom ipv papier
  • Kolom is een dunne buis waarin de stationaire fase zit
  • Mobiele fase is een vloeistof dat het mengsel meeneemt door de kolom heen
  • Stoffen in een mengsel binden korter of langer aan de stationaire fase -> scheiding

Slide 22 - Slide

Bij kolom-chromatografie worden stoffen gescheiden door de stoffen in een 'kolom' met stationaire fase-materiaal te gieten. 
Stoffen die goed hechten aan de stationaire fase, komen er later vanaf. In het plaatje: blauw is het langzaamst.

Slide 23 - Slide

Kolomchromatografie
  • Mobiele en stationaire fase hebben tegengestelde polariteit

  • Princiepe van scheiding op basis van verdelingsevenwicht:
Kv=[A]m[A]s
[A]m[A]s

Slide 24 - Slide

Huiswerk
MAAK: 
  • H10.2 opdr. 9, 10, 12, 16 + Extra Opdrachtenblad
  • H10.4 opdr. 24

Slide 25 - Slide